nitroglycerine (parenteraal)
Samenstelling
Nitro Pohl Infusievloeistof Pohl-Boskamp
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof voor perfusorpompsystemen
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 5 ml, 25 ml, flacon 50 ml
Bevat tevens: glucose 0,05 g/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
nitroglycerine (parenteraal) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Bij vermoeden van een acuut coronair syndroom (ACS) (zowel instabiele angina pectoris als (N)STEMI) zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen 24 uur na het ontstaan van klachten trombocytenaggregatieremming starten. Een STEMI wordt behandeld met reperfusie door percutane coronaire interventie (PCI) of indien dit niet mogelijk is, door trombolyse. Bij een NSTEMI en IAP wordt eerst aanvullend onderzoek en risicoanalyse verricht. Als pijnbestrijding een nitraat geven. Geef bij aanhoudende pijn of contra-indicatie voor nitraten, morfine of fentanyl intraveneus. Na behandeling van een ACS volgt secundaire preventie van een recidief middels medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandeling. Zie voor meer informatie de Behandeling van Acuut coronair syndroom in de acute fase.
Indicaties
- Instabiele angina pectoris.
- Linkszijdig ventriculaire hartinsufficiëntie met name tijdens de acute fase van een myocardinfarct.
- Preventie van ischemie van de hartspier tijdens hartchirurgie.
- Offlabel: Acuut hartfalen.
Dosering
Instabiele angina pectoris, linkszijdig ventriculaire hartinsufficiëntie, preventie van ischemie van de hartspier tijdens hartchirurgie:
Algemeen: Aanvankelijk 5 microg/min en vervolgens elke 5 minuten stapsgewijs verhogen onder klinische bewaking en nauwkeurige meting van de bloeddruk. Individueel kunnen zeer uiteenlopende doseringen noodzakelijk zijn, die een factor 10 kunnen verschillen; de dosering varieert meestal van 5–200 microg/min.
Offlabel: Acuut hartfalen:
Volwassenen:
Volgens de Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen 2010, bij longstuwing/oedeem en systolische bloeddruk > 90 mmHg: intraveneus: start met 10–20 microgr/min, max. 200 microgr/min.
Alleen toedienen met een geschikt pompsysteem.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hoofdpijn, met name in het begin van de behandeling.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken. Dosisafhankelijke bloeddrukdaling met tachycardie, hypotensie met toename van klachten van angina pectoris, orthostatische hypotensie. Collaps, soms met bradycardie en syncope. Voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals. Allergische huidreacties.
Zeer zelden (< 0,01%): exfoliatieve dermatitis.
Verder is gemeld: bij coronaire hartziekte kan, als gevolg van hypoventilatie van de alveolaire gebieden, ischemie ontstaan.
Interacties
Gelijktijdig gebruik met PDE-5-remmers zoals sildenafil, tadalafil en vardenafil is gecontra-indiceerd, omdat dit het vaatverwijdend effect versterkt en bij daarvoor gevoelige patiënten kan leiden tot levensbedreigende cardiovasculaire complicaties; gelijktijdig gebruik van organische nitraten met PDE–5–remmers vermijden.
Comedicatie met andere vaatverwijdende antihypertensiva, β–blokkers, calciumantagonisten, ACE–remmers, diuretica, tricyclische antidepressiva, sapropterine en alcohol kan een versterkte bloeddrukdaling geven. Bij gelijktijdig gebruik van organische nitraten (isosorbidemononitraat, isosorbidedinitraat) is mogelijk een verhoogde nitroglycerinedosis nodig.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Mogelijk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- hypotensie (systolische bloeddruk lager dan 90 mmHg), al dan niet in aanwezigheid van cardiogene shock;
- ongecorrigeerde hypovolemie;
- pericarditis constrictiva of pericardiale tamponade;
- toxisch longoedeem;
- verhoogde intracraniale druk;
- onvoldoende cerebrale perfusie;
- overgevoeligheid voor nitraten.
Waarschuwingen
Tijdens continue infusie rekening houden met afname van de werkzaamheid (tachyfylaxie), waardoor dosisverhoging nodig kan zijn. Om tachyfylaxie te voorkomen langdurig gebruik van hoge doses vermijden. De toediening niet plotseling staken.
Voorzichtig toepassen bij uitstroom-belemmeringen zoals hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, aortastenose en mitralisklepstenose. Bij linkszijdige hartinsufficiëntie alleen toedienen onder controle van de vullingsdruk. Daarnaast wordt bewaking van hartfrequentie en arteriële druk aangeraden. Daling van de gemiddelde arteriële druk met meer dan 20 mmHg , stijging van de hartfrequentie met meer dan 20 slagen/min. of daling van de vullingsdruk tot onder normale waarden zijn dwingende indicaties tot het verminderen c.q. beëindigen van de nitroglycerinetoediening, omdat hierdoor de kransvatdoorstroming wordt verlaagd. Intraveneuze toediening van nitroglycerine bij een myocardinfarct zonder decompensatie kan leiden tot ongewenste verlaging van de vullingsdruk van de linkerkamer met daling van het hartminuutvolume.
Nitroglycerine kan worden geadsorbeerd aan bepaalde kunststoffen; de oplossing toedienen via een geschikt pompsysteem en gebruik maken van glazen of uit polypropyleen vervaardigde injectiespuiten en een uit polyethyleen vervaardigd infusiesysteem dat nitroglycerine niet adsorbeert.
Overdosering
Symptomen
Bloeddrukdaling, reflextachycardie, hoofdpijn, zwakte, duizeligheid, slaperigheid, bewustzijnsdaling, opvliegers, misselijkheid, diarree, braken kunnen voorkomen. Bij doseringen van > 20 mg/kg lichaamsgewicht door vorming van nitrietionen: methemoglobinemie, cyanose, dyspneu, tachypneu. Bij zeer hoge doseringen tevens verhoging van de intracraniële druk met cerebrale klachten zoals convulsies.
Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Vaatverwijdend, in de gebruikelijke dosering vooral van het veneuze stelsel en in mindere mate van het arteriële vaatbed. Hierdoor neemt de veneuze terugvloed naar het hart af en treedt geringe afname in arteriële weerstand op, zodat het hart minder arbeid hoeft te verrichten en minder zuurstof verbruikt en de door de tijdelijke ischemie van het myocardweefsel veroorzaakte pijn wordt opgeheven.
Kinetische gegevens
F | gem. 39% (grote individuele verschillen). |
V d | 2,9 l/kg. |
Metabolisering | zeer snel in de lever tot minder actieve en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | via de nieren als metaboliet. |
T 1/2el | ca. 2,5–4,4 min. |
Geneesmiddelgroep
nitroglycerine (parenteraal) hoort bij de groep nitraten.