Metronidazol

Publish

Samenstelling

Flagyl Sanofi-Aventis

Toedieningsvorm
Ovule
Sterkte
500 mg

Flagyl (als benzoaat) Sanofi-Aventis

Toedieningsvorm
Suspensie
Sterkte
40 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

Bevat tevens: alcohol 96% (8 mg/ml), saccharose.

Metronidazol Infusie/Tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 100 ml

Bevat tevens: natrium 4 mg/ml.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
250 mg, 500 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

metronidazol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij de behandeling van Trichomonas-infecties verdient een orale, eenmalige toediening de voorkeur. Mede op grond van de prijs komt metronidazol als eerste in aanmerking. De Commissie wijst op het belang de partner bij Trichomonas-infecties mede te behandelen ter preventie van recidief.

Proctocolitis, leverabces en giardiasis veroorzaakt door amoeben: hierbij is behandeling met metronidazol eerste keus.

Voor anaerobe infecties zijn metronidazol en clindamycine middelen van eerste keus.

Bij acute faryngotonsillitis is bestrijding van de pijn met paracetamol, eerste keus. Antibiotica zijn zelden geïndiceerd. Bij ernstige faryngotonsillitis, bij immuundeficiëntie of op advies van de GGD kan gekozen worden voor een smalspectrum penicilline zoals feneticilline of fenoxymethylpenicilline. Bij een penicilline-overgevoeligheid is azitromycine gedurende drie dagen eerste keus. Bij een peritonsillair infiltraat of bij onvoldoende effect van een behandeling met smalspectrum penicillinen wordt gekozen voor amoxicilline/clavulaanzuur. Zie evt. acute faryngotonsillitis.

Bij door H. pylori veroorzaakte peptische ulcera is metronidazol een alternatief voor amoxicilline (bij penicilline-allergie) en claritromycine. Zie peptische ulcera.

Voor metronidazol is voor de overige indicaties geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Omdat dit geneesmiddel voor meerdere indicaties in uiteenlopende doseringen kan worden voorgeschreven én er sprake is van een smalle therapeutische breedte of risico van ernstige bijwerkingen (toxiciteit), dient volgens de Regeling Geneesmiddelenwet de reden van voorschrijven op het recept te worden vermeld.

Indicaties

Infecties veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor metronidazol:

  • urethritis en vaginitis veroorzaakt door Trichomonas vaginalis (trichomoniasis) of Gardnerella vaginalis (bacteriële vaginose);
  • giardiasis;
  • amoebiasis;
  • anaerobe infecties (op geleide van gevoeligheidsonderzoek) zoals diarree veroorzaakt door Clostridium difficile, of acute necrotiserende ulceratieve tonsillitis of gingivitis (angina van Plaut-Vincent);
  • Offlabel: Eradicatie van Helicobacter pylori.

Profylaxe van:

  • postoperatieve infecties door anaerobe micro-organismen zoals Bacteroides spp. en anaerobe streptokokken.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Trichomoniasis:

Volwassenen en adolescenten:

Oraal (tabletten of suspensie): beide partners: een eenmalige dosis van 2000 mg óf 200 mg 3×/dag gedurende 7 dagen óf 400 mg 2×/dag gedurende 5–7 dagen. Zie ook rubriek Advies.

Volgens de SWAB-richtlijn trichomonas vaginitis bij een leeftijd ≥ 18 jaar: oraal 2000 mg eenmalig. Bij re-infectie of onvoldoende respons oraal 500 mg 2×/dag gedurende 7 dagen.

Vaginaal (bij slecht verdragen van de tabletten): 500 mg 1×/dag ’s avonds diep in de vagina brengen (volgens de fabrikant) gedurende 10 dagen. Volgens de Multidisciplinaire richtlijn Seksueel overdraagbare aandoeningen voor de 2e lijn en volgens de SWAB-richtlijn trichomonas vaginitis (SWAB: ≥ 18 jaar; bij re-infectie of onvoldoende respons op orale therapie) volstaat 7 dagen.

Kinderen < 10 jaar:

Oraal: volgens de fabrikant: 15–30 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2–3 giften gedurende 7 dagen óf een eenmalige dosis van 40 mg/kg lichaamsgewicht, max. 2000 mg per dosis. Het Kinderformularium van het NKFK vermeld deze dosering voor de leeftijd van 1 maand tot 18 jaar en daarnaast dat geen onderzoek is verricht naar het gebruik van metronidazol bij kinderen voor deze indicatie.

Gardnerella vaginalis:

Volwassenen:

Oraal (tabletten of suspensie): 500 mg 2×/dag gedurende 7 dagen.

Kinderen 12–18 jaar:

Oraal (suspensie of tabletten): 400 mg 2×/dag gedurende 5–7 dagen óf een eenmalige dosis van 2000 mg.

