Azitromycine (oraal)

Publish

Samenstelling

Azitromycine Suspensie en Tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor suspensie
Sterkte
40 mg/ml
Verpakkingsvorm
15 ml

De suspensie bevat saccharose ca. 760 mg/ml en aspartaam 6 mg/ml (overeenkomend met 3,4 mg/ml fenylalanine). De hoeveelheid aspartaam kan iets verschillen afhankelijk van de fabrikant.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
250 mg, 500 mg

Zithromax Pfizer bv

Toedieningsvorm
Poeder voor suspensie
Sterkte
40 mg/ml
Verpakkingsvorm
15 ml

De suspensie bevat saccharose 776 mg/ml.

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
250 mg, 500 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

azitromycine (oraal) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Algemeen: bij infecties met Gram-positieve kokken zijn de penicillinen, voor zover geen resistentie of β-lactamaseremming optreedt, nog steeds de middelen van eerste keus. Macroliden komen pas in aanmerking indien penicillineresistentie of -overgevoeligheid bestaat en verder bij de verwekkers waarbij penicillinen níet werkzaam zijn maar macroliden wel (bv. Legionella pneumophila waar het één van de eerstekeusmiddelen is). Azitromycine heeft o.a. als voordeel boven erytromycine een gunstiger farmacokinetisch profiel, waardoor het slechts eenmaal per dag hoeft te worden gebruikt. Daarnaast is de korte behandelduur van azitromycine (3 evt. 5 dagen) in vergelijking met erytromycine en de andere macroliden een voordeel; bovendien is gebruik van azitromycine goedkoper.

Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking en ernstig ziek zijn en overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan vijf dagen aanhoudt of opnieuw optreedt. Voor de keuze van antibiotica, wanneer deze geïndiceerd zijn, zie het behandelplan.

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende drie dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur.

Bij de behandeling van otitis media acuta gaat de voorkeur uit naar een afwachtend beleid met adequate pijnbestrijding. Is na drie dagen het effect op pijn en/of koorts onvoldoende dan wordt gestart met een antimicrobiële behandeling met amoxicilline. Bij risicogroepen (zie het stappenplan) en bij forse algemene ziekteverschijnselen direct starten met een antimicrobiële behandeling.

Voor behandeling van een pneumonie (CAP) komt azitromycine pas in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Bij vermoeden van een (milde) pneumonie door Legionella pneumophila komt azitromycine wel als initiële behandeling in aanmerking. Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Bacteriële huidinfecties: Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij erythrasma heeft, bij uitgebreide en hinderlijke laesies en onvoldoende verbetering na 4 weken lokale behandeling een systemisch macrolide (zoals azitromycine) de voorkeur. Ook bij hardnekkige klachten van een folliculitis en indien daarbij tevens sprake is van een penicilline-allergie heeft een macrolide de voorkeur. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij uitgebreide klachten, algemene ziekteverschijnselen en onvoldoende verbetering op lokale therapie én als daarbij sprake is van een penicilline-allergie is hierbij eveneens een macrolide aangewezen. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrumpenicilline de voorkeur. Macroliden (zoals azitromycine) zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrumpenicilline de voorkeur.

Na een tekenbeet kan worden afgewacht of preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Bij een erythema migrans of Borrelia-lymfocytoom behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.

Urethritis en cervicitis: Azitromycine heeft de voorkeur bij de behandeling van urethritis en cervicitis veroorzaakt door Chlamydia trachomatis, het is even effectief als doxycycline maar het hoeft slechts eenmalig te worden gebruikt.

Indicaties

Infecties veroorzaakt door micro-organismen gevoelig voor azitromycine:

  • van de bovenste luchtwegen (sinusitis, faryngitis, tonsillitis) en acute otitis media;
  • van de lagere luchtwegen (acute bronchitis, licht tot matig ernstige pneumonie verkregen buiten het ziekenhuis (‘community-acquired pneumonia’ (CAP));
  • van huid en weke delen zoals:
    • cellulitis;
    • ecthyma ulcus;
    • erysipelas, erysipeloïd;
    • erythrasma;
    • folliculitis;
    • furunkel;
    • impetigo, impetiginisatie van andere dermatosen;
    • erythema migrans en het Borrelia-lymfocytoom;
    • wondinfectie met uitzondering van geïnfecteerde brandwonden.
  • ongecompliceerde Chlamydia trachomatis-infectie van urethra en cervix;

En daarnaast:

  • profylaxe van de ziekte van Lyme na een tekenbeet;
  • profylaxe tegen Mycobacterium avium intracellulaire complex-(MAC-)infectie bij HIV-geïnfecteerde patiënten in een vergevorderd stadium (CD4-aantal ≤ 100/mm³).

Azitromycine is niet geschikt voor toepassing bij ernstige infecties waarbij snel een hoge bloedconcentratie nodig is, zoals ernstige pneumonie.

Dosering

Bij kinderen gebruik maken van de suspensie; hierbij kan per 0,5 ml worden gedoseerd (bv. bij een kind van ca. 14 kg voor een 3-daagse dosering: 3,5 ml 1×/dag).

