Salbutamol (inhalatie)

Publish

Samenstelling

Airomir (als sulfaat) Teva Pharmaceuricals Europe bv

Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij ’Autohaler’
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses

Salamol (als sulfaat) Teva Pharmaceuricals Europe bv

Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Steri-Neb’
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Steri-Neb’
Sterkte
2  mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml

Salbutamol Inhalatie (als sulfaat) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Dosisaerosol ’Redihaler’ CFK-vrij
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Novolizer’
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder in patroon ’Cyclocaps’
Sterkte
200 microg, 400 microg
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Steri-Neb’
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Steri-Neb’
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
30 ml

Conserveermiddel (in deze vernevelvloeistof): benzalkoniumchloride 100 microg/ml.

Ventolin inhalatie (als sulfaat) GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij ’Inhalator’
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij ’Babyhaler’
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Dosisaerosol CFK-vrij ’Volumatic’
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
200 doses
Toedieningsvorm
Inhalatiepoeder ’Diskus’
Sterkte
200 microg/dosis
Verpakkingsvorm
60 doses
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Nebules’
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof ’Nebules’
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
2,5 ml
Toedieningsvorm
Vernevelvloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml

Conserveermiddel (in deze vernevelvloeistof): benzalkoniumchloride 100 microg/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

salbutamol (inhalatie) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Niet-medicamenteuze adviezen bij astma bestaan uit stoppen met roken, voldoende beweging, vermijding van prikkels en gewichtsreductie bij obesitas. Bij minder frequente astmaklachten (≤ 2×/week) is ’zo nodig’-gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum (zoals salbutamol) aangewezen. Bij frequentere klachten (≥ 3×/week) en vaker gebruik van een kortwerkend β2-sympathicomimeticum, is onderhoudsbehandeling met een inhalatiecorticosteroïd (ICS) geïndiceerd. Indien hiermee onvoldoende astmacontrole wordt bereikt, kan een langwerkend β2-sympathicomimeticum worden toegevoegd aan de onderhoudsbehandeling met ICS.

Bij een niet-ernstige exacerbatie van astma wordt een kortwerkend β2-sympathicomimeticum gegeven. Bij volwassenen kan bij een niet-ernstige exacerbatie ook een tijdelijke verhoging van de inhalatiecorticosteroïden worden overwogen. Bij een ernstige exacerbatie van astma wordt salbutamol en eventueel ipratropium (via dosisaerosol of verneveling) gegeven. Tevens wordt een kuur met een oraal corticosteroïd (prednisolon) gegeven. Bij patiënten met ernstige dyspneu én slikproblemen, kan éénmalig dexamethason i.m. worden toegediend.

Bij COPD zijn de belangrijkste stappen bij de behandeling: stoppen met roken en voldoende bewegen. In eerste instantie (bij een lichte ziektelast) start met een kortwerkende luchtwegverwijder: ipratropium of een β2-sympathicomimeticum (zoals salbutamol). Bij aanhoudende klachten en/of exacerbaties is onderhoudsbehandeling met een langwerkende luchtwegverwijder (parasympathicolyticum, β2-sympathicomimeticum) aangewezen. Bij frequente ernstige exacerbaties (≥ 2 behandelingen/jaar of ≥ 1 ziekenhuisopname/jaar) kan naast de langwerkende luchtwegverwijder een proefbehandeling met inhalatiecorticosteroïden worden gestart. Bij de keuze van een inhalator spelen patiëntgebonden factoren, zoals coördinatie en inspiratiekracht, een belangrijke rol voor het behalen van een optimaal effect.

Bij een niet-ernstige exacerbatie van COPD wordt bij onvoldoende effect van luchtwegverwijders in maximale dosering, een oraal corticosteroïd (prednisolon) gegeven. Bij een ernstige exacerbatie van COPD wordt salbutamol en eventueel ipratropium (via dosisaerosol of verneveling) gegeven. Tevens wordt een kuur met een oraal corticosteroïd (prednisolon) gegeven. Bij patiënten met ernstige dyspneu én slikproblemen, kan éénmalig dexamethason i.m. worden toegediend.

Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij astma en chronisch obstructieve longziekte (COPD) is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Bij de keuze van een inhalator speelt de voorkeur van de patiënt een belangrijke rol. Bij volwassenen en kinderen vanaf 7 jaar verdienen poederinhalatoren de voorkeur. Zij zijn even effectief als dosisaerosolen en geven minder aanleiding tot een niet juiste uitvoering van de inhalatie. Voor kinderen tot 7 jaar en patiënten met een geringe inspiratiekracht (bv. bij COPD) blijft echter een dosisaerosol met inhalatiekamer (bv. ’Babyhaler’, ’Volumatic’) gewenst.

Indicaties

  • Bronchospasmen bij astma en COPD.
  • Profylaxe van inspannings- en allergeen-geïnduceerd astma.
  • Acute exacerbaties van astma of COPD; status asthmaticus.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Astma:

Volwassenen:

Inhalatiepoeder ’Cyclocaps’ 200–400 microg, zo nodig 3–4×/dag, max. 1600 microg/dag.

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

Inhalatiepoeder ’Diskus’ 200 microg, max. 800 microg per dag; inhalatiepoeder ’Novolizer’ 100 microg, max. 800 microg per dag; dosisaerosol 100–200 microg, zo nodig maximaal 800 microg per dag.

Kinderen 0–18 jaar:

Inhalatiepoeder ’Cyclocaps’ 200 microg, zo nodig 3–4×/dag, max. 800 microg/dag.

Kinderen 4–11 jaar:

Inhalatiepoeder ’Diskus’ of dosisaerosol 100–200 microg, inhalatiepoeder ’Novolizer’ voor kinderen vanaf 6 jaar 100 microg; zo nodig maximaal 4×/dag.

Kinderen < 4 jaar:

Dosisaerosol 100 microg via de Babyhaler, zo nodig na 5 min herhalen.

Profylaxe inspannings- of allergeen-geïnduceerd astma:

Algemene informatie:

Toedienen 10–15 minuten vóór de inspanning of blootstelling.

Volwassenen:

Inhalatiepoeder ’Cyclocaps’ 200–400 microg, zo nodig 3–4×/dag, max. 1600 microg/dag.

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

Dosisaerosol, inhalatiepoeder ’Novolizer’ of ’Diskus’ 200 microg.

Kinderen 0–18 jaar:

Inhalatiepoeder ’Cyclocaps’ 200 microg, zo nodig 3–4×/dag, max. 800 microg/dag.

Kinderen 4–11 jaar:

Inhalatiepoeder ’Diskus’ 200 microg, dosisaerosol 100 microg, zo nodig 200 microg. Kinderen 6–11 jaar: inhalatiepoeder ’Novolizer’ 100 microg.

COPD:

Volwassenen:

Inhalatiepoeder ’Cyclocaps’ 200–400 microg, max. 1600 microg per dag; inhalatiepoeder ’Diskus’ 200 microg, max. 800 microg per dag; inhalatiepoeder ’Novolizer’ 100 microg, max. 800 microg per dag; dosisaerosol 100–200 microg, zo nodig maximaal 800 microg per dag.

Exacerbaties/Status asthmaticus (vernevelvloeistof):

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

intermitterende toediening onverdunde vernevelvloeistof: 10 mg gedurende 3–5 minuten toedienen (of tot aerosolvorming stopt) door middel van een positieve-drukventilator, zo nodig max. 4× herhalen. Intermitterende toediening verdunde vernevelvloeistof: 2,5–5 mg verdunnen tot een eindvolume van 2 of 2,5 ml, toedienen met een geschikte vernevelaar gedurende ca. 10 minuten (of tot aerosolvorming stopt). Zo nodig de dosering verhogen tot 5 mg, max. 4×/dag toepassen.Nebules: 2,5 mg toedienen gedurende 3 min in zuurstofrijke lucht door middel van een positieve-drukventilator. Zo nodig de dosering verhogen tot 5 mg, max. 4×/dag toepassen. Bij ernstige luchtwegobstructie bij volwassenen tot 40 mg/dag onder medisch toezicht in een ziekenhuis. Continue toediening vernevelvloeistof: de vernevelvloeistof verdunnen tot 50–100 microg/ml en toedienen met een geschikte vernevelaar (Bird, Puritan, De Vilbiss of andere vernevelaar in combinatie met een geschikt gelaatsmasker). Bij ernstige bronchospasmen heeft een positieve drukventilator met zuurstofrijke lucht de voorkeur; de toedieningssnelheid is 1–2 mg/uur.