Giardiasis:

Algemene richtlijn: oraal: 15–40 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2–3 giften.

Volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar:

Oraal (suspensie of tabletten): 400 mg 3×/dag gedurende 5 dagen óf 500 mg 2×/dag gedurende 7–10 dagen óf 2000 mg 1×/dag gedurende 3 dagen.

Kinderen < 10 jaar:

Oraal (suspensie of tabletten): 1–3 jaar: 500 mg 1×/dag gedurende 3 dagen; 3–7 jaar: 600–800 mg 1×/dag gedurende 3 dagen; 7–10 jaar: 1000 mg 1×/dag gedurende 3 dagen.

Amoebiasis:

Volgens de fabrikant: algemene richtlijn: oraal: 35–50 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 giften gedurende 5–10 dagen, maximaal 2400 mg/dag.

Volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar:

Volgens de fabrikant: oraal (suspensie of tabletten): 400–800 mg 3×/dag gedurende 5–10 dagen.

Kinderen < 10 jaar:

Volgens de fabrikant: oraal (suspensie of tabletten): 1–3 jaar: 100–200 mg 3×/dag gedurende 5–10 dagen; 3–7 jaar: 100–200 mg 4×/dag gedurende 5–10 dagen; 7–10 jaar: 200–400 mg 3×/dag gedurende 5–10 dagen.

Kinderen van 1 maand tot 18 jaar:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK bij deze indicatie: 35–50 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 giften gedurende 5–10 dagen, maximaal 2400 mg/dag.

Anaerobe infecties en angina van Plaut-Vincent:

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:

Oraal (tabletten of suspensie): 750 mg 3×/dag óf 500 mg 3–4×/dag gedurende 7 dagen, zo nodig langer.

I.v. als infusie: 20–25 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 3 doses. Voor volwassenen is dit 500 mg 3×/dag (elke 8 uur). Zodra het mogelijk is, overschakelen op de orale medicatie. Behandelduur: gewoonlijk 7 dagen.

Kinderen ≥ 8 weken tot 12 jaar:

Oraal (suspensie of tabletten): 20–30 mg/kg lichaamsgewicht 1×/per dag óf 7,5 mg/kg lichaamsgewicht 3×/dag (elke 8 uur). Maximaal 40 mg/kg lichaamsgewicht per dag. Behandelduur: gewoonlijk 7 dagen.

I.v. als infusie: 7,5 mg/kg lichaamsgewicht 3×/dag (elke 8 uur). Zodra mogelijk overschakelen op de orale medicatie. Behandelduur: gewoonlijk 7 dagen.

Kinderen < 8 weken (incl. à terme neonaten):

Oraal (suspensie): 15 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag óf 7,5 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag (elke 12 uur).

I.v. als infusie: 20 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 2 doses. Bij neonaten, geboren na een zwangerschapsduur < 40 weken, kan accumulatie van metronidazol optreden gedurende de eerste levensweek. Bij voorkeur na enkele dagen van behandeling de serumconcentratie metronidazol controleren. Mogelijk zijn lagere doses noodzakelijk.

Als profylaxe:

Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:

Oraal: pre-operatief (tabletten of suspensie): 1 g als één enkele dosis, gevolgd door 500 mg 3×/dag (elke 8 uur). Bij gynaecologische ingrepen postoperatief zonodig nog 500 mg 3×/dag (gedurende 24 uur).

I.v. als infusie: 500 mg vlak vóór, gedurende of direct na de operatie, gevolgd door 500 mg 8 uur en 16 uur postoperatief. Bij colonchirurgie kan ook 1500 mg als eenmalige dosis gegeven worden, 1 uur vóór de operatie.

Kinderen < 12 jaar:

Oraal (suspensie of tabletten): 20–30 mg/kg lichaamsgewicht als één enkele dosis, 2–3 uur vóór de ingreep. Bij neonaten (geboren na een zwangerschapsduur < 40 weken) 10 mg/kg als één enkele dosis, 2–3 uur vóór de ingreep.

I.v. als infusie: 7,5 mg/kg lichaamsgewicht, gevolgd door dezelfde dosis elke 8 uur zolang dit nodig is.

Offlabel: Helicobacter pylorie-eradicatie:

Volwassenen:

Oraal (tabletten of suspensie): tripeltherapie met een protonpompremmer én amoxicilline óf claritromycine: 400–500 mg 2–3× per dag gedurende 1 week.

Kinderen:

Oraal (suspensie of tabletten): tripeltherapie met een protonpompremmer én amoxicilline óf claritromycine: Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 20 mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2 doses, gedurende 1 week.

Bij ernstige leverfunctiestoornissen: de dagelijkse dosering verlagen tot 1/3 van de gebruikelijke dosering, toe te dienen in 1 gift.

