Alfacalcidol

Publish

Samenstelling

Alfacalcidol Capsules Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
0,25 microg, 1 microg

Etalpha Leo Pharma bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
0,25 microg, 0,5 microg, 1 microg
Toedieningsvorm
Druppelvloeistof
Sterkte
2 microg/ml
Verpakkingsvorm
20 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
2 microg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 0,5 ml

De injectievloeistof bevat 10% alcohol en propyleenglycol; de druppelvloeistof bevat 14% alcohol en methylparahydroxybenzoaat.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

alfacalcidol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Vitamine D-deficiëntie: Pas bij ouderen > 70 jaar met een calcidiolspiegel < 75 nmol/liter (of een ernstige verdenking op vitamine D-deficiëntie) primair colecalciferol (vitamine D3) toe. Start hierbij met een hoge oplaaddosis, gevolgd door een veel lagere onderhoudsdosering.

Bij renale osteodystrofie en renale rachitis is alfacalcidol een goede keus.

Bij hypoparathyroïdie is door de afwezigheid van PTH de omzetting van vitamine D gestoord, zodat de voorkeur uitgaat naar calcitriol, alfacalcidol of dihydrotachysterol.

Indicaties

Behandeling en preventie van renale osteodystrofie.

Behandeling van secundaire hyperparathyreoïdie bij patiënten met chronische nierziekte stadium 3–5. De intraveneuze toediening is bedoeld voor stadium 5 patiënten.

Dosering

De optimale dagdosering zorgvuldig vaststellen door controle van de serumwaarden van parathyroïdhormoon, calcium, fosfaat, calcium×fosfaatproduct en alkalische fosfatase.

Voor patiënten van 65 jaar en ouder kan men de aanbevolen dosering voor volwassenen gebruiken.

Klap alles open Klap alles dicht

Osteodystrofie, secundaire hyperparathyreoïdie bij chronische nierziekte stadium 3 en 4 (predialysepatiënten):

Volwassenen:

Aanbevolen orale begindosering 0,25 microg per dag, normale onderhoudsdosering 0,5 microg per dag. Maximaal 12 microg per week.

Kinderen (van 1 maand tot 18 jaar):

0,2–39 nanog/kg lichaamsgewicht per dag (0,0002–0,039 microg/kg lichaamsgewicht per dag), gemiddeld 10–12 nanog/kg/dag (0,010–0,012 microg/kg lichaamsgewicht per dag). Een druppel van de druppelvloeistof bevat 100 nanog (0,1 microg) alfacalcidol, lagere doseringen dan 0,1 microg. kunnen niet oraal worden toegediend.

Osteodystrofie, secundaire hyperparathyreoïdie bij chronische nierziekte stadium 5 (dialysepatiënten):

Volwassenen:

Aanbevolen orale begindosering 0,50 microg/dag. Aan de hand van laboratoriumparameters kan men de dosering met intervallen van ten minste één week verhogen met 0,25 of 0,5 microg/dag. De orale onderhoudsdosering is doorgaans 1 microg/dag. De maximale aanbevolen dosering is 6 microg per dialyse en < 12 microg per week.

Intraveneus: 3×/week aan het einde van de hemodialyse: begindosering 1 microg via de teruglopende lijn, max. 6 microg per dialyse en niet meer dan 12 microg/week.

Zuigelingen en kinderen tot 18 jaar:

De in de literatuur beschreven orale doseringen zijn 10–12 nanog/kg/dag (0,010–0,020 microg/kg/dag).

Bij ernstig verstoorde leverfunctie: kan een hogere dosis nodig zijn.

De capsules niet breken en in hun geheel innemen (indien gewenst tijdens de maaltijd). NB: Indien het slikken van capsules bezwaarlijk is, kunnen de druppels worden gebruikt: 1 druppel bevat ca. 0,1 microg alfacalcidol.

De i.v.–injectie als bolusinjectie in ca. 30 s. toedienen.

Bij het vergeten van een dosis, de volgende dosis niet verdubbelen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypercalciëmie.

Vaak (1-10%): jeuk, hypercalciurie.

Soms (0,1-1%): metastatische verkalkingen, hyperfosfatemie, hoog calcium×fosfaat-product, anorexie, hoofdpijn, dysesthesie, dysgeusie, tachycardie, verhoogde bloeddruk, misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie, diarree, dyspepsie, calcinose, asthenie, vermoeidheid.

Verder zijn gemeld: hypermagnesiëmie, overgevoeligheidsreacties met symptomen zoals koorts, rillingen, urticaria en tongoedeem, huiduitslag (erythemateus, maculo-papuleus, pustuleus), exfoliatieve dermatitis, verminderde nierfunctie en nefrocalcinose. Bij de druppels: ulceratie van de tong en tandvlees.

Interacties

Combinatie met calciumbevattende preparaten, andere vitamine D–bevattende preparaten of met thiazide-diuretica vermeerdert de kans op hypercalciëmie. Gelijktijdige toediening van digoxine kan bij eventuele hypercalciëmie leiden tot hartaritmieën.

