Formoterol

Publish

Samenstelling

Atimos (fumaraat) Chiesi Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Aerosol CFK-vrij
Sterkte
12 microg/dosis
Verpakkingsvorm
100 doses, 120 doses

Foradil (fumaraat) Novartis Pharma bv

Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder in capsule
Sterkte
12 microg

Formoterol inhalatiepoeder (fumaraat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder in capsule
Sterkte
12 microg
Verpakkingsvorm
met inhalator
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder in capsule ’Cyclocaps’
Sterkte
12 microg
Verpakkingsvorm
met inhalator (Cyclohaler)
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Easyhaler’
Sterkte
12 microg/dosis
Verpakkingsvorm
120 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Novolizer’
Sterkte
6 microg/dosis
Verpakkingsvorm
60 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Novolizer’
Sterkte
12 microg/dosis
Verpakkingsvorm
60 doses

Oxis (fumaraat) AstraZeneca bv

Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Turbuhaler’
Sterkte
6 microg/dosis
Verpakkingsvorm
60 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Turbuhaler’
Sterkte
12 microg/dosis
Verpakkingsvorm
60 doses

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

formoterol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij astma bestaan niet-medicamenteuze adviezen uit stoppen met roken, voldoende beweging, vermijding van prikkels en gewichtsreductie bij obesitas. Bij minder frequente astmaklachten (≤ 2×/week) is ’zo nodig’-gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum aangewezen. Bij frequentere klachten (≥ 3×/week) en vaker gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, is onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd (ICS) geïndiceerd. Indien hiermee onvoldoende astmacontrole wordt bereikt, kan een langwerkend β2-sympathicomimeticum (zoals formoterol) worden toegevoegd aan de onderhoudsbehandeling met ICS. Formoterol heeft een snel intredende werking, dit heeft als voordeel dat astma-aanvallen sneller gecoupeerd kunnen worden. Vanwege het lang aanhoudende effect van formoterol bestaat er bij frequent ‘zo nodig’-gebruik (in plaats van een kortwerkende luchtwegverwijder) kans op langer aanhoudende bijwerkingen (o.a. tachycardie, tremor).

Voor formoterol is voor de indicatie profylaxe van door inspanning of koude lucht geïnduceerd astma geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

COPD: De belangrijkste stappen bij de behandeling van COPD zijn stoppen met roken en voldoende bewegen. In eerste instantie (bij een lichte ziektelast) start met een kortwerkende luchtwegverwijder: ipratropium of een β2-sympathicomimeticum. Bij aanhoudende klachten en/of exacerbaties is onderhoudsbehandeling met een langwerkende luchtwegverwijder (parasympathicolyticum, β2-sympathicomimeticum, bv. formoterol) aangewezen. Bij frequente ernstige exacerbaties (≥ 2 behandelingen/jaar of ≥ 1 ziekenhuisopname/jaar) kan naast de langwerkende luchtwegverwijder een proefbehandeling met inhalatiecorticosteroïden worden gestart. Bij de keuze van een inhalator spelen patiëntgebonden factoren, zoals coördinatie en inspiratiekracht, een belangrijke rol voor het behalen van een optimaal effect.

Bij astma en COPD is voor een optimaal effect van geneesmiddelen een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Bij de keuze van een inhalator speelt de voorkeur van de patiënt een belangrijke rol. Bij volwassenen en kinderen vanaf zeven jaar verdienen poederinhalatoren de voorkeur. Zij zijn even effectief als aerosolen en geven minder aanleiding tot een niet juiste uitvoering van de inhalatie. Voor kinderen tot zeven jaar en patiënten met een geringe inspiratiekracht (bv. longemfyseem) blijft echter een aerosol met inhalatiekamer gewenst.

Indicaties

  • In combinatie met inhalatiecorticosteroïden bij een onderhoudsbehandeling van astma;
  • Profylaxe van door inspanning of koude lucht geïnduceerde bronchospasmen;
  • Onderhoudsbehandeling van COPD.

Dosering

Indien de astmasymptomen onder controle zijn, overwegen om de dosis geleidelijk te verlagen. Gebruik de laagst effectieve dosis. Bij verlaging van de dosis de patiënt regelmatig controleren.

Klap alles open Klap alles dicht

Onderhoudsbehandeling astma:

Volwassenen:

6–12 microg 1–2×/dag (’s morgens en/of ’s avonds); in ernstige gevallen 24 microg 1–2×/dag; max. 48 microg/dag. Indien nodig kan ter verlichting van acute bronchoconstrictie 6–12 microg extra worden genomen; de totale dosering (onderhoudsdosering + zo nodig) is max. 36 microg/keer en 72 microg/dag.

Kinderen ≥ 6 jaar:

12 microg 1–2×/dag (’s morgens en/of ’s avonds); max. 24 microg/dag. Indien nodig kan ter verlichting van acute bronchoconstrictie 6–12 microg extra worden genomen; de totale dosering (onderhoudsdosering + zo nodig) is max. 12 microg/keer en 32 microg/dag.

Profylaxe inspannings- of door kou geïnduceerd astma:

Volwassenen:

12 microg circa 15 min voor inspanning of blootstelling aan koude lucht inhaleren. Bij ernstig astma kan 24 microg nodig zijn.

