Clobetasol

Publish

Samenstelling

Clarelux (propionaat) Pierre Fabre Benelux

Toedieningsvorm
Schuim (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
100 g

Bevat tevens: propyleenglycol.

Clobex (propionaat) Galderma Nederland

Toedieningsvorm
Shampoo
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
125 ml

Dermovate (propionaat) GlaxoSmithKline bv

Toedieningsvorm
Crème, hydrofiel (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
25 g, 30 g

Conserveermiddel: chloorcresol. Bevat tevens propyleenglycol.

Toedieningsvorm
Lotion (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
25 g, 30 g, 50 g

Conserveermiddel: isopropylalcohol

Toedieningsvorm
Zalf, hydrofoob (0,05%)
Sterkte
0,5 mg/g
Verpakkingsvorm
25 g, 30 g

Bevat propyleenglycol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

clobetasol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Clobetasol is een corticosteroïd uit klasse 4. Preparaten uit deze klasse zijn in het algemeen slechts aangewezen, indien met preparaten uit klasse 1, 2 en 3 niet kan worden uitgekomen.

Psoriasis in eerste instantie lokaal behandelen met indifferente middelen gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd, of gecombineerd met een klasse 3-corticosteroïd èn een vitamine D-analoog, of monotherapie met een klasse 4-corticosteroïd. Na max. 4 weken het dagelijks gebruik van corticosteroïden en vitamine D-analogen afbouwen tot een intermitterende behandeling. Indifferente middelen dagelijks continueren. Bij kinderen en bij toepassing in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. De keuze van een zalf- of crèmebasis is afhankelijk van de locatie van de huidafwijkingen (wel/niet behaarde hoofdhuid) en de voorkeur van de patiënt. Bij onvoldoende effect van lokale therapie worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast.

Klasse 4-corticosteroïden hebben alleen een plaats in de acute fase van ernstig eczeem (bv. contacteczeem) die behandeld wordt in de tweedelijnszorg.

Indicaties

Steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen die onvoldoende reageren op lokale corticosteroïden uit klasse 2 en 3 zoals:

  • Psoriasis (met uitzondering van uitgebreide ’plaque psoriasis’);
  • Gelichenificeerd eczeem;
  • Lupus erythematodes discoides;
  • Hypertrofische lichen en hypertrofie van littekens.

Lotion, shampoo en schuim: kortdurende behandeling van niet-infectieuze dermatosen van de behaarde hoofdhuid, zoals psoriasis, die gevoelig zijn voor corticosteroïden en die onvoldoende reageren op corticosteroïden uit klasse 2 en 3.

Dosering

De lotion is brandbaar; vermijdt open vuur en gebruik van een föhn.

Niet toepassen op de huid van het gelaat, genitaliën en in lichaamsplooien. Zo kan bij gebruik op oogleden door contaminatie van de conjunctiva glaucoma simplex of subcapsulair cataract ontstaan. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen.

Klap alles open Klap alles dicht

Niet-infectieuze dermatosen: inductietherapie:

Volwassenen en kinderen > 1 jaar:

Crème, zalf: 1–2×/dag dun aanbrengen en voorzichtig inwrijven, bij verbetering dosering verlagen naar 1×/dag of minder (afbouwen). Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE). Bij volwassenen kan bij meer therapieresistente laesies, zoals verdikte psoriasisplaques op ellebogen en knieën, (nachtelijke) occlusie het effect versterken; bij verbetering van de symptomen kan de behandeling eventueel zonder occlusie worden voortgezet. Lotion: een geringe hoeveelheid ’s morgens en ’s avonds direct op de laesies van de hoofdhuid aanbrengen. Na verbetering kan 1×/dag of minder aanbrengen voldoende zijn. De behandeling moet geleidelijk worden afgebouwd. In het algemeen maximaal 30–60 g (max. 30 g bij kinderen) crème, zalf of lotion per week gebruiken, bij kinderen zo kortdurend mogelijk de minimale hoeveelheid die nodig is gebruiken. Minder dan 4 achtereenvolgende weken gebruiken zonder tussentijdse controle. Beoordeel diagnose en behandeling opnieuw als na 2–4 weken geen verbetering opgetreden is.

Periodieke onderhoudsdosering bij frequent recidiverende aandoeningen: 2×/week 1×/dag dun aanbrengen, zonder occlusie, op alle eerder aangedane huidoppervlakken. Deze behandeling bij voorkeur combineren met het dagelijks gebruik van een indifferent middel.

Klap alles open Klap alles dicht

Shampoo: Volwassenen: 1×/dag een kleine hoeveelheid (voor behandeling van de gehele hoofdhuid is ca. een halve eetlepel nodig) direct op de laesie van de droge hoofdhuid aanbrengen, inmasseren en 15 minuten zonder occlusie laten inwerken. Vervolgens wegspoelen met water. Bij verbetering aanbrengen met langere intervallen. Minder dan 4 achtereenvolgende weken gebruiken. Na gebruik de handen zorgvuldig wassen.

Schuim: Volwassenen: 2×/dag een kleine hoeveelheid direct op de laesie of via een koud voorwerp aanbrengen; het schuim lost namelijk onmiddellijk op bij contact met de warme huid, dus niet rechtstreeks op de handen spuiten. Dan voorzichtig inmasseren totdat het schuim verdwijnt en is geabsorbeerd. In het algemeen minder dan 50 g schuim per week gebruiken. Minder dan 2 achtereenvolgende weken gebruiken.

Breng een indifferent middel één uur na de corticosteroïdcrème of -zalf aan.

Bijwerkingen

Lokaal: Vaak (1-10%): brandend gevoel (schuim), acne en folliculitis (shampoo), prikkende en brandende ogen (bij gebruik van shampoo).

