loprazolam
Samenstelling
Dormonoct (als mesilaat monohydraat) Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De behandeling van slapeloosheid is vooral niet-medicamenteus. Voor een geneesmiddel is alleen plaats in uitzonderingsgevallen, zoals bij acute ernstige slapeloosheid of ernstig disfunctioneren overdag, en dan alleen kortdurend gedurende enkele nachten. De voorkeur gaat uit naar een kortwerkende benzodiazepine-agonist: lormetazepam, temazepam, zolpidem of zopiclon. Met deze middelen bestaat ruime ervaring en bij gebruik in lage dosering is er weinig kans op nawerking de volgende dag.
Aan de vergoeding van loprazolam zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Kortdurende behandeling van ernstige slaapstoornissen, die het normale functioneren verstoren of waaronder ernstig geleden wordt. Premedicatie op de avond voorafgaand aan operatieve ingrepen.
Dosering
Slaapstoornis:
Volwassenen:
0,5–1 mg, gebruikelijk 1 mg vóór het slapen gaan; in ernstige gevallen en bij psychiatrische patiënten 2 mg per dag.
Ouderen en verzwakte patiënten: beginnen met 0,5 mg per dag. Bij ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen en bij chronische respiratoire insufficiëntie (vanwege de kans op ademhalingsdepressie) lager dan gewoonlijk doseren.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn, sufheid overdag. Misselijkheid.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, spierzwakte. Vermoeidheid. Jeuk.
Zelden (< 0,01%): eosinofilie.
Verder zijn gemeld: verminderd bewustzijn, spraakstoornis, ataxie, dronken gevoel, anterograde amnesie. Verwardheid, onthoudingsverschijnselen, pardoxale reacties (zoals rusteloosheid, prikkelbaarheid, agressie, wanen, hallucinaties, psychosen, nachtmerries, gedragsstoornis), emotionele afvlakking, libidoverlies, manifest worden van depressie. Dubbelzien. Obstipatie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen. De euforie en daardoor de psychische afhankelijkheid van opioïden kan worden versterkt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Hypothermie, hypotonie, matige ademhalingsdepressie en voedingsproblemen bij pasgeborenen, vooral na langdurig gebruik tijdens het laatste trimester. Verder afhankelijkheid bij de pasgeborene en er is het risico van onthoudingsverschijnselen in de postnatale periode.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Myasthenia gravis. Overgevoeligheid voor benzodiazepinen. Ernstige respiratoire insufficiëntie. Slaap-apneusyndroom. Ernstige leverinsufficiëntie.
Waarschuwingen
Indien minder dan 7–8 uur beschikbaar is om te slapen, is er gedurende enige tijd veel meer kans op anterograde amnesie. Ouderen zijn gevoeliger voor de sedatieve effecten van benzodiazepinen, bovendien is bij hen het gevaar van cumulatie groter. Bij herhaald gebruik gedurende enkele weken kan het hypnotisch effect van benzodiazepinen minder worden (tolerantie). Het risico van afhankelijkheid neemt toe bij hogere doseringen, een langere gebruiksduur en bij alcohol- en/of drugsmisbruik in de voorgeschiedenis. In verband met de risico’s van afhankelijkheid, tolerantie en centrale bijwerkingen dient het gebruik te worden beperkt tot bij voorkeur enkele dagen tot 2 weken en maximaal 4 weken, inclusief de periode van afbouwen. Om mogelijke onthoudings- en/of rebound-verschijnselen te voorkomen dient men bij staken van de behandeling en bij overschakeling van een lang op een kort werkend benzodiazepine het oorspronkelijke middel uit te sluipen. Benzodiazepinen niet toepassen bij kinderen jonger dan 15 jaar.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Eigenschappen
Benzodiazepine, toegepast als hypnoticum.
Kinetische gegevens
Resorptie | langzaam en onregelmatig. |
Overig | F = ca. 80%. |
T max | 1 uur. |
V d | ca. 0,06 l/kg. |
Metabolisering | 20%, voornamelijk tot het actieve piperazine-N-oxide. |
Eliminatie | 80% met de urine en feces. |
T 1/2el | 6–8 uur, 6–8 uur (metaboliet). |
Geneesmiddelgroep
loprazolam hoort bij de groep benzodiazepine agonisten.
- alprazolam (J05AF06)
- bromazepam (J05AF06)
- brotizolam (J05AF06)
- chloordiazepoxide (J05AF06)
- clobazam (J05AF06)
- clorazepinezuur (J05AF06)
- diazepam (J05AF06)
- flunitrazepam (J05AF06)
- flurazepam (J05AF06)
- loprazolam (J05AF06)
- lorazepam (J05AF06)
- lormetazepam (J05AF06)
- midazolam (J05AF06)
- nitrazepam (J05AF06)
- oxazepam (J05AF06)
- prazepam (J05AF06)
- temazepam (J05AF06)
- zolpidem (J05AF06)
- zopiclon (J05AF06)