diclofenac (bij oogaandoening)
Samenstelling
Dicloabak (natrium) Thea Pharma
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Conserveermiddel: geen. De multidosis flacon bevat een 0,2 micronmembraan ter bescherming tegen microbiële contaminatie. Bevat macrogolglycerol-ricinoleaat (ricinusolie). Bevat tevens: boorzuur.
Naclof (natrium) Thea Pharma
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%) ’Unidose’
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 0,3 ml
Conserveermiddel: geen. Bevat boorzuur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
diclofenac (bij oogaandoening) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Ter preventie van cystoïd macula-oedeem na cataractoperatie kunnen oogdruppels met een NSAID worden voorgeschreven.
Indicaties
Preventie van cystoïde macula-oedeem na cataractoperatie. Inhibitie van miosis tijdens cataractingrepen. Preventie van ontsteking bij cataractingrepen en ingrepen op het voorste oogsegment. Oogpijn bij fotorefractieve keratectomie-operatie binnen 24 uur na de ingreep.
Dosering
Inhibitie van miosis tijdens cataractingrepen:
Volwassenen:
1 druppel in het aangedane oog 1–5× gedurende 3 uur voorafgaand aan de operatie.
Preventie van ontsteking bij cataractingrepen en ingrepen op het voorste oogsegment:
Volwassenen:
1 druppel in het aangedane oog 1–5× gedurende 3 uur voorafgaand aan de operatie; 3 druppels direct na de operatie en daarna 1 druppel 3–5×/dag. Maximaal 4 weken behandelen.
Preventie van cystoïd macula-oedeem na cataractoperatie:
Volwassenen:
1 druppel in het aangedane oog 5× binnen 3 uur voorafgaand aan de operatie; na de operatie: 3 druppels onmiddellijk na de ingreep en daarna 1 druppel 3–5×/dag zo lang als nodig.
Oogpijn bij keratectomie-operatie:
Volwassenen:
2 druppels in het aangedane oog binnen het uur vóór de operatie; na de operatie: 2 druppels binnen het uur en daarna 4 druppels binnen de eerste 24 uur na de operatie.
Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Naclof ’Unidose’ is slechts geschikt voor eenmalig gebruik.
Bijwerkingen
Lokaal: Vaak (1-10%): oogpijn en lichte tot matige oogirritatie van voorbijgaande aard.
Soms (0,1-1%): oogklachten direct na het indruppelen (jeuk, branderig gevoel en wazig zien).
Zelden (0,01-0,1): keratitis punctata, ulceratieve keratitis, cornea-oedeem, cornea-ulceratie, afname van corneadikte.
Verder zijn gemeld: allergische conjunctivitis, oculaire hyperemie, verhoogde intra-oculaire druk, ooglidklachten (jeuk, roodheid, oedeem), contacteczeem.
Systemisch: Zelden (0,01-0,1%): dyspneu, verergering astma. Huidklachten (jeuk, roodheid), fotosensibilisatie.
Verder zijn gemeld: hoest, rinitis. Overgevoeligheid, urticaria, huiduitslag, eczeem, anafylactische reactie.
Interacties
Wees voorzichtig bij comedicatie met anticoagulantia. Gelijktijdig gebruik met glucocorticosteroïden vergroot de kans op genezingsproblematiek en op ongewenste effecten op de cornea zoals ulceratieve keratitis, keratitis punctata, cornea-oedeem, corneale epitheelafwijkingen en het dunner worden van de cornea.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Systemisch toegediende NSAID’s hebben ongunstige effecten op de embryonale/foetale ontwikkeling. Er is meer kans (ca. 1,5% in plaats van < 1%) op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. Er wordt aangenomen dat het risico toeneemt met de dosering en de duur van blootstelling. Echter gezien de zeer lage doses bij oogheelkundig gebruik, is tijdens het 1e en 2e trimester bij kortdurend gebruik geen farmacologisch effect op de foetus te verwachten.
Advies: Tijdens het 1e en 2e trimester alleen kortdurend gebruiken met zo laag mogelijke dosering. Tijdens het 3e trimester alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Vanwege de lage blootstelling van de moeder aan diclofenac in oogdruppels, worden geen effecten verwacht op de zuigeling.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor NSAID’s. Optreden van astma-aanval, urticaria of acute rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s.
Waarschuwingen
Kruisovergevoeligheid voor acetylsalicylzuur, fenylazijnzuurderivaten en andere NSAID’s kan optreden. Het gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s bij astmapatiënten met chronische rinitis of sinusitis en/of neuspolypose vermeerdert de kans op allergische reacties, zoals bronchoconstrictie, oedeem, hypotensie en/of urticaria. Bij overgevoeligheidsreacties (met name een astma-aanval of een plotselinge zwelling van hals en gelaat) de behandeling onmiddellijk staken. NSAID’s kunnen de trombocytenaggregatie remmen; hierdoor is er meer kans op bloedingen na operatief ingrijpen. Gebruik kan een ooginfectie maskeren (ook bij kortdurend gebruik). NSAID’s vertragen het herstel van het hoornvlies, zelfs bij kortdurend gebruik; bij tekenen van afbraak van het cornea-epitheel de behandeling onmiddellijk stoppen. Wees voorzichtig bij diabetes mellitus, reumatoïde artritis, gecompliceerde of herhaalde oogoperaties, corneale denervatie, cornea-epitheeldefecten, ziekten van het oogoppervlak (zoals het droge-oog-syndroom), vanwege meer kans op corneale bijwerkingen. Met Dicloabak is er meer kans op contacteczeem doordat het macrogolglycerol-ricinoleaat bevat. Diclofenac kan door zachte contactlenzen worden geabsorbeerd, daarom zachte contactlenzen pas 15 minuten na indruppelen van Dicloabak indoen. Naclof: bij droge ogen of een beschadigde cornea is toezicht vereist, omdat het conserveermiddel benzalkoniumchloride bij langdurig gebruik keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie kan veroorzaken. Benzalkoniumchloride kan tevens zachte contactlenzen doen verkleuren; draag daarom geen zachte contactlenzen tijdens het gebruik van Naclof, harde contactlenzen pas 15 minuten na indruppelen indoen. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn niet vastgesteld; gebruik wordt niet aanbevolen.
Overdosering
Eigenschappen
Een NSAID voor lokaal gebruik (een prostaglandinesynthetaseremmer). Remt ontstekingsreacties van segmenten in de voorste oogkamer ten gevolge van mechanische en/of traumatische oorzaken.
Kinetische gegevens
Resorptie | Penetratie van diclofenac is aangetoond in de voorste oogkamer. Na oculaire toediening konden geen meetbare plasmaspiegels van diclofenac worden aangetoond. |
T max | na ca. 30 min (cornea en conjunctiva). |
Eliminatie | De eliminatie is snel en bijna volledig na 6 uur. |
Geneesmiddelgroep
diclofenac (bij oogaandoening) hoort bij de groep NSAID’s, oculair.