Doxycycline (systemisch)

Publish

Samenstelling

Doxy Disp (als monohydraat) Pharmachemie bv

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
100 mg

Doxycycline Tabletten (als hyclaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
100 mg

Doxycycline Tabletten (als monohydraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, dispergeerbaar
Sterkte
100 mg

Efracea (als monohydraat) Galderma Nederland

Toedieningsvorm
Capsule met gereguleerde afgifte
Sterkte
40 mg

Bevat per capsule: 30 mg doxycycline in ’immediate release beads’, en 10 mg in ’delayed release beads’.

Vibramycin (als hyclaat) Pfizer bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof ’SF’
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 5 ml

Bevat tevens: polyvinylpyrrolidon.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

doxycycline (systemisch) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

In het algemeen: Bij de behandeling van algemene infecties gaat bij de tetracyclinen de voorkeur uit naar doxycycline en minocycline op grond van bijwerkingen, interacties en farmacokinetische parameters.

Een acute rinosinusitis geneest vrijwel altijd vanzelf. Pijnstillers (paracetamol), stomen en de nasale toediening van een zoutoplossing of een decongestivum kunnen verlichting geven van de klachten. Antibiotica zijn doorgaans niet nodig. Geef antibiotica bij vermoeden van een bacteriële ontsteking en ernstig ziek zijn en overweeg antibiotica bij een verminderde weerstand en bij koorts die langer dan vijf dagen aanhoudt of opnieuw optreedt. Amoxicilline is eerste keus, doxycycline komt in aanmerking indien er sprake is van een penicilline-allergie; in geval van zwangerschap óf bij kinderen < 8 jaar is het alternatief echter cotrimoxazol.

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immunodeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende drie dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Doxycycline is minder effectief tegen S. pneumoniae, Groep A-streptokokkeninfecties (GAS) en anaeroben dan amoxicilline/clavulaanzuur. Daarom heeft amoxicilline/clavulaanzuur de voorkeur bij onvoldoende effect van smalspectrum penicillinen.

Bij een bacteriële pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van een pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de initiële keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI-klasse: I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Als er bij volwassenen echter een vermoeden is dat Legionella de verwekker is, is oraal doxycycline één van de middelen van voorkeur; wanneer men denkt aan Coxiella burneti (Q-koorts) als verwekker is het de eerste keus. Doxycycline is ook eerste keus bij een overgevoeligheid of contra-indicatie voor amoxicilline (volwassenen en kinderen > 10 jaar). Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI-klasse: III–IV) is parenterale toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen; vanwege toegenomen resistentie van de pneumokok tegen doxycycline en macroliden worden deze in dit geval afgeraden. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI-klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (cefotaxim óf ceftriaxon óf cefuroxim mét ciprofloxacine). Bij deze mate van ernst is er bij de empirische behandeling geen rol meer voor doxycycline.

Otitis media acuta, urineweginfecties: Doxycycline komt pas voor behandeling van een urineweginfectie of otitis media acuta in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling.

Acne vulgaris: wordt behandeld met een lokale therapie, die bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een systemische behandeling. Benzoylperoxide 5% of een lokaal retinoïde komen als eerste in aanmerking. Als deze middelen niet goed worden verdragen of onvoldoende effectief zijn, overweeg dan het gebruik van een lokaal – en bij ernstige ontstekingsverschijnselen een systemisch – antibioticum. Doxycycline heeft de voorkeur boven tetracycline in verband met voordelen in gebruikersgemak.

Bacteriële huidinfecties: Probeer met hygiënische maatregelen uitbreiding van bacteriële huidinfecties of besmetting van anderen tegen te gaan. Behandel oppervlakkige bacteriële huidinfecties met een lokaal antimicrobieel middel. Bij impetigo en impetiginisatie heeft lokaal fusidinezuur de voorkeur. Bij diepe huidinfecties zijn meestal orale antibiotica geïndiceerd of is operatief ingrijpen noodzakelijk. Bij orale antimicrobiële behandeling heeft een smalspectrum-penicilline de voorkeur. Macroliden zijn een alternatief wanneer bijvoorbeeld penicillinen niet worden verdragen. Bij bijtwonden heeft een breedspectrum-penicilline de voorkeur.

