terazosine
Samenstelling
Hytrin (als hydrochloride) Amdipharm Ltd
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2 mg, 5 mg, 10 mg
Terazosine Tabletten (als hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 2 mg, 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Mictieklachten bij mannen: Het effect van medicamenteuze behandeling bij mictieklachten bij mannen (LUTS, BPH) is beperkt. Indien tot een proefbehandeling wordt besloten, gaat bij matig ernstige klachten in de eerstelijnszorg de voorkeur uit naar een α1-blokker met gereguleerde afgifte (alfuzosine, doxazosine of tamsulosine). In de tweedelijnszorg kan, bij een groter prostaatvolume (EUA: > 40 ml), aan de α1-blokker een 5-α-reductaseremmer worden toegevoegd.
Indicaties
Symptomatische behandeling van urinewegobstructie door benigne prostaathyperplasie.
Bepaalde generieke varianten zijn ook geregistreerd voor de behandeling van lichte tot matige hypertensie.
Dosering
Bepaalde generieke varianten van 2 mg hebben een breukgleuf ter verdeling van de tablet in gelijke helften.
Symptomen van urinewegobstructie:
Volwassenen:
Richtlijn begindosering: 1 mg 1×/dag voor het slapen gaan gedurende 3–7 dagen, gevolgd door 2 mg 1×/dag gedurende 11–14 dagen. De dosering met intervallen van één tot twee weken zo nodig langzaam verhogen tot een onderhoudsdosering van 5–10 mg 1×/dag. Na 4 weken de respons evalueren. Indien na 6 weken geen verbetering is opgetreden, de behandeling staken. Als de behandeling enkele dagen is onderbroken, opnieuw instellen op startdosering.
Hypertensie:
Volwassenen:
De behandeling insluipen, te beginnen met 1 mg per dag, daarna per week de dosering ongeveer verdubbelen. De onderhoudsdosering is 2–10 mg per dag, maximaal 20 mg.
Innemen met een glas water.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): orthostatische hypotensie, duizeligheid, flauwvallen. Hoofdpijn. Tachycardie, palpitaties, pijn op de borst. Dyspneu. Nervositeit, slaperigheid, paresthesie. Vertigo. Wazig zien, amblyopie, kleurafwijking. Neuscongestie, sinusitis, epistaxis. Misselijkheid, obstipatie, diarree, braken.Jeuk, huiduitslag. Rugpijn. Erectiele disfunctie. Asthenie. Oedeem.
Soms (0,1-1%): urticaria. Verminderd libido. Depressie. Gewichtstoename.
Zelden (0,01-0,1%): urineweginfectie, incontinentie, priapisme.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reacties. Atriumfibrilleren.
Verder zijn gemeld: gezichtsoedeem. Koorts. Vasodilatatie, aritmie. Droge mond, dyspepsie, winderigheid, Buikpijn, nek-of schouderpijn. Jicht, artralgie, artritis, spierpijn. Angst, slapeloosheid. Bronchitis, griepachtige verschijnselen, faryngitis, rinitis. (Overmatig) zweten. Conjunctivitis. Tinnitus. Frequenter urineren. Verlaagd hematocriet, hemoglobine, witte bloedcellen, albumine. Trombocytopenie.
Interacties
Gebruik van ACE-remmers en diuretica vermeerdert de kans op duizeligheid. Wees voorzichtig bij combinatie met andere antihypertensiva (bv. thiazide-diuretica of calciumantagonisten), vanwege het risico van hypotensie, verlaag zo nodig de dosering. Gelijktijdig gebruik van een fosfodiësterase-type-5 remmer (bv. sildenafil, tadalafil, vardenafil) kan eveneens leiden tot hypotensie. Eventuele behandeling met een fosfodiësterase-type-5 remmer pas beginnen bij stabiele instelling op een α1-blokker.
Voorzichtigheid is geboden bij combinatie met geneesmiddelen die het metabolisme in de lever kunnen beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij dieren aanwijzingen voor schadelijkheid: verlenging van de zwangerschapsduur en remming van de geboorte.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Advies: Het gebruik of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- gestoorde leverfunctie;
- obstructie van het uitstroom-traject van de linkerventrikel;
- constrictieve pericardaandoening;
- voorgeschiedenis van mictiecollaps;
- overgevoeligheid voor quinazolinederivaten.
Waarschuwingen
Na eerste toediening kan een sterke bloeddrukdaling optreden; als gevolg hiervan kan bij 1% syncope ontstaan. Bij tekenen van orthostatische hypotensie (duizeligheid, zwakte) moet de patiënt gaan liggen of zitten totdat de symptomen verdwenen zijn. In verband met de antihypertensieve werking rekening houden met een blijvende bloeddrukverlaging. Bij coronairlijden kan te snelle of te uitgesproken bloeddrukdaling toename van de angineuze klachten veroorzaken; in dat geval behandeling staken. Wees voorzichtig bij hartfalen, en bij pulmonaal oedeem ten gevolge van een aorta- of mitralisstenose.
Voorafgaand aan een eventuele cataractoperatie gebruik van α1-blokker melden aan de oogarts in verband met intraoperatief ’floppy iris’-syndroom (IFIS).
De effectiviteit en veiligheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging door terazosine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Selectieve postsynaptische α1-blokker met quinazolinestructuur. Bij benigne prostaathyperplasie kan door α-adrenerg receptorantagonisme de tonus van het spierweefsel van de prostaat en de urinewegen worden beïnvloed, waardoor de urinestroom verbetert. Evenals de andere α1-blokkers heeft het een bloeddrukverlagend effect door verwijding van arteriolen en in mindere mate van venulen.
Kinetische gegevens
Resorptie | 80–100%. |
F | ca. 100%. |
T max | 1–2 uur. |
V d | ca. 1,1 l/kg. |
Eiwitbinding | 90–94%. |
Metabolisering | grotendeels door demethylering en conjugatie in de lever. |
Eliminatie | voornamelijk in de vorm van metabolieten via de galwegen. De onveranderde stof wordt voor 10% met de urine en voor 20% met de feces uitgescheiden. |
T 1/2el | 8–13 uur. |
Geneesmiddelgroep
terazosine hoort bij de groep alfablokkers.