idarubicine
Samenstelling
Idarubicine Infusievloeistof (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 5 ml, 10 ml, 20 ml
Zavedos poeder 10 mg (hydrochloride) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg
Zavedos poeder 5 mg (hydrochloride) Pfizer bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 5 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.
Indicaties
Remissie-inductie van acute myeloïde leukemie (AML) bij volwassenen, als eerstelijnsbehandeling of bij een recidief of bij refractaire AML. Acute lymfatische leukemie (ALL) bij volwassenen en kinderen, als tweedelijnsbehandeling.
Dosering
Intraveneus toedienen in 5-10 minuten.
Acute myeloïde leukemie,
Volwassenen:
i.v. 12 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 3 dagen in combinatie met cytarabine. Een alternatief schema is: idarubicine 8 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 5 dagen (zowel in mono- als combinatietherapie).
Acute lymfatische leukemie,
Volwassenen:
i.v. 12 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 3 dagen (zowel in mono- als combinatietherapie).
Kinderen:
i.v. 10 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 3 dagen (zowel in mono- als combinatietherapie).
Verlaag de dosis met 50% indien de concentratie bilirubine 21-34 micromol/l en/of de concentratie creatinine 106-177 micromol/l is.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (ernstige) beenmergsuppressie, anemie, ernstige leukopenie, (febriele) neutropenie, granulocytopenie, trombocytopenie. Infectie. Anorexia. Misselijkheid, braken, mucositis/stomatitis, diarree, maagpijn. Alopecia. Koorts. Rode verkleuring van de urine gedurende 1–2 dagen na de behandeling.
Vaak (1-10%): cardiomyopathie, sinustachycardie, tachyaritmieën, asymptomatische reductie vande linker ventrikel ejectiefractie, congestief hartfalen. Lokale flebitis, tromboflebitis. Gastro-intestinale bloedingen, buikpijn. Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine verhoogd. Huiduitslag, jeuk, ‘radiation recall’-dermatitis. Hemorragie.
Soms (0,1-1%): sepsis/septikemie. Secundaire leukemieën (AML, MDS). Hyperurikemie. ECG-afwijking, myocardinfarct. Shock. Oesofagitis, colitis (waaronder ernstige enterocolitis/neutropene enterocolitis metperforatie). Huid- en nagelhyperpigmentatie, urticaria. Dehydratie.
Zelden (0,01-0,1%): cerebrale hemorragie.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylaxie. Pericarditis, myocarditis, atrioventriculair blok, bundeltakblok. Trombo-embolie, opvliegers. Erosies/ulceraties van maag-darmkanaal. Erytheem van de extremiteiten.
Verder zijn gemeld: septische shock. Tumorlysissyndroom. Ventriculaire disfunctie, maligne aritmieën, galop-ritme. Dyspneu, longoedeem. Hepatomegalie. (Enkel)oedeem. Weefselhypoxie, weefselnecrose, ascites, periveneuze extravasatie, cellulitis.
Interacties
Idarubicine wordt voornamelijk door CYP2C9 en CYP2D6 gemetaboliseerd, idarubicinespiegels nemen daarom toe als deze enzymen geremd worden. De cardiotoxiciteit wordt versterkt door gebruik van mitoxantron, doxorubicine, daunorubicine, epirubicine of andere cardiotoxische of cardio-actieve stoffen (bv. calciumkanaalblokkers); controleer de hartfunctie regelmatig bij dergelijke behandelcombinaties. Een additief myelosuppressief effect kan optreden wanneer tegelijkertijd of binnen 2–3 weken voor de behandeling met idarubicine radiotherapie wordt gegeven. Niet gelijktijdig gebruiken met levende verzwakte vaccins, vanwege de kans op systemische, mogelijk dodelijke, gegeneraliseerde vaccinatieziekte. Het respons op gedood of geïnactiveerd vaccin kan verminderen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Idarubicine heeft mutagene, carcinogene en teratogene eigenschappen bij dieren.