Na een tekenbeet kan worden afgewacht óf preventief worden behandeld met een eenmalige dosering doxycycline of azitromycine. Erythema migrans behandelen met doxycycline. Amoxicilline of azitromycine zijn een alternatief indien doxycycline gecontra-indiceerd is.

Bij het bestrijden van malaria staat voorkómen van muggenbeten en primaire profylaxe voorop. De keuze van de profylactische behandeling wordt bepaald door de reisbestemming, karakteristieken van de persoon en de duur van het verblijf. De GGD’s en gespecialiseerde centra beschikken over de meest recente gegevens van resistentie in malariagebieden en meest recente richtlijnen voor malariaprofylaxe. In sommige gevallen kan het gewenst zijn een noodbehandeling mee te nemen. De behandeling van malaria wordt bepaald door de ernst van de ziekte en gebeurt in overleg met een gespecialiseerd centrum. Hierbij kán doxycycline, in combinatie met kinine, in aanmerking komen.

Bij de behandeling van papulopustuleuze rosacea komt metronidazolcrème/-gel of azelaïnezuurcrème als eerste in aanmerking. Een alternatief is ivermectinecrème. Indien deze lokale therapie onvoldoende werkzaam is, kan een systemisch antibioticum worden toegevoegd, waarbij de voorkeur uitgaat naar doxycycline 100 mg. Doxycycline heeft de voorkeur boven tetracycline in verband met het gebruikersgemak.

Bij de behandeling van erythemato-teleangiëctatische rosacea kan de vasomotore component worden behandeld met lokale toepassing van brimonidine. De behandeling van permanent uitgezette bloedvaatjes en van phymateuze afwijkingen is niet-medicamenteus.

Indicaties

Infecties, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor doxycycline:

  • van de luchtwegen met inbegrip van keel-, neus- en oorinfecties, milde buiten het ziekenhuis verkregen pneumonie (CAP) (met inbegrip (of met name) van pneumonieën veroorzaakt door Chlamydia pneumoniae, Mycoplasma pneumoniae en Chlamydophila psittaci), en acute exacerbaties van chronische bronchitis;
  • van het urogenitale stelsel
    • non-gonokokkenurethritis;
    • syfilis;
    • en vnl. door Chlamydia trachomatis veroorzaakte:
      • ongecompliceerde urethritis;
      • lymphogranuloma venereum (incl. proctocolitis);
      • ongecompliceerde endocervicale infecties.
  • van het maag-darmkanaal (veroorzaakt door Vibrio cholerae; cholera);
  • van huid en weke delen (zoals acne vulgaris, erythema migrans, of bij een dierenbeet);
  • de Ziekte van Lyme;
  • leptospirose;
  • Q-koorts (veroorzaakt door Coxiella burnettii);
  • rickettsiose;
  • pasteurellose;
  • anthrax;
  • brucellose (veroorzaakt door Brucella spp.);
  • ooginfecties veroorzaakt door C. trachomatis (trachoom);
  • malaria veroorzaakt door chloroquine-resistente P. falciparum.

en daarnaast:

  • profylaxe van de ziekte van Lyme na een tekenbeet;
  • profylaxe van malaria;
  • vermindering van papulopustuleuze laesies bij volwassen patiënten met faciale rosacea.

Dosering

Sommige in de handel zijnde orodispergeerbare tabletten hebben een breukgleuf, waarbij gedoseerd kan worden per 50 mg. Desondanks kunnen sommige kinderen ≥ 8 jaar met een lichaamsgewicht < 50 kg niet altijd worden behandeld met de beschikbare orale toedieningsvormen.

De doseringen voor parenterale en orale toedieningsvormen zijn gelijk.