Kinderen 1,5–11 jaar:

Intermitterende toediening verdunde vernevelvloeistof: 2,5 mg verdunnen tot een eindvolume van 2 of 2,5 ml, toedienen met een geschikte vernevelaar gedurende ca. 10 minuten (of tot aerosolvorming stopt). Zo nodig de dosering verhogen tot 5 mg, max. 4×/dag toepassen. Nebules: 2,5 mg toedienen gedurende 3 min in zuurstofrijke lucht door middel van een positieve-drukventilator. Zo nodig de dosering verhogen tot 5 mg; max. 4×/dag toepassen.

Ernstige exacerbaties bij astma en COPD (dosisaerosol):

Volwassenen:

Volgens de NHG-Standaard Astma bij volwassenen en COPD: Dosisaerosol: 100 microg/keer in voorzetkamer; 5× inademen. Procedure na enkele minuten 4-10× herhalen. Bij onvoldoende effect combineren met ipratropium#doseringen dosisaerosol.

Kinderen:

Volgens de NHG-Standaard Astma bij kinderen: Dosisaerosol: 100 microg/keer in voorzetkamer; 4-8 inhalaties (1 inhalatie per keer; 5× inademen). Procedure na een kwartier herhalen.

De vernevelvloeistof toepassen bij acute behandeling van exacerbaties van astma en COPD bij voldoende ’tidal volume’ (ca. 400 ml); bij status asthmaticus dient men de vernevelvloeistof toe met positieve drukbeademing ná intubatie.

De nebules zijn bedoeld voor onverdund gebruik, de vernevelvloeistof verdunnen met fysiologische zout tot een eindvolume van 2–2,5 ml.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): tachycardie, hoofdpijn, duizeligheid, zweten, rusteloosheid. Brandend gevoel van de tong, hoesten, smaakverandering (slechte, onprettige of ongebruikelijke smaak), misselijkheid. Fijne tremor van handen en vingers (vooral bij hoge doses).

Soms (0,1–1%): palpitaties. Spierkrampen. Irritatie van mond en keel.

Zelden (0,01-0,1%): verhoogde of verlaagde bloeddruk, perifere vaatverwijding, compensatoire stijging van de hartfrequentie, angina pectoris. Hoesten. Hypokaliëmie, hyperglykemie.

Zeer zelden (< 0,01%): paradoxale bronchospasmen, overgevoeligheidsreacties (dermatitis, jeuk, urticaria en erytheem, angio-oedeem). collaps, hartritmestoornissen (incl. atriumfibrillatie, supraventriculaire tachycardie en extrasystolen), lactaatacidose (na verneveling van hoge doses, voornamelijk bij een acute exacerbatie van astma). Nefritis. Trombocytopenie. Vooral bij kinderen: hyperactiviteit, overprikkelbaarheid, slaapstoornissen en hallucinaties.

Verder zijn gemeld: myocardischemie. Tandcariës.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) vermijden, vanwege de antagonerende werking met salbutamol.

Gelijktijdig gebruik van vernevelde salbutamol en ipratropiumbromide kan een aanval van nauwe-kamerhoekglaucoom veroorzaken.

Een additief effect kan optreden in combinatie met andere sympathicomimetica.

Bij gelijktijdig gebruik van corticosteroïden is er meer kans op hyperglykemie.