Klap alles open Klap alles dicht

Algemene richtlijn:

Volwassenen en kinderen > 45 kg:

500 mg 1×/dag gedurende 3 dagen óf 500 mg 1×/dag op de eerste dag gevolgd door 250 mg 1×/dag op de dagen 2 t/m 5.

Kinderen ≤ 45 kg:

Suspensie: 10 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag gedurende 3 dagen óf 10 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag op de eerste dag, gevolgd door 5 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag op de dagen 2 t/m 5. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over het gebruik bij kinderen < 1 jaar.

Streptokokken-faryngitis bij kinderen:

Kinderen:

Suspensie: 10–20 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag, gedurende 3 dagen; maximaal 500 mg/dag. Er zijn weinig gegevens beschikbaar over het gebruik bij kinderen < 1 jaar.

Community-acquired pneumonie:

Volwassenen:

Volgens de SWAB-richtlijn community-acquired pneumonie (mild), onbekende verwekker (2011): oraal: 500 mg 1×/dag. Behandelduur: 3 dagen.

Seksueel overdraagbare aandoeningen veroorzaakt door Chlamydia trachomatis:

Volwassenen:

1 g in één gift.

Profylaxe ziekte van Lyme na een tekenbeet:

Volwassenen (m.n. zwangeren) en kinderen van 8 jaar en ouder:

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans (2017): Indien een teek langer dan 24 uur op de huid heeft gezeten én deze niet langer dan 72 uur geleden verwijderd is, kan worden gekozen voor een eenmalige dosis antibiotica, of voor ’watchful waiting’. Aan niet-zwangere personen van 8 jaar en ouder wordt, indien niet gecontra-indiceerd, doxycycline (systemisch) gegeven. Dosering azitromycine, oraal: eenmalig 500 mg binnen 72 uur na het verwijderen van de teek.

Kinderen < 8 jaar:

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans (2017): Indien een teek langer dan 24 uur op de huid heeft gezeten én deze niet langer dan 72 uur geleden verwijderd is, kan worden gekozen voor een eenmalige dosis antibiotica, of voor ’watchful waiting’. Dosering azitromycine, oraal: eenmalig 10 mg/kg lichaamsgewicht, binnen 72 uur na het verwijderen van de teek.

Erythema migrans:

Volwassenen en kinderen vanaf 9 jaar:

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans (2017): Bij contra-indicaties voor doxycycline (systemisch) en overgevoeligheid voor amoxicilline kan azitromycine gegeven worden. Dosering: 500 mg 1×/dag gedurende 5 dagen.

Kinderen jonger dan 9 jaar:

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans (2017): Bij contra-indicaties voor doxycycline (systemisch) en overgevoeligheid voor amoxicilline kan azitromycine gegeven worden. Dosering: 10 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag gedurende 5 dagen.

Profylaxe MAC-infecties bij HIV-geïnfecteerde patiënten:

Volwassenen:

1200 mg 1×/week.

Bij ernstige nierinsufficiëntie: kan de blootstelling aan azitromycine ca. 33% toenemen; eventueel de dosis aanpassen.

De suspensie en de tabletten kunnen eventueel met voedsel worden ingenomen. De suspensie schudden vóór gebruik. Na inname van de suspensie kan een bittere nasmaak voorkómen worden door direct na inname vruchtensap te drinken.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, buikpijn, flatulentie, diarree.

Vaak (1-10%): braken, dyspepsie, anorexie. Huiduitslag, jeuk. Artralgie. Vermoeidheid. Duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, smaakstoornis. Visusstoornis. Doofheid. Verlaagd aantal lymfocyten, verhoogd aantal eosinofielen. Verlaagd bicarbonaat in bloed.

Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Gastritis, obstipatie. Hepatitis. Candidiasis, vaginale infectie. Overgevoeligheid, angio-oedeem, urticaria, Stevens-Johnsonsyndroom, lichtgevoeligheidsreactie. Overige gehoorstoornis, oorsuizen. Hypo-esthesie, slaperigheid, slapeloosheid. Pijn op de borst, oedeem, malaise, asthenie. Nervositeit. Leukopenie, neutropenie, Verhoogde waarden in het bloed van ASAT, ALAT, bilirubine, creatinine en ureum. Afwijkende kaliumspiegel.

Zelden (0,01-0,1%): prikkelbaarheid. Vertigo. Leverfunctiestoornis.

Verder zijn gemeld: hypotensie, QT-verlenging, ’torsade de pointes’, ventriculaire tachycardie. Anafylaxie. Toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme. Interstitiële nefritis, acuut nierfalen. Fulminante hepatitis, cholestatische icterus, levernecrose, leverfalen. Pancreatitis. Buikkrampen, pseudomembraneuze colitis. Syncope, convulsies, myasthenia gravis, psychomotorische hyperactiviteit, paresthesie, onvermogen om te kunnen ruiken en/of proeven. Nervositeit, agitatie, agressie, angst, depersonalisatie. Verkleuring van de tong en/of tanden. Trombocytopenie, hemolytische anemie.

