clobetason
Samenstelling
Emovate (butyraat) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Crème (0,05%)
- Sterkte
- 0,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g, 30 g
Conserveermiddel: chloorcresol.
- Toedieningsvorm
- Zalf (0,05%)
- Sterkte
- 0,5 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Clobetason is een corticosteroïd uit klasse 2. Bij de behandeling van de meeste huidaandoeningen, waarbij corticosteroïden zijn geïndiceerd, kan worden uitgekomen met de preparaten uit klasse 1 resp. 2. Bij een therapie met een preparaat uit deze klasse adviseert de Commissie op het kostenaspect te letten.
Indicaties
Verlichting van ontstekingsverschijnselen en jeuk bij steroïdgevoelige dermatosen zoals:
- constitutioneel eczeem;
- allergisch en irritatief contacteczeem;
- nummulair eczeem;
- pompholyx (vorm van vesiculair of dyshydrotisch eczeem met grote blaren diep in de huid).
Onderhoudsbehandeling van dermatosen die met een sterker werkend corticosteroïd behandeld zijn.
Dosering
Steroïdgevoelige dermatosen:
Volwassenen en kinderen:
aanvankelijk 1–2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid, bij verbetering de dosering verlagen tot enkele malen per week of overschakelen op een minder sterk werkend corticosteroïd. Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE); kinderen tot 2 jaar max. 30 g per week, kinderen ouder dan 2 jaar max. 60 g per week, volwassenen max. 100 g per week.
Bij kinderen: zodra verbetering optreedt de toedieningsfrequentie verlagen tot de laagste nog effectieve dosis en gedurende een zo kort mogelijke periode voorschrijven. Indien geen verbetering optreedt < 7 dagen behandeling heroverwegen. Het dagelijkse gebruik maximaal 4 weken toepassen.
Bij ouderen en verminderde lever-/nierfunctie na langdurige behandeling en behandeling van grote oppervlakken de behandeling geleidelijker afbouwen. Zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Constitutioneel eczeem:
Kinderen > 1 maand:
Volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1×/dag dun aanbrengen. Aan het begin van de behandeling kan men overwegen om kortdurend 2×/dag aan te brengen. Bij verbetering afbouwen naar 1×/dag gedurende 2–4 dagen/week. Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE), kinderen tot 2 jaar max. 30 g per week, kinderen ouder dan 2 jaar max. 60 g per week.
Toedieningsinformatie: breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan. Niet toepassen op de oogleden en wees voorzichtig met het gebruik op andere plekken in het gelaat en op de genitaliën (zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen).
Bijwerkingen
Lokaal: Gemeld zijn: huidklachten (jeuk, irritatie, branderigheid, pijn, roodheid), overgevoeligheid (huiduitslag, contacteczeem), urticaria, pigmentatieveranderingen, huidatrofie, striae, verergering van onderliggende symptomen, hypertrichosis.
Systemisch: Gemeld zijn: Cushing-achtige verschijnselen (vollemaansgezicht, centrale obesitas), vertraagde gewichtstoename/groeivertraging bij kinderen, hypocortisolisme , bijnierschorsinsufficiëntie, hypertensie, opportunistische infecties, osteoporose, hyperglykemie, obesitas, glaucoom, cataract.
De kans op systemische effecten is het grootst bij: gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie (cave: luier), gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).
Interacties
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens heeft laten zien dat lokaal gebruik van klasse 1 en 2 corticosteroïden geen nadelige effecten laat zien. De resorptie vanuit de huid is laag. Systemische blootstelling is echter mogelijk bij langdurig lokaal gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken.
Farmacologisch effect: Theoretisch bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de pasgeborene, met name bij langdurig lokaal gebruik, gebruik onder occlusie en gebruik op grote huidoppervlakken.
Advies: Matig sterk werkende corticosteroïden kunnen kortdurend en op een klein onbeschadigd oppervlak worden toegepast. Vermijd gebruik onder occlusie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij kortdurende toepassing op kleine onbeschadigde huidoppervlakken zullen geen relevante bloedspiegels bij de moeder optreden en lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan als kortdurende behandeling van een klein onbeschadigd oppervlak worden toegepast. Vermijd gebruik onder occlusie.
Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.
Contra-indicaties
- onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
- ongenezen wonden;
- ulcereuze huidaandoeningen;
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, dermatitis perioralis, striae, huidatrofie;
- fragiliteit van de huidvaten;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen
Toedieningsinformatie: Niet toepassen op de oogleden, vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen; het wordt aanbevolen voor deze toepassingen zwak werkende corticosteroïden te gebruiken. Wees voorzichtig bij het gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers) en gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en huidplooien, vanwege de toegenomen kans op zowel lokale als systemische bijwerkingen.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Bacteriële infecties worden bevorderd door warme, vochtige condities (zoals in huidplooien of onder occlusie); zorg voor een gereinigde huid voordat een nieuw verband wordt aangebracht. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken
Systemische bijwerkingen: wees bedacht op mogelijke systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as (op langere termijn) mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden. Langdurige behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk staken of overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd.
Gebruik bij kinderen (relatief groot huidoppervlak en dunne huid) kan leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.
Ouderen en gestoorde lever- en/of nierfunctie: bij ouderen (dunne huid en meer kans op huidatrofie) en patiënten met een gestoorde lever- en/of nierfunctie kan na langdurige behandeling en behandeling van grote oppervlakken sneller bijnierschorssuppressie optreden; aanbevolen wordt de behandeling geleidelijker af te bouwen.
Overdosering
Eigenschappen
Matig sterkwerkend corticosteroïd, klasse 2. Corticosteroïden uit klasse 2 en 3 (matig sterk resp. sterk werkend) hebben een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een toegenomen penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum. De crème is bestemd voor nattende, de zalf voor droge, verdikte en schilferige huidaandoeningen.
Kinetische gegevens
Resorptie | kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane resorptie. |
Eliminatie | vnl. via de urine. |
Geneesmiddelgroep
clobetason hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan.
- betamethason (J05AF06)
- betamethason in propyleenglycol (J05AF06)
- clobetasol (J05AF06)
- clobetason (J05AF06)
- desoximetason (J05AF06)
- flumetason (J05AF06)
- fluticason (J05AF06)
- hydrocortison (J05AF06)
- hydrocortisonacetaat (J05AF06)
- hydrocortisonbutyraat (J05AF06)
- mometason (J05AF06)
- triamcinolon (J05AF06)
- triamcinolonacetonide (J05AF06)