podofyllotoxine
Samenstelling
Condyline Leo Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Applicatievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 3,5 ml
Conserveermiddel: ethanol.
Wartec GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 1,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 5 g
Conserveermiddelen: methyl- en propylparahydroxybenzoaat, sorbinezuur. Bevat ook: butylhydroxyanisol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij de behandeling van uitwendige condylomata acuminata is de lokale toediening van podofyllotoxine een goede keus.
Indicaties
Behandeling van uitwendige condylomata acuminata.
Dosering
Uitwendige condylomata acuminata:
Volwassenen:
2×/dag op elke wrat gedurende 3 opeenvolgende dagen per week crème of applicatievloeistof (met de bijgeleverde applicator) aanbrengen, de volgende 4 dagen stoppen. Eventueel kan de kuur iedere week worden herhaald, maximaal gedurende 4 (crème) of 5 (applicatievloeistof) opeenvolgende weken.
Voor toepassing de aangedane huid met water en zeep wassen en goed afdrogen. Toepassing op het omringende gezonde weefsel vermijden, door de gezonde huid te beschermen met vaseline of zinkzalf.
Was de handen zorgvuldig na toepassing van de crème.
De applicatievloeistof na toepassing goed laten drogen.
Bijwerkingen
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): huidklachten (jeuk, branderig gevoel), roodheid, huiderosie.
Verder zijn gemeld: huidklachten (pijn, droogheid), overgevoeligheidsreactie, huidverkleuring, oedeem, blaar, oppervlakkige ulceratie, schaafwond, wondsecretie, bloeding, korstvorming. Oedeem en balanopostitis (vooral bij grote wratten in de preputiumholte).
Lokale irritatie kan optreden op de tweede of derde dag en houdt verband met beginnende necrose van de wrat.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van andere middelen die podofyllotoxine bevatten is gecontra-indiceerd in verband met mogelijke toxiciteitverschijnselen.
Zwangerschap
Teratogenese: Er zijn aanwijzingen voor schadelijkheid bij de mens.
Farmacologisch effect: antimitotische verbindingen, zoals podofyllotoxine, zijn embryotoxisch.
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptie toe te passen tijdens de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Intensief gebruik (grote hoeveelheid, op een groot oppervlak en gedurende langere tijd) van podofyllotoxine kan leiden tot significante systemische opname bij de moeder en het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling. Bij beperkt gebruik (klein oppervlak, kortdurend) is het onwaarschijnlijk dat nadelige effecten bij de zuigeling zullen optreden.
Advies: Bij intensief gebruik (grotere hoeveelheid, op een groter oppervlak en gedurende langere tijd) wordt het geven van borstvoeding ontraden. Bij beperkt gebruik (kortdurend en op een klein oppervlak) het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding afwegen.
Contra-indicaties
Open wonden. Zie voor meer contra-indicaties ook onder de rubriek Interacties.
Waarschuwingen
Aanbrengen op oppervlakken groter dan 4 cm² vermijden, of indien noodzakelijk uitsluitend onder direct medisch toezicht. Vermijd contact met de ogen; indien dit gebeurt direct en langdurig uitspoelen met water. Niet toepassen op slijmvliezen (incl. vagina, urethra en anus) en beschadigde huid, gezien de mogelijk ernstige systemische reacties. Niet toepassen onder occlusie. De applicatievloeistof na toediening goed laten drogen; dit geldt vooral voor condylomata die gelokaliseerd zijn onder het praeputium ter preventie van ’smetten’. Staak direct de behandeling en was het behandelde oppervlak af met water en zeep indien hevige reacties (zoals bloedingen, zwelling en extreme pijn) zich voordoen. Vermijd seksueel contact tijdens de behandelperiode en totdat de wratten verdwenen zijn. Indien dit niet mogelijk is de applicatievloeistof of crème voorafgaand aan seksueel contact verwijderen om lokale irritatie te voorkomen en een condoom gebruiken totdat alle wratten verdwenen zijn. De veiligheid en werkzaamheid van lokaal podofyllotoxine is niet vastgesteld bij kinderen.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging door podofyllotoxine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Podofyllotoxine is het werkzame bestanddeel van podofylline(hars), dat uit plantenextracten wordt bereid en heeft een sterke antimitotische en cytolytische werking, waardoor necrose van de behandelde condylomata acuminata optreedt. Aangenomen wordt dat de werking wordt veroorzaakt door remming van de groei en het vermogen om het weefsel van viraal geïnfecteerde cellen binnen te dringen.
Kinetische gegevens
Resorptie | gering na lokale toepassing. |
T 1/2 | 1–4,5 uur. |
Geneesmiddelgroep
podofyllotoxine hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.