oxomemazine
Samenstelling
Toplexil Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Stroop
- Sterkte
- 0,33 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 150 ml
Bevat tevens saccharose 730 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het gebruik van oxomemazine bij hoesten wordt niet aangeraden, vanwege onvoldoende effectiviteit en de sedatieve werking. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling van Acuut hoesten zie de indicatietekst Acuut hoesten. Oxomemazine mag niet aan kinderen jonger dan twee jaar worden gegeven vanwege een mogelijk verband met het ’sudden infant death syndrome’ (wiegendood) of aan ouderen vanwege de anticholinerge bijwerkingen.
Indicaties
Bij hoest.
Dosering
Hoest:
Volwassenen:
15–30 ml per dag in 2–3 doses.
4–10 jaar:
15–25 ml per dag in 2–3 doses.
Kinderen 2–4 jaar:
10–20 ml per dag in 2–3 doses;
Bijwerkingen
Frequent: sedatie, slaperigheid, duizeligheid, slecht coördinatievermogen.
Verder: maag-darmstoornissen (o.a. obstipatie, diarree), droge mond, anorexie, spierslapte, accommodatiestoornissen, mydriasis, palpitaties, hypotensie, urineretentie, geelzucht, erytheem, eczeem, jeuk, purpura, urticaria, oedeem en fotosensibilisatie. Rustelozebenensyndroom. Langdurig gebruik kan, vooral in hoge doses en bij ouderen, leiden tot extrapiramidale stoornissen, zoals tardieve dyskinesie. Paradoxale stimulering van het centraal zenuwstelsel kan ook voorkomen, zoals nervositeit, verwardheid, hallucinaties, prikkelbaarheid, slapeloosheid, tremoren, tachycardie en verhoogde neiging tot convulsies, vooral bij kinderen en ouderen.
Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Zeer zelden: leukopenie, hemolytische anemie, agranulocytose en trombocytopenische purpura.
Interacties
Combinatie met stoffen met een anticholinerge werking zoals tricyclische antidepressiva, sommige antiparkinsonmiddelen of sommige antipsychotica geeft een versterkt anticholinerg effect.
Het bloeddrukverlagende effect van perifere α-blokkerende sympathicolytica zoals labetalol en van centraal werkende antihypertensiva zoals methyldopa kan worden versterkt.
Alcohol en andere centraal dempende stoffen kunnen de centrale werking van antihistaminica versterken.
Antihistaminica kunnen de resultaten van allergietesten beïnvloeden en kunnen interfereren met immunotherapie bij allergie.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (fenothiazinen).
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- Acute astma-aanval;
- Kinderen jonger dan 2 jaar;
- Overgevoeligheid voor fenothiazinen.
Waarschuwingen
Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 2 jaar vanwege de kans op sedering en ademhalingsdepressie; er is een samenhang met het ’Sudden Infant Death Syndrome’. Wees voorzichtig bij kinderen met slaapapneu in de anamnese, bij het vóórkomen van ’Sudden Infant Death Syndrome’ in het gezin, wanneer kinderen minder makkelijk dan normaal spontaan wakker worden en bij erg zieke of gedehydrateerde kinderen. Wees voorzichtig bij kinderen jonger dan 6 jaar vanwege meer kans op neuropsychiatrische bijwerkingen.
Wees ook voorzichtig bij epilepsie (focale cerebrale corticale laesies), cardiovasculaire aandoeningen en hypertensie, hepatische aandoeningen, urineretentie en prostaathypertrofie.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogboldruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Blootstelling aan direct zonlicht vermijden wegens kans op fotosensibilisatie.
Omdat de drank 7,3 gram saccharose per 10 ml bevat, is deze niet geschikt voor gebruik door patiënten met diabetes mellitus.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
depressie van het centrale zenuwstelsel (lethargie, dysartrie, ataxie, stupor, bewustzijnsdaling tot coma), convulsies, mydriasis, cardiovasculaire symptomen (hypotensie, ventriculaire tachycardie, aritmie), respiratoire depressie en hypothermie.
Therapie
opname op een intensivecare-afdeling is noodzakelijk. De behandeling bestaat in het algemeen uit maagspoelen gedurende de eerste uren na de inname (vertraagde darmperistaltiek) en verder herhaalde toediening van actieve kool vanwege enterohepatische kringloop. Aritmieën behandelen met behulp van cardioversie. Kinidine is gecontra-indiceerd. Toediening van fysostigmine wordt afgeraden.
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat. Antihistaminicum met sederende en zwak anticholinerge en α1-adrenerge eigenschappen. Heeft tevens antiserotonerge en anti-emetische eigenschappen.
Geneesmiddelgroep
oxomemazine hoort bij de groep antihistaminica, systemisch.
- acrivastine (J05AF06)
- alimemazine (J05AF06)
- cetirizine (J05AF06)
- chloorcyclizine/cinnarizine (J05AF06)
- cinnarizine (J05AF06)
- clemastine (J05AF06)
- cyclizine (J05AF06)
- desloratadine (J05AF06)
- dimetindeen (J05AF06)
- ebastine (J05AF06)
- fexofenadine (J05AF06)
- hydroxyzine (J05AF06)
- ketotifen (J05AF06)
- levocetirizine (J05AF06)
- loratadine (J05AF06)
- meclozine (J05AF06)
- meclozine/pyridoxine (J05AF06)
- mizolastine (J05AF06)
- oxomemazine (J05AF06)
- promethazine (J05AF06)
- rupatadine (J05AF06)