Klap alles open Klap alles dicht

Algemene richtlijn:

Volwassenen en kinderen ≥ 8 jaar en zwaarder dan 50 kg:

De eerste dag 200 mg in 1 gift; daarna 100 mg 1×/dag. Bij intracellulaire en ernstige infecties 100 mg 2×/dag. Behandelen tot ten minste 24–48 uur na het verdwijnen van symptomen en koorts (meestal 5–10 dagen); bij infecties door streptokokken ten minste 10 dagen behandelen, om het ontstaan van acuut reuma of glomerulonefritis te voorkomen.

Kinderen ≥ 8 jaar en lichter dan 50 kg:

De eerste dag 4 mg/kg lichaamsgewicht in 1 gift, gevolgd door 2 mg/kg 1×/dag. Bij ernstige infecties alle dagen 4 mg/kg/dag. Behandelen tot ten minste 24–48 uur na het verdwijnen van symptomen en koorts (meestal 5–10 dagen); bij infecties door streptokokken ten minste 10 dagen behandelen, om het ontstaan van acuut reuma of glomerulonefritis te voorkomen.

Community-acquired pneumonie (CAP):

Volwassenen:

Volgens de SWAB-richtlijn community-acquired pneumonie (mild), onbekende verwekker (2016): Oraal: de eerste dag 200 mg in 1 gift; daarna 100 mg 1×/dag. Behandelduur: 7 dagen.

Gonorroe:

Mannen: 200 mg/dag gedurende 2–4 dagen óf 300 mg gevolgd door nog eens 300 mg na 1 uur.

Vrouwen: 200 mg/dag, tot de infectie is genezen (meestal 5 dagen).

Ongecompliceerde urethritis, endocervicale of rectale infecties veroorzaakt door Chlamydia trachomatis; non-gonokokkenurethritis veroorzaakt door Ureaplasma urealyticum:

Volwassenen:

200 mg/dag gedurende 7 dagen. Lymphogranuloma venereum behandelen gedurende 21 dagen.

Primaire en secundaire syfilis:

Volwassenen:

200 mg/dag gedurende ten minste 14 dagen.

Profylaxe ziekte van Lyme na een tekenbeet:

Niet zwangere personen van 8 jaar en ouder:

Volgens de NHG-behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans (2017): Indien een teek langer dan 24 uur op de huid heeft gezeten én deze niet langer dan 72 uur geleden verwijderd is, kan worden gekozen voor een eenmalige dosis antibiotica, of voor ’watchful waiting’. In het algemeen is de kans op ziekte na een tekenbeet 2–3% en als ziekte optreedt, is meestal een erythema migrans. De overdracht van Borrelia burgdorferi op de mens kán snel verlopen, maar de kans neemt toe als de teek langer dan 36–48 uur aangehecht is geweest. Als een teek korter dan 24 uur aangehecht heeft gezeten, wordt antibioticumprofylaxe niet geadviseerd. Dosering doxycycline, oraal: eenmalig 200 mg binnen 72 uur na het verwijderen van de teek.

Ziekte van Lyme:

Volwassenen en kinderen ≥ 8 jaar:

200 mg/dag gedurende 10–21 dagen (vroege fase van de ziekte); in geval van latere manifestaties gedurende 1 maand behandelen. Een erythema migrans wordt gedurende 10 dagen behandeld; in klinisch onderzoek werd 100 mg 2×/dag gegeven (na een oplaaddosis van 200 mg). Zie voor meer details: de CBO-richtlijn Lymeziekte (PDF, juli 2013, 1,6 MB) en het Kinderformularium van het NKFK.

Acute Q-koorts:

Volwassenen:

Volgens SWAB en LCI-richtlijn Q-koorts: 200 mg/dag gedurende 14 dagen. Immuungecompromitteerden 21 dagen behandelen. Voor de behandeling van zwangeren, patiënten met endovasculair prothesemateriaal in situ en bij chronische infecties (incl. Q-koorts endocarditis), een gespecialiseerde arts raadplegen.

