choriongonadotrofine
Samenstelling
Pregnyl Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 1500 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 1 ml
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 5000 IE
- Verpakkingsvorm
- met solvens 1 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
choriongonadotrofine vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Gezien de indicaties dient choriongonadotrofine slechts te worden toegepast door een gespecialiseerde arts op dit gebied.
Indicaties
Bij de vrouw:
- Inductie van ovulatie bij subfertiliteit ten gevolge van uitblijven van follikelrijping of ovulatie.
- Voorbereiding van follikels op punctie bij gecontroleerd ovariëel hyperstimulatieprogramma (voor medisch geassisteerde voortplantingstechnieken).
- Ter ondersteuning van de luteale fase als onderdeel van het hyperstimulatieprogramma dat gebruik heeft gemaakt van GnRH-analoga of na ovulatie-inductie bij anovulatoire infertiliteit zonder endogene oestrogene activiteit (WHO groep I).
Bij de man:
- Hypogonadotroop hypogonadisme.
- Subfertiliteit door idiopathisch gestoorde spermatogenese.
- Vertraagde puberteit door insufficiëntie van de gonadotrope functie van de hypofyse.
- Cryptorchisme die niet het gevolg is van een anatomische obstructie.
Dosering
Inductie van ovulatie of voorbereiding van follikels voor punctie:
Volwassenen:
1 injectie van 5000 IE of 10.000 IE i.m. of s.c. volgend op een behandeling met een FSH- of HMG-preparaat.
Ondersteuning luteale fase als onderdeel van gecontroleerde ovariële hyperstimulatie:
Volwassenen:
1 injectie van 1000–3000 IE i.m. of s.c. 2–3× in de 9 dagen na de ovulatie of embryo-transfer (bv. op dag 3, 6 en 9 na inductie van ovulatie).
Hypogonadotroop hypogonadisme en idiopathisch gestoorde spermatogenese:
Volwassenen:
1000–2000 IE i.m. of s.c. 2–3×/week. De dosering individueel aanpassen op geleide van het klinisch beeld. Indien subfertiliteit door gestoorde spermatogenese de belangrijkste klacht is, tevens een follitropine (FSH)-bevattend geven. Deze behandeling gedurende ten minste 3 maanden voortzetten voordat enige verbetering in de spermatogenese kan worden verwacht. Tijdens de behandeling een eventuele testosteronsubstitutie staken. Een eenmaal bereikte verbetering van de spermatogenese kan soms worden gehandhaafd met HCG alléén.
Vertraagde puberteit:
Kinderen:
1500 IE i.m. of s.c. 2–3×/week gedurende ten minste 6 maanden.
Cryptorchisme:
Kinderen < 2 j.:
250 IE i.m. of s.c. 2×/week gedurende 6 weken;
Kinderen 2–6 j.:
500–1000 IE i.m. of s.c. 2×/week gedurende 6 weken;
Kinderen > 6 j.:
1500 IE i.m. of s.c. 2×/week gedurende 6 weken. Indien nodig deze behandeling herhalen.
De eerste injectie onder directe medische supervisie geven.
De oplossing direct na reconstitutie toedienen. Langzaam i.m. of s.c. toedienen.
Bijwerkingen
Bij de vrouw:
Vaak (1-10%): milde vorm van ovariële hyperstimulatie, gekenmerkt door buikpijn, opgezet gevoel, misselijkheid, braken, diarree, pijnlijke borsten, lichte tot matige vergroting van de ovaria en ovariumcysten.
Zelden (0,01-0,1%): ernstig ovarieel hyperstimulatiesyndroom, gekenmerkt door grote ovariumcysten (met gevaar voor ruptuur), acute buikpijn, ascites, hydrothorax, gewichtstoename en trombo-embolische verschijnselen.
Bij de man:
Soms (0,1-1%): na hoge doses, water- en zoutretentie, toegeschreven aan een overmatige androgeenproductie.
Zelden (0,01-0,1%): gynaecomastie.
Verder zijn gemeld: lokale reacties op de injectieplaats zoals huiduitslag, pijn, kneuzing, roodheid, zwelling en jeuk. Systemische overgevoeligheidsreacties (zoals gegeneraliseerde huiduitslag en koorts).
Interacties
Zwangerschap
Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen dat gonadotrope hormonen meer kans op aangeboren afwijkingen geven.