Gelijktijdig gebruik met magnesiumbevattende antacida of laxantia kan leiden tot hypermagnesiëmie.

Bij gelijktijdige behandeling met enzyminductoren zoals fenobarbital, fenytoïne of rifampicine kan een hogere dosis alfacalcidol noodzakelijk zijn. Colestyramine kan de intestinale absorptie van alfacalcidol beïnvloeden. Alfacalcidol capsules ten minste 1 uur voor of 4–6 uur na colestyramine innemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: De alcohol in de injectie of in de druppelvloeistof kan schadelijk zijn voor zwangeren.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, waarschijnlijk.
Farmacologisch effect: Bij hoge dosering is er een risico van hypercalciëmie bij de zuigeling.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Hypercalciëmie.

Waarschuwingen

Wees voorzichtig bij hypercalciurie en bij nierstenen, hartritmestoornissen of arteriosclerose in de voorgeschiedenis. Voorzichtig zijn bij patiënten met sarcoïdose, tuberculose of andere granulomateuze ziekten in verband met verhoogde gevoeligheid voor vitamine D.

Om met name bij de behandeling van renale osteodystrofie weke-delenverkalkingen te voorkomen, mag alfacalcidol slechts worden toegediend bij een genormaliseerd fosfaatgehalte in het serum. Bij ernstige leverfunctiestoornissen kan de hydroxylering in de lever afnemen waardoor een hogere dosis alfacalcidol aangewezen kan zijn.

Om tijdens de behandeling met alfacalcidol hypercalciëmie te voorkomen, is het noodzakelijk regelmatig biochemische metingen te verrichten. In het bijzonder moeten de calcium-, magnesium-, fosfaat-, calcium×fosfaat-product, parathyroïdhormoon, creatinine- en alkalische fosfataseconcentraties worden gecontroleerd. Zeer regelmatige controle is vooral nodig, wanneer het alkalisch fosfatasegehalte in het normale bereik komt. Als de calciumwaarden boven de grenzen van de normale waarden komen, moet de toediening worden gestopt voor ten minste één week, na bereiken van de normaalwaarden hervatten met een halve dosis. Licht de patiënt in over klinische symptomen van hypercalciëmie (zwakte, moeheid, asthenie, malaise, myalgie, artralgie, botpijn, anorexie, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, droge mond, dysgeusie, metaalsmaak, hoofdpijn, duizeligheid). Overmatige suppressie van parathyroïdhormoon vermijden. Eventueel fosfaatbinders gebruiken om het serumfosfaat op een acceptabel niveau te handhaven.

De alcohol in de injectie of in de druppelvloeistof kan schadelijk zijn voor zwangeren, kinderen en bij gestoorde leverfunctie, alcoholisme of epilepsie.

Overdosering

Symptomen
algehele malaise, vermoeidheid, zwakte, hoofdpijn, maag-darmstoornissen, spierpijn, pijn in botten en kraakbeen, hartkloppingen, verwardheid, rusteloosheid, polyurie, dehydratie en polydipsie, allen als gevolg van (ernstige) hypercalciëmie.

Therapie
Alfacalcidol en calciumsupplementen stopzetten en een dieet met een laag calciumgehalte starten. In ernstige gevallen kan toediening van corticosteroïden, lisdiuretica, bisfosfonaten, calcitonine, peritoneale dialyse of hemodialyse met calciumvrij dialysaat worden overwogen. Elektrolyten, nierfunctie en, vooral bij digoxinegebruik, het ECG controleren.

Voor meer informatie over een vergiftiging met alfacalcidol neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Alfacalcidol (1-α-OH-vitamine D3) wordt na toediening omgezet: hoofdzakelijk in de lever in calcitriol, de fysiologisch actieve vorm van vitamine D. Calcitriol versterkt de onderdrukking van de productie van parathyroïdhormoon door calcium. Calcitriol stimuleert de opname van calcium. Het heeft ook effect op de osteoblasten, waardoor verbetering van botvorming en botmineralisatie kan optreden.

Kinetische gegevens

F87% voor capsules, bij de druppelvloeistof iets hoger.
T maxcalcitriol ca. 7,6 uur (oraal, gezonde vrijwilligers), ca. 13,7 uur na toediening van voedsel. Bij hemodialysepatiënten met een chronische nierziekte werden twee pieken gemeten, na 9 uur en na 12 uur. Intraveneus: ca. 5 minuten.
Metaboliseringin de lever snel door CYP3A4 en CYP27A1 tot calcitriol (1,25-dihydroxyvitamine D3).
Eliminatierelatief snel vnl. met de feces als calcitriol.
T 1/2calcitriol ca. 8,7 uur (oraal, gezonde vrijwilligers), ca. 10,5 uur na toediening van voedsel. Bij hemodialysepatiënten ca. 19 uur (oraal). Intraveneus bij gezonde vrijwilligers: ca. 18 uur (calcitriol).