chloordiazepoxide
Samenstelling
Chloordiazepoxide Dragees/Tabletten Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 5 mg, 10 mg, 25 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een angststoornis met een geringe ziektelast volstaan voorlichting en zelfhulpadviezen. Bij onvoldoende effect daarvan of bij ernstige ziektelast zijn cognitieve gedragstherapie, een antidepressivum of beide aangewezen. Er is een lichte voorkeur voor SSRI’s boven serotonerge TCA’s vanwege een geringere kans op ernstige bijwerkingen. Bij sociale fobie komen TCA’s niet in aanmerking. Na herstel van de angststoornis is begeleiding bij het stoppen van het antidepressivum en terugvalpreventie belangrijk. Bij examenangst/plankenkoorts kan incidenteel propranolol gegeven worden. Indien de antidepressiva en cognitieve gedragstherapie niet voldoende effectief zijn, hebben benzodiazepinen een beperkte plaats in de onderhoudsbehandeling van sociale angststoornissen en paniekstoornissen. Daarnaast kunnen benzodiazepinen bij de start van een behandeling met antidepressiva kortdurend worden toegevoegd (maximaal 2-4 weken) om de initieel toenemende angst op te vangen.
Aan de vergoeding van chloordiazepoxide zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Symptomatische behandeling van ernstige angst en spanningwaardoor de patiënt niet meer kan functioneren of er ernstig onder lijdt.
Dosering
Beginnen met de laagst mogelijke dosering.
Angst en spanning:
Volwassenen:
5–10 mg 3–4×/dag; in ernstige gevallen 20–25 mg 3–4×/dag.
Ouderen
en mensen met gestoorde lever- en/of nierfunctie: 5–10 mg/dag.
Kinderen > 6 jaar:
alleen in ernstige gevallen en onder voortdurend medisch toezicht: 5–10 mg per dag, indien nodig dosis geleidelijk verhogen.
De tabletten innemen vlak voor of uiterlijk 30 min voor het slapen gaan. De omhulde tablet innemen met een half glas water of wat voedsel.
Bijwerkingen
Frequent: slaperigheid, vermoeidheid, ataxie en verwardheid.
Verder zijn gemeld: duizeligheid, maag-darmstoornissen, spierzwakte, anterograde amnesie (met name bij hoge dosering), opwekking eetlust en gewichtstoename, verminderde libido, huidreacties, fotosensibilisatie, hoofdpijn, slikstoornissen, dubbelzien. Manifest worden van een onopgemerkte depressie.
Met name bij hoge dosering, bij kinderen en bij ouderen: paradoxale reacties zoals acute opwinding en verandering van de psychische toestand.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. De euforie en daardoor de psychische afhankelijkheid van opioïden kan worden versterkt. Bij gelijktijdig gebruik van disulfiram en stoffen met een sterke invloed op leverenzymen, zoals cimetidine en hormonale anticonceptiva, dient men rekening te houden met een verlengde plasmahalfwaardetijd van chloordiazepoxide.
Zwangerschap
Teratogenese:Bij de mens onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen kunnen bij pasgeborenen optreden, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Bovendien kan bij de pasgeborene dan afhankelijkheid zijn opgetreden en bestaat het risico van onttrekkingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Myasthenia gravis. Overgevoeligheid voor benzodiazepinen. Ernstige leverinsufficiëntie. Ernstige ademhalingsstoornissen. Slaap-apnoesyndroom.
Waarschuwingen
Ouderen zijn gevoeliger voor de effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter. Men dient bij ouderen en bij ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen lager dan gewoonlijk te doseren. Hetzelfde geldt bij chronische respiratoire insufficiëntie met hypercapnie wegens de kans op ademhalingsdepressie, vooral ’s nachts. Bij langdurig gebruik kan afhankelijkheid optreden; daarom het gebruik bij voorkeur beperken tot 1–2 weken, max. 8–12 weken. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang op een kortwerkend benzodiazepine het oorspronkelijke middel uit te sluipen. Benzodiazepinen bij voorkeur niet toepassen bij kinderen. Terughoudendheid is geboden bij alcohol- en/of drugmisbruik in de anamnese.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als anxiolyticum. Heeft tevens anticonvulsieve, slaapinducerende en spierrelaxerende werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en bijna volledig. |
Overig | Stabiele plasmaspiegel: na 3 dagen. |
Eiwitbinding | 94–97%. |
Metabolisering | in de lever tot o.a. actieve metabolieten. Kan cumuleren. |
Eliminatie | via urine als geconjugeerde metabolieten. |
T 1/2el | 9 uur, 40–50 uur (metabolieten); langer bij hoge leeftijd, gestoorde lever- of nierfunctie. |
Geneesmiddelgroep
chloordiazepoxide hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.
- alprazolam (J05AF06)
- bromazepam (J05AF06)
- brotizolam (J05AF06)
- chloordiazepoxide (J05AF06)
- clobazam (J05AF06)
- clorazepinezuur (J05AF06)
- diazepam (J05AF06)
- flunitrazepam (J05AF06)
- flurazepam (J05AF06)
- loprazolam (J05AF06)
- lorazepam (J05AF06)
- lormetazepam (J05AF06)
- midazolam (J05AF06)
- nitrazepam (J05AF06)
- oxazepam (J05AF06)
- prazepam (J05AF06)
- temazepam (J05AF06)
- zolpidem (J05AF06)
- zopiclon (J05AF06)