Rickettsiose (typhus exanthematicus):

Volwassenen:

100–200 mg eenmalig.

Anthrax:

Volwassenen:

Post expositie profylaxe, cutane anthrax en pulmonale/gastro-intestinale anthrax: 100 mg 2×/dag gedurende 60 dagen. Bij pulmonale/gastro-intestinale anthrax als onderdeel van een combinatietherapie.

Behandeling van malaria:

Volwassenen:

Volgens de fabrikant: 200 mg/dag gedurende ten minste 7 dagen, in combinatie met een schizonticide (bv. kinine, chloroquine, mefloquine, artemether/lumefantrine). Volgens de SWAB-richtlijn malaria tropica: is er sprake van een niet ernstige malaria tropica bij asexuele P. falciparum parasieten in het bloed met parasitemie-index (aantal geïnfecteerde rode cellen) < 2% en geen delingsvormen in het bloed. Daarnaast zijn er geen complicaties en is er sprake van een niet-brakende patiënt. De eerste dag 200 mg in 1 gift, daarna 100 mg 1×/dag, gedurende 7 dagen.

Kinderen > 8 jaar:

2,2 mg/kg 2×/dag gedurende ten minste 7 dagen (max. 200 mg/dag), in combinatie met een schizonticide (bv. kinine, chloroquine, mefloquine, artemether/lumefantrine).

Malariaprofylaxe:

Volwassenen:

Volgens de fabrikant: 100 mg/dag. Starten 1–2 dagen voor vertrek naar malaria-endemisch gebied; tijdens verblijf innemen én tot 4 weken na vertrek uit endemisch gebied continueren.

Kinderen:

Volgens de fabrikant bij kinderen vanaf 12 jaar: 100 mg/dag. Starten 1–2 dagen voor vertrek naar malaria-endemisch gebied; tijdens verblijf innemen én tot 4 weken na vertrek uit endemisch gebied continueren.

Volgens het Kinderformularium van het NKFK zijn de doseergegevens bij kinderen vanaf 8 jaar: 2 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 1 dosis (max. 100 mg/dag). Starten op dag van aankomst in malaria-endemisch gebied; tijdens verblijf innemen én tot 4 weken na vertrek uit endemisch gebied continueren.

Faciale rosacea:

Volwassenen:

’s Ochtends 1× 100 mg of 1 capsule mga à 40 mg. Na 6 weken evalueren en de behandeling staken indien geen effect wordt gezien. Er zijn onderzoeksgegevens beschikbaar van gebruik gedurende 16 weken.

Toedieningsinformatie:

Bij het vergeten van een dosis deze alsnog innemen, tenzij het tijd is voor de volgende inname.

De oraal toe te dienen preparaten in zittende of staande houding innemen én niet voor het slapengaan. De gewone tabletten moeten heel worden ingenomen met een ruime hoeveelheid water, melk of voedsel. Van de dispergeerbare tabletten (die doxycyclinemonohydraat bevatten) kan een suspensie worden gemaakt door ze onder goed roeren uiteen te laten vallen in een glas water; in één keer opdrinken en daarna de restanten suspensie in het glas nogmaals suspenderen in eenzelfde hoeveelheid water en opdrinken.

Intraveneus toedienen als injectie of als infusie. Injectie: toedienen gedurende ten minste 2 minuten per 100 mg. Infusie: een concentratie van 0,1–1 mg/ml gedurende ten minste 1 uur per 100 mg doxycycline.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hypertensie. Candidiasis, vaginitis. Sinusitis, nasofaryngitis. Zwarte tong, stomatitis, droge mond, (irreversibele) tandverkleuring, dysfagie, misselijkheid, enterocolitis (incl. stafylokokken-enteritis), inflammatoire laesies in anogenitale streek (Candida), pruritus ani. Huidirritatie. Brozer groeiend botweefsel.

Soms (0,1-1%): hoofdpijn. Glossitis, braken, diarree. Maculopapuleuze en erythemateuze huiduitslag, fotosensibilisatie.

Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem. Pericarditis. Voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals. Anorexie, dysfagie, dyspepsie, buikpijn, enterocolitis (incl. stafylokokken-enteritis). Oorsuizen. Artralgie, myalgie. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, exfoliatieve dermatitis, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS syndroom), urticaria, foto-onycholyse. Porfyrie. Exacerbatie van gedissemineerde lupus erythematodes. Hepatitis, geelzucht en leverfalen, leverfunctiestoornissen, hepatotoxiciteit met voorbijgaande stijging van leverenzymwaarden. Pancreatitis. Hemolytische anemie, trombocytopenie, neutropenie, eosinofilie. Verhoogd ureumgehalte in bloed. Bij langdurig gebruik bruin-zwarte verkleuring van het schildklierweefsel bij microscopische preparaten (schildklierfunctie is normaal).

Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreactie (incl. hypotensie, tachycardie, anafylactoïde en anafylactische reacties, shock, dyspneu, angio-oedeem, urticaria), serumziekte, Henoch-Schönlein purpura. Verslechtering nierfunctie. Pseudomembraneuze colitis. Meningeale prikkeling met papiloedeem.

Verder zijn gemeld: vestibulaire stoornissen, visusstoornissen (waaronder scotoma en dubbelzien). Tachycardie, benigne intracraniële hypertensie (bij volwassenen; en is reversibel). Hypoplasie van het tandglazuur. ’Fixed drug eruption’. Bij de i.v.-toediening: tromboflebitis. Verlenging van protrombinetijd. Vitamine B-deficiëntie (door uitschakeling van vitamine B-producerende bacteriën in de darm).

Doxycyclinehyclaat (gewone tablet) in oplossing reageert aanmerkelijk zuurder dan doxycyclinemonohydraat. In hoge concentraties kan doxycyclinehyclaat agressief inwerken op het oesofagusslijmvlies; melding is gemaakt van oesofagitis en oesofagusulcera. In dierexperimenteel onderzoek bleek bij het fixeren in de slokdarm van orale preparaten die doxycyclinemonohydraat bevatten, geen ulcera te ontstaan.

Bij gebruik van Efracea of de injectievloeistof komen sommige bijwerkingen in een andere frequentie voor.

Interacties

Toediening vlak voor, tijdens of na een kuur met (orale) retinoïden (bv. acitretine, isotretinoïne) is gecontra-indiceerd in verband met de toename van de kans op verhoogde intracraniële druk.

Tetracyclinen antagoneren de werking van bactericide β-lactamantibiotica; dit is alleen van belang bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij ernstige neutropenie; in deze gevallen de combinatie vermijden.

Orale magnesium-, bismut-, aluminium-, calcium-, zinkbevattende preparaten en ionenwisselaars verminderen door vorming van onoplosbare complexen de resorptie van oraal toegediend doxycycline; de combinatie vermijden of anders doxycycline ten minste 2 uur vóór deze preparaten innemen. Doxycycline kan wel gelijktijdig met melk worden ingenomen. Bij de combinatie met ijzer-ionen wordt met het aanhouden van dit interval niet volstaan; stop inname van de ijzerverbinding tijdelijk of vervang één van beide middelen voor een alternatief. Ook met het aanhouden van een interval van 12 uur wordt namelijk niet volstaan, in geval van combinatie met ijzer-ionen.

Geneesmiddelen die de pH van de maag verhogen (o.a. antacida), kunnen de absorptie van doxycycline verminderen; dergelijke middelen ten minste 2 uur ná doxycycline innemen óf 4 uur ervoor.

De werking van orale anticoagulantia (vitamine K antagonisten) kan worden versterkt; controleer de INR bij gelijktijdig gebruik van deze middelen.

Barbituraten, carbamazepine, fenytoïne, primidon, rifampicine, rifabutine en chronisch alcoholmisbruik verkorten aanzienlijk de halfwaardetijd van doxycycline; de combinatie vermijden.