Bij hemodialyse: metronidazol en metabolieten worden gedurende een 8 uur durende hemodialyse volledig geëlimineerd; metronidazol daarom direct na de hemodialyse toedienen.

Overig: In vitro testen met niet-humaan materiaal hebben mutagene en karyotoxische eigenschappen van metronidazol laten zien; alleen op strikte indicatie een behandelduur van 10 dagen overschrijden.

Toedieningsinformatie: De tabletten innemen tijdens of na een maaltijd. De suspensie schudden voor gebruik. De infusievloeistof niet met andere geneesmiddelen mengen. De infuussnelheid is 5 ml/min.

Bijwerkingen

Vaak: (1-10%): superinfecties met bijvoorbeeld Candida.

Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie (incl. anafylactische shock). ECG-veranderingen zoals afvlakking van de T-top.

Zeer zelden (< 0,01%): allergische huidreacties zoals jeuk, urticaria, Stevens-Johnsonsyndroom. (Reversibele) symptomen van encefalopathie (bv. verwardheid) en subacuut cerebellair syndroom (bv. ataxie, dysartrie, tremor en nystagmus). Psychotische stoornissen, hallucinaties. Pseudomembraneuze colitis. Hepatitis (cholestatisch, hepatocellulair of gemengd), icterus. (Reversibele) pancreatitis. Myalgie, artralgie. (Reversibele) stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, bilirubine). Agranulocytose, neutropenie, voorbijgaande leukopenie, trombocytopenie, pancytopenie.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem. Koorts. Beslagen tong en tongverkleuring (mogelijk als gevolg van een Candida-infectie), harige tong, glossitis, stomatitis, smaakstoornis (onaangename metaalsmaak, bittere smaak), anorexie, misselijkheid, braken, epigastrische pijn, diarree. Dysfagie (veroorzaakt door effecten op het CZS). Leverfalen (wanneer gebruikt in combinatie met een ander antibioticum). Hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, coördinatiestoornissen (ataxie), (bij intensieve of langdurige behandeling) perifere neuropathie of voorbijgaande epileptiforme aanvallen, myoclonus, aseptische meningitis. Depressie, prikkelbaarheid. Voorbijgaande visusstoornissen (diplopie, myopie, wazig zien, veranderingen in kleurenzien), opticus neuropathie/neuritis, oculogyrische crisis. Beschadiging/verlies van gehoor (incl. sensineuraal gehoorverlies), tinnitus. Somberheid. Overmatig blozen, huiduitslag, ’fixed drug eruption’, toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme. Tromboflebitis. Aplastische anemie. Donkerverkleuring van urine (door metabolieten).

Interacties

De antimicrobiële werkzaamheid kan verminderen door comedicatie met fenobarbital of fenytoïne.

Proteaseremmers en cimetidine kunnen de plasmaspiegel van metronidazol verhogen.

De werking van vitamine K-antagonisten kan worden versterkt. Metronidazol kan de plasmaspiegels verhogen van lithium (nefrotoxische reacties), busulfan en 5-fluoro-uracil (toxiciteit met ernstige gevolgen). Ook de serumspiegel van ciclosporine kan toenemen; de serumspiegel zorgvuldig volgen evenals de creatininespiegel.

Bij gelijktijdig gebruik van metronidazol en disulfiram zijn psychotische reacties gemeld.

Combinatie met orale geneesmiddelen met alcohol of propyleenglycol (sommige dranken en capsules) tijdens en gedurende ten minste 48 uur na beëindiging van de behandeling vermijden vanwege de mogelijkheid van een disulfiram-achtige reactie met versnelde hartslag, rood aanlopen, hevige transpiratie, hoofdpijn en braken.

Zwangerschap

Metronidazol passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens laten gegevens over een groot aantal zwangerschappen geen toename zien van het aantal aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, met een concentratie gelijk aan de plasmaconcentratie van de moeder. Na eenmalige toediening wordt de hoogste concentratie bereikt na 2–4 uur. De melk kan een onaangename metaalsmaak krijgen.
Farmacologisch effect: De halfwaardetijd bij zuigelingen is verlengd (35–74 uur), waardoor stapeling kan optreden. Er zijn echter geen duidelijke aanwijzingen voor nadelige effecten op de zuigeling.
Advies: Kan als een eenmalige dosis worden gebruikt. Bij meerdaagse kuren eventueel de borstvoeding onderbreken tot 12 uur na inname, indien de borst geweigerd wordt (vanwege de mogelijke metaalsmaak).

Contra-indicaties

  • (voorgeschiedenis van) bloeddyscrasieën;
  • neurologische aandoeningen;
  • overgevoeligheid voor (nitro-)imidazoolderivaten.

