Doxorubicine in gepegyleerde liposomen

Publish

Samenstelling

Caelyx (hydrochloride, in gepegyleerde liposoomformulering) Janssen-Cilag bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
10 ml, 25 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

doxorubicine in gepegyleerde liposomen vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

Als monotherapie bij gemetastaseerd mammacarcinoom wanneer sprake is van vergroot risico van hartaandoeningen. Gevorderd ovariumcarcinoom na falen van eerstelijnsbehandeling met chemotherapie die platina bevat. In combinatie met bortezomib bij progressief multipel myeloom bij patiënten die ten minste één eerdere behandeling hebben gekregen en die reeds eenbeenmergtransplantatie hebben ondergaan of hiervoor niet in aanmerking komen. Bij aan aids gerelateerd kaposi-sarcoom met minder dan 200 CD4-lymfocyten/mm³ en een uitgebreide mucocutane of viscerale ziekte, als eerstelijnsbehandeling of als tweedelijnsbehandeling bij gevorderde ziekte of bij intolerantie voor combinatiechemotherapie die ten minste twee van de volgende stoffen bevat: een vinca-alkaloïde, bleomycine en standaard doxorubicine (of een ander antracycline). Bij kaposi-sarcoom niet toepassen indien effectieve behandeling met lokale therapie of systemische interferon-α therapie mogelijk is.

Dosering

Gepegyleerd liposomaal doxorubicine mag niet onderling verwisseld worden met andere formuleringen van doxorubicine vanwege het verschil in farmacokinetisch profiel en doseringsschema’s. Verdunnen met een 5% glucoseoplossing.

Bij oncologische indicaties zijn dosering en doseerfrequentie sterk individueel bepaald, aan wijzigingen onderhevig en afhankelijk van onder andere algemene toestand en bloedbeeld.

Klap alles open Klap alles dicht

Mammacarcinoom of ovariumcarcinoom:

De gebruikelijke dosering is 50 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/4 weken.

Multipel myeloom (i.c.m. bortezomib):

De gebruikelijke dosering is 30 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 4 van de cyclus van 3 weken via een 1 uur durende i.v. infusie direct na de infusie van bortezomib. De gebruikelijke dosering van bortezomib is 1,3 mg/m² lichaamsoppervlak op dag 1, 4, 8 en 11 om de 3 weken.

De eerste dosis met een snelheid van max. 1 mg/min toedienen en indien geen infusiereactie wordt waargenomen, vervolgdoses in 60 min toedienen. Bij optreden van een infusiereactie 5% van de totale dosis langzaam toedienen in 15 min en indien geen reactie optreedt de infusiesnelheid verdubbelen in de volgende 15 min. Indien dit goed wordt verdragen de resterende dosis in 60 min toedienen (totale infusieduur bedraagt 90 min).

Klap alles open Klap alles dicht

Aan aids gerelateerd kaposi-sarcoom:

De gebruikelijke dosering is 20 mg/m² lichaamsoppervlak via een 30 min durende i.v. infusie 1×/2–3 weken. Een behandelduur van 2–3 maanden wordt aanbevolen vanwege de therapeutische respons en om deze te handhaven kan de behandeling zo nodig langer worden voortgezet.

Bijwerkingen

Alle indicaties:

Zeer vaak (> 10%): infusiereacties (hoofdzakelijk tijdens de eerste infusie).

Zeer zelden (< 0,01%): convulsies geassocieerd met infusiereacties, ernstige huidreacties, waaronder eruptio bullosa, erythema multiforme, stevens-johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse.

Verder zijn gemeld: secundaire acute myeloïde leukemie en myelodysplasie bij combinatietherapie en congestief hartfalen.

Bij mammacarcinoom:

Zeer vaak (> 10%): hand-voetsyndroom (ca. 44%, waarvan < 1% levensbedreigend), alopecia (20%), huiduitslag. Misselijkheid (37%), braken, stomatitis. Anorexie, asthenie, vermoeidheid, mucositis.