Advies: Choriongonadotrofine kan aan het begin van de zwangerschap worden gebruikt ter ondersteuning van de luteale fase, maar niet later tijdens de zwangerschap.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gonadotrofinen zijn grote moleculen; opname in de moedermelk lijkt daarom niet waarschijnlijk. Daarbij worden deze middelen slecht tot niet opgenomen uit het maag-darmkanaal van de zuigeling. Wel kunnen ze mogelijk de borstvoeding remmen.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding afwegen.
Contra-indicaties
Bij vrouwen:
- tumoren van ovarium, uterus of mammae;
- hypofyse- of hypothalamustumoren;
- primaire gonadale insufficiëntie;
- misvormingen van de geslachtsorganen of baarmoedermyomen die zwangerschap in de weg staan;
- vergroting van de ovaria of cysten, anders dan door polycysteus ovariumsyndroom;
- onverklaarde vaginale bloedingen.
Bij mannen:
- prostaatcarcinoom, testistumor;
- hypofyse- of hypothalamustumoren;
- primaire gonadale insufficiëntie.
Waarschuwingen
Algemeen: Vóór toepassing aanwezigheid van onbehandelde niet-gonadale endocrinologische afwijkingen uitsluiten. Zelftoediening dient alleen te worden uitgevoerd door voldoende geïnstrueerde patiënten die snel kunnen beschikken over deskundig advies.
Bij de vrouw: Bij stimulering van follikelgroei is er meer kans op het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) als gevolg van meervoudige follikelontwikkeling. Daarom voorafgaande aan en regelmatig tijdens de FSH-behandeling de follikelontwikkeling echografisch beoordelen en de serum-oestradiolspiegel bepalen. Bij aanwijzingen voor ongewenste ovariële hyperstimulatie de FSH-toediening staken. In dat geval zwangerschap vermijden en beslist geen HCG toedienen vanwege de kans op meervoudige ovulaties en OHSS. Er is meer kans op OHSS bij polycysteus ovariumsyndroom. Bij een voorgeschiedenis van afwijkingen aan de eileiders is er meer kans op een extra-uteriene zwangerschap; controleer met echografie in een vroeg stadium. De kans op een meerlingzwangerschap na ovulatie-inductie is toegenomen en daarmee de kans op maternale en perinatale complicaties. Voor zo min mogelijk kans op meerlingenzwangerschap, de ovariële respons zorgvuldig volgen. Het percentage zwangerschapsonderbreking door miskraam of spontane abortus is hoger dan in de algemene bevolking. De incidentie van aangeboren afwijkingen kan iets verhoogd zijn. Wees voorzichtig bij vrouwen met risicofactoren voor trombose zoals een eerder opgetreden trombose, positieve familie-anamnese, overgewicht (BMI > 30) of trombofilie, vanwege de toegenomen kans op veneuze of arteriële trombo-embolieën bij behandeling met gonadotrofinen. Tot 10 dagen na toediening kan choriongonadotrofine interfereren met de immunologische bepaling van HCG in serum/urine, hetgeen tot een foutpositieve zwangerschapstest kan leiden.
Bij de man: Controleer patiënten met hartfalen, een gestoorde nierfunctie, hypertensie, epilepsie of migraine (of een anamnese van deze aandoeningen) regelmatig, omdat een verhoogde androgeenproductie deze aandoeningen soms kan verergeren of doen terugkomen. De toepassing van HCG bij prepuberale jongens dient onder zorgvuldige controle plaats te vinden om voortijdige sluiting van de epifysairschijven of voortijdige geslachtelijke rijping te voorkomen.
Overdosering
Eigenschappen
Humaan choriongonadotrofine (HCG) wordt bereid uit de urine van zwangere vrouwen en heeft de werking van het luteïniserend hormoon (LH). Bij de vrouw wordt het gegeven ter vervanging van de endogene pre-ovulatoire LH-piek om de laatste fase van de follikelrijping te induceren, welke tot ovulatie leidt. Het wordt tevens gegeven ter vervanging van endogeen LH tijdens de luteale fase. Bij de man wordt het gegeven om de Leydig-cellen te stimuleren en zo de productie van testosteron te bevorderen.
Kinetische gegevens
T max | bij mannen ca. 6 (i.m.) en 16 uur (s.c.), bij vrouwen ca. 20 uur (i.m./s.c.). |
Metabolisering | voor ca. 80%, vnl. in de nieren. |
T 1/2el | i.m./s.c. ca. 33 uur. |
Geneesmiddelgroep
choriongonadotrofine hoort bij de groep gonadotrofinen.