triamcinolon (bij neusaandoening)
Samenstelling
Nasacort (acetonide) Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 55 microg/dosis
- Verpakkingsvorm
- 120 doses
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
triamcinolon (bij neusaandoening) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij intermitterende, milde klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij een verstopte neus en bij persisterende klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd, dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum. Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen.
Offlabel: Bij de behandeling van niet-allergische rinitis is volgens de NHG-standaard Allergische en niet-allergische rhinitis een corticosteroïdneusspray aangewezen.
Alle intranasale corticosteroïden kunnen als gelijkwaardig worden beschouwd; let bij het voorschrijven op de kosten.
Indicaties
Seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rinitis.
Dosering
Allergische rinitis:
Volwassenen en kinderen ≥12 jaar:
Beginnen met 110 microg (2 verstuivingen) in ieder neusgat 1×/dag.
Onderhoudsbehandeling: 55 microg (1 verstuiving) in ieder neusgat 1×/dag.
Kinderen 6–12 jaar:
55 microg (1 verstuiving) in ieder neusgat 1×/dag; bij ernstiger symptomen tijdelijk 110 microg (2 verstuivingen) in ieder neusgat 1×/dag. Zodra de symptomen onder controle zijn, teruggaan tot de laagste effectieve onderhoudsdosering. Continu gebruik langer dan 3 maanden wordt ontraden (vanwege gebrek aan gegevens).
Duur van de behandeling beperken tot de periode waarin blootstelling aan allergenen plaatsvindt.
Vóór gebruik neus snuiten. Tijdens de verstuiving van het neusseptum àf sprayen en goed opsnuiven (zie ook de rubriek Bijwerkingen).
Vóór gebruik de neusspray zachtjes schudden.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): griepachtige symptomen, faryngitis, rinitis. Epistaxis. Bronchitis, hoesten. Hoofdpijn. Dyspepsie, tandproblemen.
Zelden (0,01-0,1%): neusseptumperforatie; het risico op neusseptumperforatie kan worden verminderd door van het neusseptum àf te sprayen.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (inclusief huiduitslag, urticaria, jeuk en gezichtsoedeem). Dyspneu. Slapeloosheid, duizeligheid, vermoeidheid. Misselijkheid, veranderingen van smaak en reuk. Verhoogde oculaire druk, glaucoom, cataract. Nasale irritatie, droge slijmvliezen, verstopte neus, niezen. Groeivertraging (bij kinderen en adolescenten), verlaagde cortisolspiegels.
Interacties
Wees voorzichtig bij gebruik met sterke remmers van CYP3A4 zoals ritonavir en cobicistat. Na gelijktijdig gebruik van ritonavir en fluticasonpropionaat neusspray zijn sterk verhoogde fluticasonspiegels en bijnierschorssuppressie/syndroom van Cushing gezien; daarom gelijktijdig gebruik met triamcinolon neusspray vermijden. Controleer indien gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers niet kan worden vermeden op systemische corticosteroïdbijwerkingen. Bij combinatie met inhalatiecorticosteroïden rekening houden met een verhoogde steroïdbelasting.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren teratogeen gebleken.
Farmacologisch effect: Bij nasale toediening is de te verwachten systemische blootstelling minimaal.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Gezien de minimale systemische absorptie bij de moeder bij nasale toediening zijn nadelige effecten bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen
Wees voorzichtig bij overschakeling van systemische naar nasale toepassing, vooral bij aanwijzingen van een gestoorde bijnierfunctie.
Systemische bijwerkingen en bijniersuppressie: bij vooral langdurig gebruik van hoge doseringen of bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden kunnen systemische bijwerkingen (o.a. klinisch significante bijniersuppressie) optreden. Overweeg het gebruik van een additioneel oraal corticosteroïd gedurende perioden van stress of in geval van electieve chirurgie indien gedurende langere tijd hogere doses nasale corticosteroïden dan aanbevolen zijn gebruikt of bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden.
Wees voorzichtig bij een recent neusseptum ulcus, nasale chirurgie of neustrauma vanwege het remmende effect van corticosteroïden op de wondgenezing.
Lokale neus- en keelinfecties met C. albicans treden zelden op. Bij het optreden hiervan kan adequate behandeling en onderbreking van behandeling met triamcinolon neusspray nodig zijn.
Groeivertraging: geef als langdurig chronisch gebruik van nasale corticosteroïden bij kinderen noodzakelijk is, een zo laag mogelijke dosis. Groeivertraging bij kinderen is gemeld bij gebruik van therapeutische doseringen nasaal triamcinolon; controleer bij langdurig gebruik regelmatig de lengte, vooral bij gecombineerde inhalatietherapie voor astma. Bij groeiremming trachten de dosering te verminderen en verwijzen naar de kinderarts.
Bij verandering in het gezichtsvermogen en een voorgeschiedenis van toegenomen intra-oculaire druk, glaucoom en/of cataract is nauwkeurige controle aangewezen. Overweeg bij het optreden van visusstoornissen door te verwijzen naar een oogarts.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid beschikbaar over gebruik bij kinderen < 6 jaar.
Overdosering
Eigenschappen
Corticosteroïd met een lokaal anti-inflammatoire en anti-allergische werking op het neusslijmvlies. Bij allergische rinitis vermindert nasale toediening van corticosteroïden symptomen als verstopte neus, niezen, jeuk en druipneus. Vermindering van de symptomen kan bij seizoensgebonden allergische rinitis na 3–4 dagen verwacht worden. Bij niet-seizoensgebonden allergische rinitis kan het een maand duren voordat het effect maximaal is.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering. |
T max | 1,5 uur. |
T 1/2 | 3,1 uur. |
Geneesmiddelgroep
triamcinolon (bij neusaandoening) hoort bij de groep corticosteroïden, nasaal.