Vaak (1-10%): beenmergdepressie zoals leukopenie, anemie, neutropenie en trombocytopenie, trombocytemie. Bovenste luchtweginfectie, folliculitis, schimmelinfectie, koortslip. Bloedneus. Dyspepsie, buikpijn, obstipatie, diarree. Paresthesie, perifere neuropathie. Troebel zicht, tranende ogen. Erytheem, droge huid, schilfering, huidverkleuring, afwijkende pigmentatie, eruptio bullosa, dermatitis, nagelafwijking. Ventriculaire aritmie. Kramp in de benen, pijn (in spieren, skelet, borst), oedeem (o.a. in de benen), zwakte, koorts.

Soms (0,1-1%): slaperigheid.

Bij ovariumcarcinoom:

Zeer vaak (> 10%): beenmergdepressie zoals leukopenie, anemie, neutropenie en trombocytopenie, meestal licht tot matig van ernst en niet gerelateerd aan neutropenische infectie of sepsis. Hand-voetsyndroom (ca. 46%, waarvan 0,6% levensbedreigend), huiduitslag, alopecia. Stomatitis (ca. 39%, waarvan 0,8% levensbedreigend), misselijkheid (ca. 38%), braken, obstipatie, diarree. Anorexie, asthenie (34%), mucositis.

Vaak (1-10%): infecties zoals faryngitis, gingivitis, orale candidiasis, ulceratie van de mond, oesofagitis, gastritis, herpesinfectie, urineweginfectie, vaginitis. Rugpijn, pijn op de borst, myalgie, koorts, rillingen, malaise, gewichtsverlies, cachexie. Droge mond, verandering van smaak, dysfagie, dyspepsie, flatulentie, buikpijn. Slaperigheid, slapeloosheid, hoofdpijn, duizeligheid, neuropathie, paresthesie, angst, depressie. Perifeer oedeem, vasodilatatie, transpireren, dehydratie, toegenomen hoest, dyspneu. Droge huid, acne, jeuk, verkleuring van de huid, vesiculopapuleuze en maculopapulaire huiduitslag, exfoliatieve dermatitis, huidulcus. Cardiovasculaire aandoeningen. Dysurie. Conjunctivitis. Toename bilirubine- en serumcreatininewaarden.

Bij multipel myeloom (i.c.m. bortezomib):

Zeer vaak (> 10%): anemie, neutropenie, trombocytopenie. Stomatitis. Vermoeidheid, hoofdpijn, asthenie, koorts, anorexie. Perifere sensorische neuropathie en neuralgie. Misselijkheid (40%), braken (28%), diarree, obstipatie. Hand-voetsyndroom, droge huid, dermatitis, huiduitslag, jeuk, erytheem, hyperpigmentatie van de huid, petechiën, alopecia. Spierzwakte, -krampen, -pijn.

Vaak (1-10%): leukopenie, herpes simplex, herpes zoster, bovenste luchtweginfectie, pneumonie, orale candidiasis. Hoest, dyspneu. Verandering van smaak, bloedneus, conjunctivitis. Buikpijn, dyspepsie, mondulcera, droge mond, dysfagie. Polyneuropathie. Perifeer oedeem, duizeligheid, malaise, rillingen. Slapeloosheid, lethargie, syncope, angst, verlaagde ejectiefractie. Dehydratie, hypokaliëmie, -magnesiëmie, -natriëmie, -calciëmie en hyperkaliëmie, verhoogde serumcreatininewaarden, ASAT, ALAT. Hypo- of hypertensie, flebitis.

Bij kaposi-sarcoom:

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid en beenmergdepressie (ca. 50%), vooral leukopenie, maar ook neutropenie en anemie; de hematologische toxiciteit is een dosisbeperkende bijwerking.

Vaak (1–10%): trombocytopenie. Diarree, obstipatie, buikpijn, braken, anorexie, gewichtsverlies, stomatitis, mondulcera, orale candidiasis, glossitis. Retinitis. Vasodilatatie, duizeligheid, dyspneu, asthenie, alopecia, koorts, huiduitslag, overgevoeligheidsreacties (incl. anafylactische reacties), infusiegerelateerde acute reacties. Respiratoire bijwerkingen zijn waarschijnlijk gerelateerd aan de bij aids optredende opportunistische infecties.

Soms (0,1-1%): verwardheid, paresthesie, hand-voetsyndroom.

Zelden (0,01-0,1%): eruptio bullosa, sepsis (i.v.m. leukopenie).

