acetylsalicylzuur/paracetamol/coffeïne
Samenstelling
APC Tabletten Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet
Bevat per tablet: acetylsalicylzuur 250 mg, paracetamol 250 mg, coffeïne 50 mg.
Excedrin GlaxoSmithKline Consumer Healthcare bv
- Toedieningsvorm
- Tablet, filmomhuld
Bevat per tablet: acetylsalicylzuur 250 mg, paracetamol 250 mg, coffeïne 65 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
acetylsalicylzuur/paracetamol/coffeïne vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
De vaste combinatie van acetylsalicylzuur met paracetamol en coffeïne wordt afgeraden; er is geen plaats voor deze combinatie in de therapie.
Indicaties
APC: Lichte tot matige pijn. Koorts.
Excedrin: hoofdpijn en migraine bij volwassenen.
Dosering
Lichte tot matige pijn, koorts:
Volwassenen:
1–2 APC tabletten per keer, max. 6 tabletten per dag. Het interval tussen de doses moet ten minste 4 uur zijn.
7–11 jaar:
½ APC tablet per keer, max. 2×/dag. Het interval tussen de doses moet ten minste 4 uur zijn;
12 jaar en ouder:
1 APC tablet per keer, max. drie- à viermaal per dag. Het interval tussen de doses moet ten minste 4 uur zijn.
Hoofdpijn:
Volwassenen:
1 Excedrin tablet, bij ernstige pijn 2 tabletten, zo nodig na 4–6 uur herhalen. Max. 6 tabletten per dag en maximaal 4 dagen gebruiken.
Migraine:
Volwassenen:
2 Excedrin tabletten bij symptomen, zo nodig na 4–6 uur herhalen. Max. 6 tabletten per dag en maximaal 3 dagen gebruiken.
APC-tabletten in een ruime hoeveelheid water uiteen laten vallen en goed roeren; water nadrinken. De APC-tablet kan verdeeld worden in gelijke helften. Excedrin innemen met een glas water.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): Duizeligheid, zenuwachtigheid, misselijkheid, buikpijn.
Soms (0,1–1%): Slapeloosheid, tremor, paresthesie, hoofdpijn, tinnitus, ritmestoornissen, versnelde hartslag. Diarree, braken, droge mond. Vermoeidheid.
Zelden (0,01–0,1%): Faryngitis, verminderde eetlust, oprispingen, flatulentie, dysfagie, orale paresthesieën, verhoogde speekselsecretie, dysgeusie. Angst, euforie, gespannenheid, aandachtsstoornissen, amnesie, coördinatiestoornissen, hyperesthesie, sinushoofdpijn, oogpijn, visussstoornis. Epistaxis, hypoventilatie, neusloop. Hyperhidrosis, urticaria, jeuk. Musculoskeletale stijfheid, nekpijn, rugpijn, spierspasmen, asthenie, borstpijn.
Verder kunnen optreden: buikpijn, dyspepsie. Bloedverlies in het maag-darmkanaalmaag-darmulcera, met (soms fatale) bloeding en perforatie optreden (vooral bij ouderen). Verlengde bloedingstijd. Rusteloosheid, slaperigheid, slapeloosheid, hartkloppingen, hypotensie, malaise. Overgevoeligheidsreacties zoals exantheem, angio-oedeem, rinitis, bronchospasmen, anafylactische shock. Oedeem, hypertensie en hartfalen zijn gemeld bij behandeling met NSAID’s. Na langdurig gebruik van hoge doses paracetamol zijn nefropathieën (interstitiële nefritis, tubulaire necrose) gezien. Leverfalen, acute hepatitis, stijging van leverenzymwaarden. Leverbeschadiging kan optreden na doses van 6 g (bij kinderen > 140 mg/kg), hogere doses veroorzaken irreversibele levernecrose. Ook is leverbeschadiging gerapporteerd na chronisch gebruik van 3–4 g. Agranulocytose (na langdurig gebruik) en trombocytopenie, hemolytische anemie (bij G6PD-deficiëntie), acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulosus, toxische epidermale necrolyse en Stevens-Johnsonsyndroom zijn in enkele gevallen gemeld bij gebruik van paracetamol.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van hoge dosering methotrexaat (≥ 15 mg/week) is gecontra-indiceerd.
In combinatie met anticoagulantia is er meer kans op bloedingen; gelijktijdig gebruik wordt ontraden.
Bij gelijktijdig gebruik van alcohol, SSRI’s, trombocytenaggregatieremmers, vitamine K antagonisten en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig).
Gelijktijdig gebruik met andere NSAID’s en paracetamol vermijden.