Voorzichtig bij de combinatie met potentieel hepatotoxische geneesmiddelen, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Tetracyclinen versterken de werking van sulfonylureumderivaten; bloedglucosespiegel nauwlettend volgen.

Combinatie met methoxyfluraan kan leiden tot (fatale) niertoxiciteit.

Zwangerschap

Doxycycline passeert de placenta (de concentratie in foetaal bloed is ca. 0,3× de concentratie in maternaal bloed).
Teratogenese: Redelijke ervaring met het gebruik tijdens het 1e trimester wijst niet op meer kans op aangeboren afwijkingen. Bij gebruik tijdens het 2e en 3e trimester is er een nadelig effect op de tandontwikkeling (irreversibele tandverkleuring, emailhypoplasie) en verder een (reversibele) vertraging van de osteogenese, waardoor beenderen brozer worden.
Overige: Er is meer kans op hepatotoxische werking bij de moeder, met name in de tweede helft van de zwangerschap.
Advies: Gebruik tijdens 2e en 3e trimester (vanaf 16 weken) is gecontra-indiceerd. Vermijd uit voorzorg het gebruik tijdens het 1e trimester.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, de concentratie in de melk is 30–40% van de serumconcentratie. Wordt voor een deel geïnactiveerd door het in de moedermelk aanwezige calcium.
Farmacologisch effect: Theoretisch zijn ongunstige beïnvloeding van bot- en tandontwikkeling van het kind mogelijk; bij korte kuren doxycycline is dit echter onwaarschijnlijk.
Advies: Kan kortdurend (< 3 weken) worden gebruikt. Langdurig gebruik (zoals bij de indicatie acne) vermijden.

Contra-indicaties

  • ernstige leverfunctiestoornissen. Gecombineerde ernstige nier- én (enige mate van) leverinsufficiëntie;
  • overgevoeligheid voor tetracyclinen;
  • kinderen jonger dan 8 jaar (infecties) en 12 jaar (faciale rosacea);
  • voor de injectievloeistof ’SF’ tevens: myasthenia gravis (vanwege het magnesiumgehalte);
  • voor Efracea tevens:
    • vanwege de lage sterke van de tablet: infecties;
    • achloorhydrie, bypass of exclusie van het duodenum.

Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.

Waarschuwingen

Tussen tetracyclinen onderling bestaat kruisovergevoeligheid en kruisresistentie. Resistentie kan zich snel ontwikkelen. Houd rekening met superinfecties door resistente micro-organismen (o.a. Candida, stafylokokken). Bij superinfectie de toediening staken, evenals bij optreden van ernstige diarree. Bij optreden van ernstige diarree met koorts de diagnose pseudomembraneuze colitis of stafylokokken-enteritis overwegen.

Afzetting in groeiend tandweefsel veroorzaakt permanente verkleuring van de gebitselementen.

Fotosensibilisatie: Adviseer de patiënt om direct zonlicht of kunstmatige UV-stralen te vermijden in verband met kans op fotosensibilisatie (manifesteert zich als een overdreven zonnebrandreactie); bij eerste tekenen van erytheem de behandeling staken.

Symptomen van benigne intracraniële hypertensie kunnen zijn: hoofdpijn, wazig zien, dubbel zien, verlies van gezichtsvermogen, fotopsie, retrobulbaire pijn, tinnitus, misselijkheid, braken. Bij fundoscopie kan papiloedeem worden waargenomen. Doorgaans is dit van voorbijgaande aard, maar permanent verlies van gezichtsvermogen is gemeld. Bij visuele stoornissen oogonderzoek (laten) uitvoeren. De intracraniële druk kan nog weken na het staken van de behandeling verhoogd zijn.

Tetracyclinen kunnen hepatotoxisch zijn, vooral bij hoge doseringen, bij een gestoorde lever- en/of nierfunctie en bij combinatie met hepatotoxische geneesmiddelen. Controleer bij een lichte tot matige leverfunctiestoornis regelmatig de leverfunctie en pas zonodig de dosering aan. Er zijn geen (farmacokinetische) gegevens beschikbaar bij een verminderde leverfunctie.

