miglustat
Samenstelling
Zavesca Actelion Pharmaceuticals Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Capsule, hard
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Ziekte van Gaucher type 1: De Commissie adviseert miglustat alleen voor te schrijven voor patiënten met de ziekte van Gaucher type 1, die ongeschikt zijn voor de behandeling met imiglucerase. Imiglucerase blijft het middel van voorkeur in de behandeling van de ziekte van Gaucher.
Indicaties
- Milde tot matige vorm van type 1 van de ziekte van Gaucher bij volwassenen. Miglustat mag alleen worden gebruikt voor behandeling van patiënten die ongeschikt zijn voor een enzymvervangende therapie.
- Behandeling van progressieve neurologische manifestaties bij volwassenen en kinderen met de ziekte van Niemann-Pick type C.
Dosering
Ziekte van Gaucher type I:
Volwassenen:
De aanbevolen begindosis is 100 mg 3×/dag. Bij diarree eventueel tijdelijk verlagen naar 100 mg 1–2×/dag.
Bij verminderde nierfunctie met een creatinineklaring 50–70 ml/min/1,73m²: 100 mg 2×/dag; creatinineklaring 30–50 ml/min/1,73m²: 100 mg 1×/dag.
Ziekte van Niemann-Pick type C:
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar:
200 mg 3×/dag.
Bij verminderde nierfunctie met een creatinineklaring 50–70 ml/min/1,73m²: 200 mg 2×/dag; creatinineklaring 30–50 ml/min/1,73m²: 100 mg 2×/dag.
Kinderen < 12 jaar:
Op basis van lichaamsoppervlak: ≤ 0,47 m²: 100 mg 1×/dag; 0,47–0,73 m²: 100 mg 2×/dag; 0,73–0,88 m²: 100 mg 3×/dag; 0,88–1,25 m² 200 mg 2×/dag; > 1,25 m²: 200 mg 3×/dag.
Bij verminderde nierfunctie: de dosering verlagen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree , flatulentie, buikpijn, gewichtsverlies (ca. 55%, vooral na 6 tot 12 maanden), verminderde eetlust. Tremoren.
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, dyspepsie, obstipatie. Vermoeidheid, asthenie, rillingen en malaise, paresthesie, perifere neuropathie , hypo-esthesie, ataxie, amnesie, veranderde snelheid van de zenuwgeleiding. Spierspasmen, spierzwakte, hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid, depressie, verlaagd libido, trombocytopenie.
Verder is gemeld: cognitieve disfunctie.
Interacties
Zwangerschap
Miglustat passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken, o.a. is dystokie voorgekomen.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot 3 maanden na het beëindigen van de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn geen contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen
Wees voorzichtig bij ernstige aandoeningen van het maag-darmstelsel en bij gestoorde lever- of nierfunctie. Gebruik wordt niet aanbevolen bij ernstig gestoorde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min/1,73m²).
Regelmatig de vitamine B12-spiegel controleren.
Bij de ziekte van Gaucher type I regelmatig het aantal bloedplaatjes controleren.
Bij de ziekte van Niemann-Pick type C regelmatig (bv. om de 6 maanden) het effect op de neurologische manifestaties controleren. Na 1 jaar opnieuw beoordelen of de therapie moet worden voortgezet. Controleer regelmatig de lengtegroei omdat groeivermindering kan optreden bij kinderen met de ziekte van Niemann-Pick type C. Er is weinig ervaring met gebruik bij kinderen < 4 jaar.
Bij aanhoudende diarree of bij tremor kan tijdelijke dosisverlaging nodig zijn. De diarree reageert meestal op dieetverandering (vermindering van de inname van lactose en andere koolhydraten).
Er is geen ervaring bij ernstige vormen van de ziekte (hemoglobine < 5,6 mmol/l (90 g/l), bloedplaatjes < 50 × 109/l of actieve botziekte). De werkzaamheid bij patiënten < 18 jaar met Gaucher type I is niet vastgesteld. Er is geen ervaring met toediening aan patiënten ≥ 70 jaar.
Overdosering
Eigenschappen
Miglustat remt het enzym glucosylceramidesynthase, dat verantwoordelijk is voor de eerste stap in de synthese van de meeste glucolipiden. Hierdoor neemt de stapeling van glucosylceramide in patiënten met type I van de ziekte van Gaucher af (substraatreductie therapie). De stapeling van glucosylceramide is de oorzaak van verschillende klachten die individueel verschillen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
T max | na ca. 2 uur. |
V d | 1,2 l/kg. |
Eliminatie | voornamelijk met de urine, onveranderd. |
T 1/2el | 6–7 uur, bij nierfunctiestoornis langer. |
Geneesmiddelgroep
miglustat hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, overige.