Tobramycine (bij ooginfectie)

Publish

Samenstelling

Tobrex Alcon Nederland bv

Toedieningsvorm
Oogdruppels B.I.D. (0,3%)
Sterkte
3 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml

Bevat boorzuur. Conserveermiddel: benzododeciniumbromide.

Toedieningsvorm
Oogzalf (0,3%)
Sterkte
3 mg/g
Verpakkingsvorm
3,5 g, 5 g

Conserveermiddel: chloorbutanol. Basis: paraffine.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

tobramycine (bij ooginfectie) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor de behandeling van bacteriële conjunctivitis of blefaritis zijn voldoende alternatieven (bv. oogdruppels/-zalf met chlooramfenicol, fusidinezuur of tetracycline). De Commissie adviseert hierbij tobramycine niet voor te schrijven.

Tobramycine wordt in de kliniek gereserveerd voor die ernstige gevallen, waarin niet op de gebruikelijke antibiotica wordt gereageerd. Het gebruik ervan dient te worden beperkt tot de behandeling van ernstige ooginfecties zoals keratitis en Pseudomonasinfecties, uitsluitend onder controle van een oogarts.

Indicaties

Oppervlakkige infecties van het oog en de oogleden, veroorzaakt door voor tobramycine gevoelige micro-organismen, bij volwassenen en kinderen ouder dan 1 jaar.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Oppervlakkige infecties van oog en oogleden:

Volwassenen en kinderen > 1 jaar:

Bij blefaritis eerst schilfers en korsten verwijderen. Druppels: 1 druppel 2×/dag (’s morgens en ’s avonds) in de conjunctivaalzak. In ernstige gevallen: op de eerste dag: 1 druppel 4×/dag, vervolgens 1 druppel 2×/dag in het aangedane oog; behandelduur: 6–8 dagen.

Oogzalf: ten minste 1 cm zalf op de binnenzijde van het onderste ooglid aanbrengen iedere 3–4 uur; behandelduur: 5–15 dagen.

Door tijdens en direct na toediening de traanbuis 1–3 minuten dicht te drukken wordt voorkomen dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte; hierdoor is er minder kans op systemische reacties.

Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze druppels of oogzalven als laatste toedienen.

Bijwerkingen

Lokaal: Vaak (1–10%): oculaire hyperemie.

Soms (0,1–1%): oogklachten (jeuk, pijn, afscheiding, droogheid, tranen, wazig zien), oedeem en erytheem van het ooglid, conjunctivaal oedeem, keratitis, cornea-abrasie. Madarose, leukoderma, urticaria, dermatitis, jeuk en droge huid.

Zelden (0,01–0,1%): keratitis punctata (bij de oogzalf).

Zeer zelden (< 0,01%): (secundaire) ooginfectie (bij de oogzalf).

Verder zijn gemeld: oculaire allergische reactie, irritatie (branden en prikken na instillatie), jeuk aan de oogleden (bij de oogdruppels). Huiduitslag.

Systemisch: Soms (0,1–1%): hoofdpijn. Overgevoeligheidsreacties.

Interacties

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren na subcutane toediening van hoge doses geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij de mens zijn na systemische toediening van andere aminoglycosiden enkele gevallen van neonatale schade aan het cochleovestibulaire apparaat en bij dierstudies tevens effecten op de nierfunctie gevonden. Gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels worden echter geen nadelige effecten bij de foetus verwacht.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Overig: Tijdens de eerste weken na de geboorte wordt tobramycine (vooral bij prematuren) mogelijk meer geabsorbeerd en langzamer geëlimineerd. Gezien de lage systemische belasting bij gebruik van de oogdruppels, is de blootstelling via de melk waarschijnlijk verwaarloosbaar.
Advies: Maak een afweging voor borstvoeding of het gebruik van dit geneesmiddel in de eerste weken na de geboorte.

Contra-indicaties

overgevoeligheid voor aminoglycosiden.

Waarschuwingen

Sensibilisatie voor tobramycine en kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden kunnen optreden. Als een overgevoeligheidsreactie optreedt (keratitis punctata, erytheem van de conjunctiva, jeuk en zwelling van de oogleden en tranenvloed) de behandeling stopzetten. Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen, incl. schimmels, is mogelijk. Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen jonger dan één jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Eigenschappen

Tobramycine behoort tot de aminoglycosiden en heeft een bactericide werking. Het werkt primair op bacteriële cellen, door de samenvoeging en synthese van polypeptiden op het ribosoom te remmen. Doorgaans gevoelig zijn o.a: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig), Staphylococcus spp. (meticilline-gevoelig) en Moraxella catarrhalis. Verworven resistentie kan een probleem zijn bij Staphylococcus epidermidis. Doorgaans ongevoelig zijn o.a.: Staphylococcus spp. (meticilline-resistent), Streptococcus spp. zoals Streptococcus pneumoniae en Haemophilus influenzae.

Kinetische gegevens

Resorptiein geringe mate door de cornea en de conjunctiva. De systemische blootstelling is zeer laag.
Metaboliseringnauwelijks.
Eliminatievnl. met de urine, onveranderd.
T 1/2el2–3 uur.