De plasmaspiegel van methotrexaat, valproïnezuur en digoxine kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan.
De werking van bloedglucoseverlagende middelen kan worden versterkt.
Actieve kool en colestyramine kunnen de resorptie van paracetamol verminderen.
Bij alcoholgebruik en bij gebruik van enzyminducerende middelen zoals rifampicine, barbituraten, tricyclische antidepressiva en sommige anti-epileptica kan al bij therapeutische doseringen hepatotoxiciteit optreden door versnelde en verhoogde vorming van toxische metabolieten.
Bij gelijktijdig chronisch gebruik van paracetamol en zidovudine komt neutropenie vaker voor, vermoedelijk door een verminderd metabolisme van zidovudine.
NSAID’s kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen en bij hartfalen het effect van lisdiuretica verminderen.
Bij een gestoorde nierfunctie kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan.
Probenecide remt de klaring van paracetamol zodat verlaging van de paracetamoldosering nodig kan zijn.
Zwangerschap
Paracetamol en acetylsalicylzuur passeren de placenta.
Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID’s in de vroege fase van de zwangerschap de kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis vermeerdert. In dierproeven is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een toegenomen incidentie van malformaties gezien. Acetylsalicylzuur kan overgaan in de foetale bloedsomloop en daar salicylaatintoxicatie veroorzaken.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten zoals verlengde zwangerschapsduur, weeënremming, bloedingen bij de moeder en de pasgeborene en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli, pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie, verlaagd geboortegewicht en meer kans op perinatale sterfte mogelijk.
Advies: Tijdens het 1e en 2e trimester niet gebruiken tenzij op strikte indicatie en dan in zo laag mogelijke dosering voor een zo kort mogelijke behandeling. Gecontra-indiceerd gedurende het 3e trimester van zwangerschap
Overig: Het gebruik van een NSAID kan de vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden door een reversibel effect op de ovulatie, en wordt niet aanbevolen bij vrouwen die zwanger willen worden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Acetylsalicylzuur, coffeïne en paracetamol gaan over in de moedermelk.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Bij eerder gebruik maagklachten en maagpijn. Ulcus pepticum en maag-darmbloedingen, zowel actief als in de anamnese. Gastro-intestinale bloeding of perforatie als gevolg van gebruik van NSAID’s. Erosieve gastritis. Cerebrovasculaire bloedingen. Astma-aanval of collaps na eerder gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s. Ernstige nier- of leverinsufficiëntie. Ernstig hartfalen. Hemorragische diathese, hypoprotrombinemie.
Waarschuwingen
Wees voorzichtig bij maag-darmbloedingen in de anamnese, meer kans op gastro-intestinale complicaties, bij ouderen en bij astma, stollingsstoornissen, colitis ulcerosa, M Crohn, hypertensie, hartfalen, matige lever- en nierfunctiestoornissen, chronisch alcoholgebruik, G6PD-deficiëntie of deficiëntie van glutathionperoxidase in erytrocyten, dehydratie en chronische ondervoeding. Bij optreden van maag-darmbloedingen of -ulceratie de behandeling onmiddellijk staken.
Producten die acetylsalicylzuur bevatten mogen bij kinderen die symptomen vertonen van griep of waterpokken alleen op advies van de arts en slechts dan worden toegediend, wanneer andere maatregelen tekortschieten. Mocht er in het verloop van deze aandoeningen sprake zijn van langdurig overgeven, bewustzijnsverlaging of gedragsstoornissen, dan kan dit duiden op het syndroom van Reye.
Niet gebruiken kort vóór of kort ná het trekken van tanden en kiezen.
Niet gebruiken kort vóór of kort ná alcoholgebruik.
Bij migraine niet gebruiken bij patiënten die braken bij > 20% van de migraine-aanvallen of die het bed moeten houden bij > 50% van de aanvallen. Denk bij > 10 dagen per maand gebruik binnen 3 maanden aan geneesmiddelgeïnduceerde hoofdpijn; de behandeling staken.
Bij overdosering kan ernstige leverschade optreden.
Langdurig of veelvuldig gebruik wordt ontraden.
Overdosering
Zie preparaatteksten acetylsalicylzuur en paracetamol.
Eigenschappen
Acetylsalicylzuur en paracetamol hebben analgetische en antipyretische werking; acetylsalicylzuur heeft in hoge dosering ook een antiflogistisch effect. Acetylsalicylzuur remt de trombocytenaggregatie. Coffeïne heeft een centraal stimulerende werking.
Geneesmiddelgroep
acetylsalicylzuur/paracetamol/coffeïne hoort bij de groep aceetanilidederivaten.