Interacties

Voorzichtig bij de combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen zoals klasse IA en III anti-aritmica, antipsychotica, antidepressiva, fluorchinolonen, imidazool- en triazoolantimycotica, niet-sederende antihistaminica en 5-HT3-antagonisten.

Voorzichtig bij de combinatie met geneesmiddelen die hepatotoxisch zijn; mogelijk kan de combinatie resulteren in fulminante hepatitis en levensbedreigend leverfalen.

Sommige macrolide antibiotica verhogen de toxiciteit van ergotamine en derivaten (ergotisme); de combinatie azitromycine en ergotamine vermijden.

Azitromycine verhoogt de blootstelling aan ciclosporine; bij gelijktijdige toediening de ciclosporinespiegel controleren en zonodig de dosis aanpassen. Mogelijk versterkt azitromycine de werking van vitamine K-antagonisten. Azitromycine verhoogt mogelijk de blootstelling aan digoxine.

Antacida verminderen de piekserumconcentratie van azitromycine met ca. 24%; azitromycine ten minste 1 uur vóór of 2 uur na antacida innemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens is er ruime ervaring met de toepassing van een eenmalige dosis van 1000 mg voor de indicatie Chlamydia trachomatis-infectie van urethra en cervix, waarbij geen nadelige effecten zijn gezien. Redelijke ervaring (met meervoudige doses) bij andere indicaties laat geen kanstoename zien op aangeboren afwijkingen. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan eenmalig worden gebruikt voor de indicatie Chlamydia trachomatis-infectie van urethra en cervix; bij de overige indicaties alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. Ondanks de lange halfwaardetijd worden waarschijnlijk geen klinisch relevante spiegels bij de zuigeling opgebouwd.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor macroliden.

Waarschuwingen

Er bestaat kruisresistentie tussen de macroliden onderling en met lincomycinen.

Azitromycine is niet geïndiceerd voor de behandeling van geïnfecteerde brandwonden.

Voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, cardiale aritmie, ernstig hartfalen, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties), congenitale of verworven QT-verlenging.

Voorzichtig bij ernstige nierfunctiestoornissen en bij neurologische of psychiatrische afwijkingen.

Voorzichtig bij bestaande leveraandoeningen: de leverfunctie onderzoeken indien een zich snel ontwikkelende asthenie ontwikkelt geassocieerd met icterus, donkere urine, bloedingsneiging of hepatische encefalopathie.

Myasthenia gravis kan verergeren.

In geval van seksueel overdraagbare aandoeningen een bijkomende infectie van Treponema pallidum uitsluiten.

Bij ernstige, aanhoudende diarree de diagnosen antibiotica-gerelateerde of pseudomembraneuze colitis overwegen.

Bij snel recidiverende infecties, behandeling met een ander antibioticum overwegen, omdat de veiligheid en ervaring met langdurige toepassing van azitromycine ontbreekt (behoudens profylactische toepassing tegen een MAC-infectie). De werkzaamheid en veiligheid van de profylaxe tegen Mycobacterium avium-intracellulare complex(MAC)-infectie bij kinderen is niet vastgesteld.

De hoeveelheid gegevens beschikbaar over het gebruik bij kinderen < 1 jaar is beperkt.

Overdosering

Eigenschappen

Bacteriostatisch (bij sommige species bactericide) middel, behorend tot de azaliden, een subklasse van de macroliden. Azitromycine voorkomt de RNA–afhankelijke eiwitsynthese door te binden aan de 50S–ribosomale subunit.

Gewoonlijk gevoelig zijn: Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria gonorrhoeae, Chlamydophila pneumoniae, Chlamydia trachomatis, Legionella pneumophila, Mycobacterium avium, Mycoplasma pneumonia en Borrelia burgdorferi.

Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Staphylococcus aureus, Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes en Ureaplasma urealyticum.

Ongevoelig zijn: Staphylococcus aureus (Meticilline-resistente en erytromycine-resistente stammen), Streptococcus pneumoniae (penicilline resistente stammen), Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa, Klebsiella spp. en Raoultella spp.

Kinetische gegevens

F37%
T max2–3 uur.
V dca. 31,1 l/kg. Azitromycine wordt in hoge mate in de weefsels gebonden; in de weefsels kunnen de spiegels tot 50× hoger zijn dan in plasma. Er vindt vooral accumulatie plaats in leukocyten, waaronder de fagocyten, wat bijdraagt aan accumulatie van azitromycine in ontstekingsweefsel.
Metaboliseringin de lever deels tot niet of nauwelijks actieve metabolieten.
Eliminatievnl. met de feces (onveranderd en als metabolieten) en in mindere mate met de urine.
Overigde terminale plasma-eliminatiehalfwaardetijd volgt de weefseldepletiehalfwaardetijd van 2–4 dagen op de voet.