clemastine
Samenstelling
Tavegyl (als waterstoffumaraat) Novartis Consumer Health bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- ampul 2 ml
Bevat tevens: sorbitol, alcohol (140 mg per ampul).
- Toedieningsvorm
- Tablet
- Sterkte
- 1 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
In het algemeen: Bij de keuze van een antihistaminicum gaat de voorkeur uit naar een niet-sederend antihistaminicum. Bij aandoeningen waarbij niet-sederende antihistaminica niet of onvoldoende effectief zijn gebleken (bv. constitutioneel eczeem) kunnen klassieke sederende antihistaminica (zoals clemastine) van nut zijn.
Indicaties
Allergische aandoeningen.
Oraal:
- profylaxe en symptomatische behandeling van allergische aandoeningen (zoals hooikoorts, niet–seizoengebonden allergische rinitis, urticaria) en andere dermatosen berustend op allergie van het directe type (insectensteken, prurigo),geneesmiddelenexanthemen en als adjuvans bij andere vormen van eczeem;
- profylaxe van allergische bijwerkingen van hyposensibilisatiekuren;
- adjuvans bij allergisch astma.
Parenteraal:
- adjuvans bij de behandeling van anafylaxie en bij angio-oedeem (Quincke-oedeem);
- profylaxe van allergische reacties bij diagnostisch onderzoek, zoals bv. anafylactoïde reacties ten gevolge van contrastmiddelen.
Dosering
Allergische aandoeningen en profylaxe allergische bijwerkingen van hyposensibilisatiekuren:
Volwassenen en kinderen > 12 jaar:
Oraal: 1 mg 2×/dag.
Anafylaxie en angio-oedeem (Quincke-oedeem):
Volwassenen:
2 mg i.v., eventueel na 15 min herhalen.
Kinderen > 1 jaar:
Volgens de fabrikant: i.m.: 0,025 mg/kg/dag in 2 giften.
Kinderen > 1 maand:
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: i.m., i.v. of oraal: 0,025-0,050 mg/kg/dosis, maximaal 2×/dag.
Profylaxe van allergische reacties bij diagnostisch onderzoek, bv. ten gevolge van contrastmiddelen:
Volwassenen:
2 mg i.v., onmiddellijk vóór het mogelijk optreden van anafylactische of door histamine veroorzaakte reacties toedienen.
Toedieningsinformatie: De tabletten bij voorkeur vóór de maaltijd met water innemen. De breukstreep is alleen om het inslikken makkelijker te maken, niet om de tablet in gelijke doses te verdelen.
De i.v.-injectie zeer langzaam toedienen (2–3 min/ampul). Ook kan de oplossing voor injectie met een isotone NaCl-oplossing of een 5%-glucose-oplossing in een verhouding 1:5 worden verdund. Intra-arteriële injectie vermijden.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoofdpijn, vermoeidheid, slaperigheid, slapeloosheid.
Soms (0,1-1%): duizeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties gepaard gaande met dyspneu en/of shock. Prikkelbaarheid (voornamelijk bij kinderen), paradoxale stimulatie van het centrale zenuwstelsel (vooral bij kinderen). Droge mond, gastralgie, misselijkheid, diarree en obstipatie. Huiduitslag.
Zeer zelden (< 0,01%): palpitaties, transpiratie.
Interacties
Alcohol en andere centraal dempende stoffen en antihistaminica zoals clemastine kunnen de centrale werking van elkaar versterken. MAO-remmers verlengen en versterken het anticholinerg effect.
Antihistaminica beïnvloeden immuuntherapie bij allergie.
Zwangerschap
Antihistaminica passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Houd rekening met sedatie van de pasgeborene bij gebruik vlak voor de partus.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift, op indicatie worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Gebruik van de oudere antihistaminica (zoals clemastine) kan beter worden vermeden vanwege effecten op het centraal zenuwstelsel. Voor clemastine is een geval van sufheid, nekstijfheid en overprikkeling bij de zuigeling gemeld. In het algemeen geldt dat sedatie van de zuigeling de belangrijkste bijwerking is na maternaal gebruik van een antihistaminicum. Daarnaast kunnen ook effecten zoals slecht drinken en een droge mond optreden.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
- acute porfyrie;
- voor de behandeling van kinderen jongeren dan één jaar zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Waarschuwingen
Er is weinig ervaring met het gebruik van clemastine bij kinderen < 1 jaar.
Wees voorzichtig bij prostaathyperplasie, pylorusstenose, stenoserend ulcus pepticum, epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie.
Dit middel kan een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
Acuut: verwardheid, misselijkheid en braken. CZS-effecten variëren van sterke sedatie tot excitatie (bij kinderen eerst excitatieverschijnselen), hallucinaties, convulsie. Anticholinerge symptomen: onder andere droge mond, wijde lichtstijve pupillen, hartkloppingen, temperatuurverhoging, urineretentie.
Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling de monografie eerste generatie H1-antihistaminica via vergiftigingen.info (zoek op clemastine).
Eigenschappen
Langwerkend antihistaminicum (van de 1e generatie) met centraal aangrijpingspunt en een zwak sederende werking: max. binnen 5–7 uur. Werkingsduur: tot 12 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | volledig. |
T max | oraal: 2–4 uur. |
Eiwitbinding | 95%. |
Metabolisering | in sterke mate in de lever. |
Eliminatie | voornamelijk (45–65%) met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | tot 37 uur. |
Geneesmiddelgroep
clemastine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (J05AF06)
- alimemazine (J05AF06)
- cetirizine (J05AF06)
- chloorcyclizine/cinnarizine (J05AF06)
- cinnarizine (J05AF06)
- clemastine (J05AF06)
- cyclizine (J05AF06)
- desloratadine (J05AF06)
- dimetindeen (J05AF06)
- ebastine (J05AF06)
- fexofenadine (J05AF06)
- hydroxyzine (J05AF06)
- ketotifen (J05AF06)
- levocetirizine (J05AF06)
- loratadine (J05AF06)
- meclozine (J05AF06)
- meclozine/pyridoxine (J05AF06)
- mizolastine (J05AF06)
- oxomemazine (J05AF06)
- promethazine (J05AF06)
- rupatadine (J05AF06)