Controleer bij een nierfunctiestoornis de patiënt regelmatig, omdat verergering hiervan kan optreden.

Controleer bij langdurige behandeling periodiek de leverfunctie, nierfunctie én hematologische parameters en staak de behandeling indien deze afwijkend zijn. De injectievloeistof bevat polyvinylpyrrolidon; wees daarom voorzichtig bij toediening aan patiënten met gestoorde nierfunctie.

In verband met mogelijke irritatie van het slijmvlies in de slokdarm de gewone tablet (als hyclaat-zout) onder voorzorgen innemen; bedlegerige patiënten en patiënten met slikproblemen verdienen daarbij extra aandacht.

Bij langdurige therapie kan door vernietiging van vitamine B-producerende bacteriën een vitamine B-deficiëntie ontstaan.

Indien zich bij faciale rosacea oculaire manifestaties van rosacea ontwikkelen, de behandeling staken en oogheelkundig onderzoek starten.

Tetracyclinen kunnen aspecifieke glucosebepalingen in de urine verstoren. Tevens interfereren ze met de fluorescentiestest voor catecholaminen in de urine (valse verhoging).

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling de monografie doxycycline op vergiftigingen.info

Eigenschappen

Bacteriostatisch breedspectrum antibioticum behorend tot de tetracyclinen. Bindt aan het 30S- en 50S-gedeelte van de ribosomen in de bacteriële cel waardoor remming optreedt van de ribosomale eiwitsynthese. Het werkingsspectrum bevat een verscheidenheid aan Gram-positieve en Gram-negatieve micro-organismen. Afhankelijk van de bacteriesoort kan het effect ook bactericide zijn.

Gewoonlijk gevoelig zijn: Bacillus spp. incl. Bacillus anthracis en Bacillus cereus, Staphylococcus spp. incl. S. aureus, Brucella spp., Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Vibrio cholerae, Yersinia pestis, Borrelia burgdorferi, Bartonella spp., Burkholderia pseudomallei, Chlamydia trachomatis, Chlamydophila pneumoniae, Chlamydophila psittaci, Coxiella burnetii, Francisella tularensis, Leptospira spp., Mycoplasma pneumoniae, Rickettsia spp., Treponema pallidum en Ureaplasma urealyticum.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Enterococcus spp., Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Escherichia coli, Klebsiella spp., Pasteurella multocida, Propionibacterium acnes.

Ongevoelig zijn: Acinetobacter spp., Proteus mirabilis, Proteus vulgaris, Pseudomonas spp. en Serratia spp.

De werking van doxycycline bij faciale rosacea zou mogelijk berusten op remming van de neutrofiele werking en een aantal pro-inflammatoire reacties, waaronder reacties die geassocieerd zijn met fosfolipase A2, endogene stikstofmonoxide en interleukine-6.

Kinetische gegevens

Resorptienagenoeg volledig. Vindt voornamelijk plaats in het proximale gedeelte van de dunne darm, in mindere mate in het distale deel. Geneesmiddelen en aandoeningen die de pH van de maag belangrijk verhogen, beperken de absorptie van doxycycline.
T max2–3 uur.
V d1,58 l/kg.
OverigDoxycycline gaat over in de meeste organen. Penetratie in de liquor: vrij gering; toegenomen bij ontstoken meninges. Cumulatie: in weefselmacrofagensysteem en groeiend bot- en tandweefsel (ook bij een foetus). In de nieren en lever (en gal) kunnen concentraties worden bereikt die belangrijk boven die in het serum liggen. Doorloopt een enterohepatische kringloop.
Eiwitbindingca. 90%.
Eliminatievnl. onveranderd, met de urine (ca. 40%, via glomerulaire filtratie) en feces (20–50%; in een inactieve (chelaat)vorm); bij gestoorde nierfunctie meer met de feces. Hemodialyse en peritoneale dialyse hebben geen significante invloed op de serumconcentratie.
T 1/218–22 uur.