5-fluoro-uracil (systemisch)

Publish

Samenstelling

Fluorouracil Injecties (als Na-zout) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
50  mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml, 10 ml, 20 ml, 100 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
5 ml, 10 ml, 20 ml, 50 ml, 100 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

5-fluoro-uracil (systemisch) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

Palliatieve behandeling van maligne tumoren van rectum, colon en mamma als monotherapie of in combinatiechemotherapie. Bovendien bij: maagcarcinoom, pancreascarcinoom, primair levercarcinoom; verder bij cervixcarcinoom en andere carcinomen van uterus, ovarium en blaas.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Als monotherapie:

Volwassenen:

Een infuus heeft de voorkeur, vanwege minder bijwerkingen. initiële behandeling: i.v. infuus: 15 mg/kg lichaamsgewicht of 600 mg/m² (max. 1 g) per dag. Het infuus toedienen gedurende 4 uur; alternatieven zijn een 30–60 min durend infuus of een 24–uurs continu infuus. Dagelijks herhalen tot aan toxische verschijnselen of een totale dosis van 12–15 g. I.v. injectie: 12 mg/kg of 480 mg/m² per dag gedurende 3 dagen, bij goed verdragen daarna 6 mg/kg of 240 mg/m² iedere 2 dagen gedurende 6 dagen. Een alternatieve kuur is 15 mg/kg 1× per week. Intra-arterieel infuus (24–uurs continu): 5–7,5 mg/kg of 200–300 mg/m² per dag.

Onderhoudsbehandeling: bij beginnen van de onderhoudsbehandeling moeten alle bijwerkingen zijn verdwenen. I.v. injectie: 5–10 mg/kg of 200–400 mg/m² 1× per week.

In combinatie met radiotherapie de gebruikelijke dosering toepassen. In combinatie met andere cytostatica de dosering verlagen.

De dosering verlagen bij: cachexie, grote operatie in de voorafgaande 30 dagen, verminderde beenmergfunctie of een gestoorde lever- of nierfunctie.

Pas bij DPD-deficiëntie de dosering of het middel aan in overleg met de apotheker.

Bijwerkingen

Zeer vaak ( 10%): ischemie, ECG-afwijkingen. Beenmergdepressie (nadir 9–14 dagen), neutropenie, trombocytopenie, leukopenie, agranulocytose, anemie, pancytopenie. Mucositis, anorexie, misselijkheid, braken, diarree. Haaruitval, hand-voetsyndroom. Hyperurikemie. Bloedneus, vermoeidheid, asthenie. Bronchospasmen.

Vaak (1-10%): pijn op de borst.

Soms (0,1-1%): aritmie, myocardischemie of -infarct, hartfalen, myocarditis, cardiogene shock. Nystagmus, hoofdpijn, duizeligheid, (extra)piramidale verschijnselen, euforie, slaperigheid. Tranenvloed, traanbuisvernauwing, wazig of dubbel zien, verstoorde oogbeweging, optische neuritis, conjunctivitis, fotofobie, blefaritis, ectropion. Dehydratie, sepsis, maag-darmulceratie of -bloeding. Dermatitis, huidafwijkingen (zoals huiduitslag, droge huid, erytheem, jeuk), urticaria, fotosensibilisatie, hyperpigmentatie, nagelveranderingen (zoals hyperpigmentatie, dystrofie, pijn, loslating). Hypotensie.

Zelden (0,01-0,1%): verwardheid. Ischemie (o.a. cerebraal, intestinaal, perifeer), Raynaudfenomeen, trombo-embolie, tromboflebitis. Allergische reactie incl. anafylaxie. Verhoogd T4, verhoogd T3.

Zeer zelden (< 0,01%): hartstilstand; soms fataal. Symptomen van leuko-encefalopathie, zoals ataxie, dysartrie, afasie, myasthenie, convulsies, coma). Levernecrose (soms fataal), biliaire sclerose, cholecystitis.

Interacties

Vóór en tijdens behandeling geen sulfonamiden toedienen. Niet combineren met vaccins met levend agens. Gelijktijdig gebruik met andere cytotoxische middelen en folinezuur kan de therapeutische en toxische werking versterken. De cardiotoxiciteit van antracyclinen kan worden versterkt.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, in therapeutische dosering foetotoxisch en teratogeen.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste drie maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Gezien de ernst van de indicaties zijn er geen absolute contra-indicaties.

Waarschuwingen

Bij patiënten met een niet-herkende DPD-deficiëntie kan onverwachts levensbedreigende toxiciteit optreden; de behandeling dan direct staken. Wees voorzichtig bij cardiaal belaste anamnese, recente hooggedoseerde bestraling van het bekken, recent gebruik van alkylerende cytostatica en tevens na adrenalectomie of hypofysectomie en bij verminderde lever- of nierfunctie. Onderbreking van de therapie en/of dosisreductie is noodzakelijk bij stomatitis, ernstige infecties, ernstige diarree òf wanneer ulceraties en bloedingen optreden o.a. gastro-intestinaal. Het aantal leukocyten en trombocyten dagelijks controleren en de behandeling onderbreken als het aantal leukocyten beneden 3000/mm³ of het aantal trombocyten beneden 100.000/mm³ daalt. Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.

Overdosering

Eigenschappen

Pyrimidine-antagonist. Werkt als antimetaboliet door ingrijpen in de DNA-synthese, heeft zelf geen oncologische werking. Fluoro-uracil is een pro-drug; de activiteit ontstaat na enzymatische omzetting tot de gefosforyleerde vormen van 5-fluoro-uridine en 5-fluorodoxyuridine.

Kinetische gegevens

V d0,12 l/kg. 5-Fluoro-uracil wordt vooral aangetroffen in snel prolifererend weefsel zoals beenmerg, darmmucosa en neoplasmata. Het passeert de bloed-hersenbarrière.
Metaboliseringintracellulair tot de actieve metabolieten 5-fluoro-deoxyuridinemonofosfaat en 5-fluoro-uridinetrifosfaat; daarnaast omzetting in inactieve metabolieten door het enzym dihydropyrimidine-dehydrogenase (DPD), dat hierin de snelheidsbeperkende factor is. In de lever metabolisering tot o.a. CO2 en ureum.
Eliminatie60–90% via de longen als CO2; met de urine 7–20% onveranderd.
T 1/2el10–20 min, dosisafhankelijk.