Interacties

Er zijn geen specifieke geneesmiddelonderzoeken naar interacties uitgevoerd, waarschijnlijk is sprake van interactie met stoffen waarvan bekend is dat ze interactie vertonen met conventionele doxorubicine, zie doxorubicine#interacties.

Zwangerschap

Doxorubicine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren is het middel schadelijk gebleken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én ten minste zes maanden na de therapie. Raad mannen voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Gebruik ontraden, in verband met de potentieel ernstige bijwerkingen bij zuigelingen.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Voorzichtig bij gestoorde hartfunctie. Analoog aan de bevindingen met standaard doxorubicine dient vooralsnog rekening te worden gehouden met een vergroot risico van cardiotoxiciteit bij cumulatieve doses van > 450 mg/m². Voor en tijdens behandeling cardiologisch onderzoek verrichten (ecg, vervolgens meten van de linker ventriculaire ejectiefractie door middel van echocardiografie, MUGA); bij vermindering van het QRS-complex of tekenen van cardiomyopathie een endomyocardiale biopsie overwegen. Hartfalen ten gevolge van cardiomyopathie kan zonder voorafgaande ecg-wijzigingen optreden, ook enkele weken na stoppen van de therapie. Vóór en tijdens behandeling regelmatig het bloedbeeld controleren. Bij optreden van infusiereacties (m.n. tijdens de eerste infusie) de behandeling direct staken, passende premedicatie geven en vervolgens een lagere infusiesnelheid aanhouden. De dosering dient volgens schema op grond van de bijwerkingen zoals hand-voetsyndroom, stomatitis of hematologische toxiciteit te worden verminderd of de toediening vertraagd. Hand-voetsyndroom treedt meestal na 2–3 behandelingscycli op; preventie en behandeling kan bestaan uit corticosteroïden, pyridoxine of het koel en onbedekt houden van de handen en voeten, te beginnen 4–7 dagen na de start van de infusie. Terughoudend zijn bij patiënten met kaposi-sarcoom en splenectomie, aangezien ervaring hierbij ontbreekt. De ervaring bij een leeftijd < 18 jaar is beperkt. Ervaring bij een creatinineklaring < 30 ml/min ontbreekt. Vóór toediening de leverfunctie (ALAT/ASAT, alkalische fosfatase en bilirubine) evalueren en op basis van de bilirubineconcentratie de dosering aanpassen. Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie zwangerschap.

Overdosering

Eigenschappen

In liposomen ingekapseld doxorubicine(hydrochloride). De liposomen zijn voorzien van oppervlaktegebonden methoxypolyethyleenglycolmoleculen (MPEG). De pegylering beschermt de liposomen tegen detectie door het mononucleaire fagocyterende systeem, waardoor de liposomen langer in het bloed circuleren. Doxorubicine is een antracycline antibioticum met oncolytische werking, geïsoleerd uit een stam van Streptomyces peucetius. Verstoort het mitoseproces; de vroege profase door lage doses, de mitose door hoge doses. De nucleïnezuursynthese (DNA, RNA) wordt geremd.

Kinetische gegevens

OverigLiposomaal doxorubicine verdeelt zich hoofdzakelijk extracellulair in tegenstelling tot doxorubicine dat een uitgebreide weefseldistributie heeft. Daardoor wordt bij liposomaal doxorubicine een hogere plasmaconcentratie aan totaal doxorubicine bereikt, maar een lagere plasmaconcentratie aan vrij doxorubicine. Doxorubicine komt pas vrij na extravasatie van de liposomen in het weefselcompartiment.
V d ca. 1,46 l/m² (bij mammacarcinoom), 1,95 l/m² (bij ovariumcarcinoom) en 2,72 l/m² (bij kaposi-sarcoom). De concentratie in kaposi-sarcoomlaesies is twee dagen na toediening 3 tot 53× hoger dan in de normale huid.
Metaboliseringgedeeltelijk, via CYP450 in de lever tot o.a. het werkzame doxorubicinol.
Eliminatievnl. via de gal en feces.
T 1/2ca. 72 uur (bij mammacarcinoom), 75 uur (bij ovariumcarcinoom) en 55 uur (bij kaposi-sarcoom).