Soms (0,1-1%): huidklachten zoals jeuk en irritatie (shampoo), urticaria, huidatrofie, striae, teleangiëctasieën.

Zeer zelden (< 0,01%): andere huidklachten (roodheid, gevoelige en trekkende huid), paresthesie, dermatitis, contacteczeem, verergerde psoriasis, oppervlakkige bloedvatdilatatie.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (huiduitslag), huidklachten (irritatie, pijn, jeuk, droogheid, branderigheid), verouderde huid, rosacea, acne, milia, purpura, periorale dermatitis, psoriasis pustulosa, depigmentatie, vertraagde wondgenezing, hypertrichosis, alopecia, trichorrhexis.

Systemisch: Gemeld zijn: groeihormoondeficiëntie en vertraagde gewichtstoename bij kinderen, hypercortisolisme, bijnierschorsinsufficiëntie, hypertensie, opportunistische infecties, osteoporose, hyperglykemie, Cushing-achtige verschijnselen (zoals vollemaansgezicht, centrale obesitas), glaucoom, cataract. Hematurie, proteïnurie, toegenomen MCV.

De kans op systemische effecten is het grootst bij: gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie, gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).

Interacties

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gedocumenteerde gegevens (lokaal gebruik). Bij de mens is bij lokaal gebruik van met name klasse 1 en 2 corticosteroïden op de huid geen toegenomen kans op congenitale afwijkingen aangetoond. De resorptie vanuit de huid is laag. Systemische blootstelling is echter mogelijk bij langdurig lokaal gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken.
Farmacologisch effect: Theoretisch bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de pasgeborene, met name bij sterk en zeer sterk werkende corticosteroïden, langdurig lokaal gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote huidoppervlakken.
Advies: gebruik op strikte indicatie, vermijd langdurig gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote en beschadigde oppervlakken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij uitgebreid gebruik (langdurig, op een groot huidoppervlak) kan het optreden van relevante bloedspiegels bij de moeder en de kans op een ongewenst effect bij de zuigeling niet worden uitgesloten.
Advies: Bij langdurig gebruik, gebruik onder occlusie of gebruik op grote huidoppervlakken wordt het geven van borstvoeding ontraden.
Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.

Contra-indicaties

  • onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
  • (brand)wonden, ulcereuze huidaandoeningen;
  • bijwerkingen door eerder gebruik van dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • perianale en genitale jeuk;
  • jeuk zonder ontstekingsverschijnselen;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Waarschuwingen

Zeer sterk werkende corticosteroïden komen hoofdzakelijk voor kortdurende toepassing in aanmerking. Nadat de aandoening is onderdrukt, moet clobetasolpropionaat zo mogelijk worden vervangen door een minder sterk werkend corticosteroïd.

Dermovate lotion (isopropylalcohol) kan oogirritatie veroorzaken. Clobex shampoo en Clarelux schuim zijn alleen bedoeld voor behandeling van psoriasis op de behaarde hoofdhuid (zonder occlusie), niet op het gelaat. Indien de shampoo of schuim in het oog komt, direct spoelen met een ruime hoeveelheid water. Clarelux schuim niet onder occlusie gebruiken zonder toezicht van een arts. Niet toepassen op de oogleden en na gebruik de handen wassen vanwege risico op contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract.

Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij een contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op een contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.

Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met (zeer) sterk werkende corticosteroïden geleidelijk afbouwen.

Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Bacteriële infecties worden bevorderd door warme, vochtige condities (zoals in huidplooien of onder occlusie); zorg voor een gereinigde huid voordat een nieuw verband wordt aangebracht. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie moet de behandeling met corticosteroïden worden gestaakt.

Wees voorzichtig bij (langdurig) gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers), vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen. Gebruik onder occlusie dient van korte duur te zijn en beperkt tot een klein gedeelte van de huid. Intensief en langdurig lokaal gebruik kan leiden tot atrofische veranderingen van de huid en osteoporose.

De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).

Systemische bijwerkingen: wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïd-insufficiëntie na het (abrupt) stopzetten van langdurige behandeling van met name (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.

Kinderen: wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen (relatief groot huidoppervlak en dunne huid), vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Langdurig gebruik van met name (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden bij kinderen kan sneller leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen. De veiligheid en werkzaamheid van Clobex shampoo en Clarelux schuim zijn bij kinderen niet vastgesteld; gebruik wordt daarom ontraden. Dermovate crème, zalf en lotion zijn gecontra-indiceerd bij kinderen < 1 jaar.

Ouderen en mensen met een gestoorde lever- en/of nierfunctie: wees ook voorzichtig bij het gebruik bij ouderen (dunne huid en verhoogd risico op huidatrofie) en patiënten met een gestoorde lever- en/of nierfunctie vanwege de toegenomen kans op lokale en systemische bijwerkingen. Na langdurige behandeling en behandeling van grote oppervlakken kan sneller bijnierschorssuppressie optreden; aanbevolen wordt de behandeling geleidelijker af te bouwen.

Overdosering

Eigenschappen

Zeer sterk werkend corticosteroïd; klasse 4. Clobetasol heeft een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Het onderdrukt de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Verder remt het de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum. De crème is te gebruiken voor nattende, de zalf voor droge, verdikte of schilferige huidaandoeningen. De lotion, shampoo en schuim zijn bestemd voor toepassing op de behaarde hoofdhuid.

Kinetische gegevens

Resorptiekan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Bij een niet intacte huid, zoals bij psoriasis en eczeem, is de resorptie wel tot 18× hoger; plasmaconcentraties van 2–5 ng/ml zijn gemeten 3 uur na aanbrengen van 25 g van de zalf. Resorptie vanuit de shampoo bij de aanbevolen wijze van gebruik is zeer gering.
Metaboliseringin de lever.
Eliminatievnl. via de urine.