Advies: Met name in het eerste trimester gebruik ontraden, verder alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste zes maanden na de therapie. Raad een vruchtbare man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat idarubicine tot infertiliteit kan leiden. Genetisch advies wordt aanbevolen voor patiënten die na de behandeling een kinderwens hebben.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd.
Contra-indicaties
Ernstige lever- of nierfunctiestoornis. Niet onder controle gebrachte infectie. Ernstig myocardinsufficiëntie, recent doorgemaakt myocardinfarct, ernstige aritmie. Aanhoudende beenmergsuppressie. Eerdere behandeling met een maximale cumulatieve dosis van idarubicine of andere cardiotoxische producten. Overgevoeligheid voor andere antracyclinen of antraceendionen.
Waarschuwingen
Beenmergsuppressie is de dosisbeperkende toxiciteit. Regelmatig het bloedbeeld controleren in verband met beenmergremming met een nadir tussen dag 10–14 (neutrofielen, trombocyten) en een herstel rond de derde behandelweek. Cardiotoxiciteit is een risico van behandeling met antracyclinen en kan acuut of vertraagd (weken tot maanden na beëindiging van de behandeling) optreden. Vóór iedere behandeling de hartfunctie controleren (ECG, LVEF-bepaling door MUGA-scan of echo). Een reductie van het QRS complex, een verlenging buiten de normaalwaarden van het systolische tijdsinterval of een vermindering van de LVEF kunnen een indicatie zijn van door antracyclinen geïnduceerde cardiomyopathie. Bij de eerste signalen van cardiologische verslechtering, de behandeling met idarubicine onmiddellijk stoppen. Risicofactoren voor cardiotoxiciteit zijn een leeftijd jonger dan 15 of ouder dan 70 jaar, actieve of sluimerende hart– en vaatziekten, mediastinumbestraling, voorafgaande of gelijktijdige therapie met verwante antracyclinen of andere cardiotoxische middelen en een hoge cumulatieve dosis idarubicine. Een bolusinjectie wordt afgeraden vanwege het gevaar van extravasatie. Bij extravasatie de toediening stoppen en het gebied rondom de injectieplaats afkoelen. De lever- en nierfunctie vóór en tijdens de behandeling regelmatig controleren. Overweeg een dosisaanpassing indien de bilirubinespiegel stijgt tot ≥ 30 micromol/l of bij een creatininespiegel van ≥ 180 micromol/l. Bloedspiegels van urinezuur, kalium, calciumfosfaat en creatinine na initiële behandeling controleren. In geval van hyperurikemie moet een gepaste behandeling worden ingesteld. Hydratie, het alkalisch maken van de urine en profylaxe met allopurinol om hyperurikemie te voorkomen kunnen de potentiële complicaties van het tumorlysis syndroom tot een minimum beperken.
Overdosering
Eigenschappen
Synthetisch antracyclinederivaat met oncolytische werking. Het is een analogon van daunorubicine, maar is lipofieler en heeft daardoor een snellere cellulaire opname dan daunorubicine en doxorubicine. De cytotoxische werking berust op complexvorming met DNA door intercalatie, wat uiteindelijk resulteert in remming van de synthese van DNA en RNA en op interactie met het enzym topo-isomerase II, wat resulteert in DNA-breuken.
Kinetische gegevens
V d | tot ca. 1500 l/m² of 13 l/kg. |
Eiwitbinding | ca. 97% (idarubicine), 94% (idarubicinol). |
Metabolisering | in de lever vnl. door CYP2C9 en CYP2D6; de belangrijkste actieve metaboliet is idarubicinol. |
Overig | Idarubicine en idarubicinol hopen zich bij leukemiepatiënten binnen enkele minuten na i.v. injectie op in leukocyten en myelocyten in een concentratie die 100× groter is dan in plasma. |
Eliminatie | via gal en urine, vnl. als idarubicinol. |
T 1/2el | ca. 11-25 uur (idarubicine), 41-69 uur (idarubicinol). |
Geneesmiddelgroep
idarubicine hoort bij de groep antracyclinederivaten.