Gelijktijdig gebruik met diuretica, corticosteroïden of theofylline kan leiden tot hypokaliëmie. Als gevolg van hypokaliëmie kan het effect van digoxine worden versterkt.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens ruime ervaring; geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij systemisch gebruik kan foetale tachycardie ontstaan. Bij inhalatie van salbutamol wordt slechts een geringe hoeveelheid systemisch opgenomen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja; een effect bij de zuigeling is echter onwaarschijnlijk vanwege de geringe opname na inhalatie.
Farmacologisch effect: Jarenlange ervaring met inhalatie van salbutamol tijdens het geven van borstvoeding laat geen nadelige effecten bij de zuigeling zien.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Inhalatie-β2-sympathicomimetica dienen als ’zo nodig’ te worden toegepast. Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verslechtering van de controle; het behandelschema dient te worden aangepast.

Bij optreden van paradoxale bronchospasmen het gebruik direct stoppen en een ander type snelwerkende bronchusverwijder gebruiken.

Gebruik van hoge doses vermijden bij hypertensie en hyperthyreoïdie. Vanwege kans op hyperglykemie voorzichtig zijn bij verminderde glucosetolerantie en manifeste diabetes mellitus.

Bij verneveling de plasmakaliumspiegel volgen, vanwege de kans op potentieel ernstige hypokaliëmie. Hypoxie vermeerdert de kans op hypokaliëmie. Bij verneveling tevens controleren op het ontstaan van een stijging van de serumlactaatwaarden en daaruit voortvloeiende metabole acidose (m.n. na toediening van hoge doses bij een acute exacerbatie van astma).

In verband met mogelijk optreden van tandcariës bij kinderen letten op goede mondhygiëne en regelmatig het gebit laten controleren.

Wees voorzichtig bij hartaandoeningen zoals ernstig hartfalen, ritmestoornissen en ischemisch hartlijden, omdat sympathicomimetica cardiovasculaire bijwerkingen kunnen hebben. Bij bestaand hartlijden de patiënt erop wijzen dat deze contact met de arts opneemt bij het optreden van pijn in de borststreek of andere symptomen van verergering van de hartaandoening. Gebruik bij aangeboren lange-QT-intervalsyndroom (LQTS) wordt ontraden.

Bij toediening per Volumatic komt in vergelijking met de gewone dosisaerosol meer salbutamol in de longen; houdt hiermee rekening bij de dosering. Bij de Airomir dosisaerosolen vóór het eerste gebruik èn indien de dosisaerosol gedurende twee of meer weken niet is gebruikt de eerste vier pufjes niet inhaleren, maar in de lucht sprayen. Het conserveermiddel benzalkoniumchloride (in de vernevelvloeistof) kan bronchoconstrictie geven.

Overdosering

Symptomen
Cardiovasculaire symptomen: tachycardie, palpitaties, hypo- of hypertensie, beklemd gevoel op de borst, aritmieën (vooral bij hypokaliëmie). Centrale symptomen: sterke tremoren (met name van de handen, maar ook van het hele lichaam), misselijkheid, duizeligheid, rusteloosheid, slapeloosheid, en soms psychotische reacties. Verder kunnen optreden: hypokaliëmie, hyperglykemie, hyperlipidemie en hyperketonemie.

Therapie
zie voor de behandeling de monografie op vergiftigingen.info.

Eigenschappen

β-Sympathicomimeticum met selectieve werking op de β2-adrenerge receptoren. De dosisaerosol kan worden voorzien van een ’Babyhaler’ of ’Volumatic’ (inhalatiekamer); de ’Babyhaler’ is bedoeld voor kinderen van 0–4 jaar. Werking: binnen 5 min na inhalatie, max. na 30–90 min. Werkingsduur: 4–6 uur, bij profylaxe inspanningsastma ca. 2 uur.

Kinetische gegevens

Resorptiede fractie in de longen (en de per abuis ingeslikte fractie) worden goed geresorbeerd.
Overiggroot first-pass-effect (vnl. in de darmwand).
Eliminatievnl. via de nieren.
T 1/2elca. 4 uur.