Kinderen ≥ 6 jaar:

6–12 microg circa 15 min voor inspanning of blootstelling aan koude lucht inhaleren.

Onderhoudsbehandeling COPD:

6–12 microg 1–2×/dag (’s morgens en/of ’s avonds); max. 24 microg/dag. Indien nodig kunnen extra inhalaties worden genomen; de totale dosering (onderhoudsdosering + zo nodig) is max. 24 microg/keer en 48 microg/dag. Bij nachtelijke symptomen evt. als één enkele toediening bij het naar bed gaan.

De aerosol voor gebruik goed schudden.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): (dosis-afhankelijk) tremor (vooral van de handen), hoofdpijn, palpitaties, duizeligheid, spierkramp, misselijkheid, hoesten.

Soms (0,1–1%): palpitaties, tachycardie, ritmestoornissen (zoals atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, tachyaritmie en extrasystolen), angina pectoris, verandering in de bloeddruk, hypokaliëmie, hyperglykemie, spierpijn agitatie, rusteloosheid, angst, nervositeit, slaapstoornis, smaakstoornis, keelirritatie, droge mond, jeuk, exantheem, zweten, paradoxale bronchospasmen, overgevoeligheidsreacties (zoals urticaria, angio-oedeem), jeuk.

Zelden (0,01-0,1%): nefritis.

Zeer zelden (< 0,01%): trombocytopenie, verlenging van het QT-interval, perifeer oedeem, dyspneu, gedragsstoornissen, hallucinaties en vooral bij kinderen tot 12 jaar overprikkelbaarheid en hyperactiviteit.

Verder is gemeld: huiduitslag.

Behandeling met β2-sympathicomimetica kan resulteren in een toename van insuline, vrije vetzuren, glycerol en ketonlichamen in het bloed.

Interacties

β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van formoterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.

Een additief effect kan optreden in combinatie met andere sympathicomimetica (zoals andere β2-sympathicomimetica en efedrine) of met anticholinergica.

Bij gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden is er meer kans op hyperglykemie.

Hypokaliëmie kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline; controleer de kaliumspiegel. Als gevolg van hypokaliëmie kan het effect van digoxine worden versterkt; aritmieën kunnen optreden.

Bij anesthesie met gehalogeneerde koolwaterstoffen is er meer kans op aritmieën; formoterol ten minste 12 uur voorafgaand aan de anesthesie niet toedienen. Theoretisch is er meer kans op ventriculaire aritmieën bij combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren in zeer hoge doses vroegtijdig vruchtverlies, verminderde overlevingskansen in vroege postnatale periode en lager geboortegewicht.
Farmacologisch effect: Hoge doses aan het einde van de zwangerschap kunnen weeënremming en β-mimetische effecten zoals tachycardie en hypoglykemie bij de neonaat veroorzaken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate (bij dieren).
Advies: Indien gebruik van een langwerkend β2-sympathicomimeticum is geïndiceerd kan formoterol worden toegepast, mits onder observatie van de zuigeling (voor β2-specifieke effecten als tachycardie en hyperglykemie).

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor sympathicomimetica;
  • Hypokaliëmie.

Waarschuwingen

Langwerkende β2-sympathicomimetica zijn niet geschikt voor de verlichting van acuut astma. In ieder geval bij astma moet formoterol worden gecombineerd met inhalatiecorticosteroïden. Toenemend gebruik van formoterol of kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een vermindering van de controle; het behandelschema dient te worden aangepast. De behandeling niet beginnen bij een aanzienlijke verergering of acuut verslechterend astma.

Bij hypoxie, die bijvoorbeeld bij ernstige exacerbatie van astma kan optreden, is er meer kans op hypokaliëmie; controleer de serumkaliumspiegel.

Terughoudend doseren bij de volgende aandoeningen: ernstige hypertensie, aritmieën (in het bijzonder derdegraads AV-blok), idiopathische subvalvulaire aortastenose, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, aneurysma, ischemisch hartlijden, ernstig hartfalen, feochromocytoom, refractaire diabetes mellitus en hyperthyreoïdie.

Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontroles uitvoeren bij begin van de behandeling.

Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden.

Bij optreden van paradoxale bronchospasmen de therapie staken en op een andere behandeling overgaan.

Overdosering

Symptomen
Effecten die kenmerkend zijn voor β2-sympathicomimetica, zoals tremor, hoofdpijn en palpitaties. Gemeld zijn na overdosering: tachycardie, hyperglykemie, hypokaliëmie, verlengd QT-interval, ventriculaire aritmieën, metabole acidose, misselijkheid, braken en sufheid.

Therapie
De cardiale verschijnselen kunnen met een cardioselectieve β-blokker worden behandeld, maar voorzichtig doseren in verband met de kans op bronchospasmen.

Eigenschappen

Selectief lang werkend β2-sympathicomimeticum. Werking: binnen 1–3 min. Werkingsduur: tot ca. 12 uur.

Kinetische gegevens

Metaboliseringin de lever voornamelijk door directe glucuronidering.
Eliminatiehoofdzakelijk als metabolieten met de urine; 6–10% onveranderd.
T 1/2elna inhalatie ca. 10 uur.