Waarschuwingen

Geen alcoholische dranken gebruiken tijdens en gedurende ten minste 48 uur na beëindiging van de behandeling vanwege de mogelijkheid van een disulfiram-achtige reactie met braken, hoofdpijn, versnelde hartslag, hevige transpiratie en rood aanlopen.

Gardnerella is vooral gevoelig voor de hydroxymetaboliet, zodat alleen orale toediening in aanmerking komt.

Bij anaerobe infecties door Clostridia de behandeling combineren met penicilline.

Indien bij trichomoniasis slechts één van de partners wordt behandeld, moeten zij zich van seksueel contact onthouden. Na eliminatie van Trichomonas vaginalis kan een gonokokkeninfectie persisteren.

Wees voorzichtig bij ernstige leverfunctiestoornissen vanwege mogelijke stapeling van metronidazol; lager doseren is noodzakelijk (zie onderin de rubriek Dosering). Ernstige hepatotoxicteit en acuut leverfalen (soms met fatale afloop) zijn gemeld bij patiënten met het syndroom van Cockayne; in deze populatie de leverfunctie controleren voor aanvang, tijdens en na afloop van de behandeling. Wees alert op de eerste tekenen van potentiële leverbeschadiging en staak de behandeling bij het optreden hiervan.

Gelijktijdig gebruik van de ovules en latex condooms of pessaria kan leiden tot scheuren van het latex.

De metabolieten kunnen de urine donkerbruin kleuren.

Overdosering

Symptomen
maag-darmklachten, ataxie.

Therapie
er is geen specifiek antidotum.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met metronidazol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum..

Eigenschappen

Nitro-imidazoolderivaat. Metronidazol heeft zelf géén antimicrobiële werking. Onder anaerobe omstandigheden worden vanuit metronidazol nitrosoradicalen gevormd door microbiële enzymen (pyruvaat-ferridoxine oxidoreductase). Deze radicalen binden aan het microbiële DNA wat leidt tot breuken in het DNA en celdood.

Gewoonlijk gevoelig zijn: niet-obligaat aerobe Gram-positieve micro-organismen, Bacteroides fragilis, Clostridium difficile, Clostridium perfringens, Eubacterium spp., Fusobacterium spp., Peptococcus spp., Peptostreptococcus spp., Porphyromonas spp., Prevotella spp., Veillonella spp., Balantidium coli, Blastocystis hominis, Entamoeba histolytica (zowel een weefsel- als een contactamoebicide werking), Gardnerella vaginalis, Giardia lamblia, Trichomonas vaginalis en sommige spirocheten.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Helicobacter pylori en Actinobacillus actinomycetemcomitans.

Ongevoelig zijn: alle obligaat aerobe bacteriën, Actinomyces spp., Enterococcus spp., Lactobacillus, Propionibacterium acnes, Staphylococcus spp., Streptococcus spp., Enterobacteriaceae en Haemophilus spp.

Kinetische gegevens

Resorptieoraal goed. Na splitsing in het maag-darmkanaal van metronidazolbenzoaat komt metronidazol vrij (suspensie). Slecht vanuit de ovule.
Foraal > 90%. Ten opzichte van de tabletten is de relatieve beschikbaarheid van de suspensie 80%. Laag (ovule).
T maxoraal 1–3 uur (tablet), ca. 6 uur (suspensie).
V d0,51–1,1 l/kg (volwassenen), 0,64–071 l/kg (neonaten).
Overigmetronidazol wordt bijna volledig verdeeld over het lichaam; concentraties in speeksel, gal en cerebrospinaalvocht (bij ontstoken meninges) komen overeen met de plasmaconcentratie.
Metaboliseringo.a. via CYP3A4 en CYP2C9. De actieve hydroxymetaboliet heeft een activiteit van 30–65% ten opzichte van metronidazol.
Eliminatiein 5 dagen: ca. 77% met de urine, 7–12% onveranderd; ca. 14% met de feces. Metronidazol en metabolieten worden middels hemodialyse geëlimineerd (volledig zelfs; indien de dialysesessie 8 uur zou duren). Peritoneale dialyse verwijdert metronidazol niet.
T 1/2elca. 6–8 uur (metronidazol), ca. 10–13 uur (hydroxymetaboliet); bij ernstige leverinsufficiëntie verlengd met ca. 65%. Bij hemodialyse ca. 2,5 uur. Bij zuigelingen: sterk verlengd (25–109 uur, omgekeerd evenredig met de leeftijd); bij neonaten < 32 w. zwangerschapsduur: ca. 75,3 uur, zwangerschapsduur 32–35 w.: ca. 35,4 uur, zwangerschapsduur 36–40 weken: ca. 24,8 uur. Vanaf de postnatale leeftijd van ca. 8 weken is de eliminatie-halfwaardetijd gelijk aan die bij volwassenen.