fenylbutazon
Samenstelling
Fenylbutazon Capsules FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 100 mg
(Capsulae Phenylbutazoni FNA)
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
Indicaties
Uitsluitend sero-negatieve spondyloartropathieën, zoals spondylitis ankylopoetica (morbus Bechterew) en reactieve artritis, indien deze niet of onvoldoende reageren op andere niet-steroïde anti-inflammatoire middelen.
Dosering
Spondyloartropathie:
Begindosering 200 mg 2×/dag gedurende 2 dagen.
Onderhoudsdosering meestal 100 mg per dag òf 200 mg iedere 2 dagen, ’s morgens bij het opstaan.
De capsules in hun geheel innemen tijdens of na de maaltijd met een ruime hoeveelheid water.
Bijwerkingen
Ernstige beenmergdepressie met acuut of geleidelijk ontstaan van agranulocytose, aplastische anemie (met hoge sterftekans), leukopenie, pancytopenie en trombocytopenie. Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, zuurbranden, epigastrische pijn en diarree. Maag- en darmulcera, reactivatie van oude ulcera, soms leidend tot (mogelijk fatale) bloeding en perforatie. Water- en zoutretentie met oedeem, hypertensie, hartfalen; hypothyroïdie en struma als gevolg van gestoorde opname van jodium; hepatitis, acute nierinsufficiëntie. Verergering van astma en verhoging van de aanvalfrequentie. Hoofdpijn, duizeligheid, exantheem.
Zelden: Stevens-Johnsonsyndroom en Lyellsyndroom; positief LE-fenomeen met koorts; pancreatitis; parotitis en/of ontsteking van de submaxillaire speekselklieren; ulcererende stomatitis; serumziekte; conjunctivitis, toxische amblyopie, retinabloedingen en ernstige oogbeschadiging.
Interacties
Fenylbutazon kan de werking van orale anticoagulantia en orale bloedglucoseverlagende middelen versterken. De plasmaspiegel van methotrexaat en fenytoïne kan worden verhoogd. De uitscheiding van lithium, penicillinen, cefalosporinen en sulfonamiden wordt vertraagd. Gelijktijdig gebruik met andere NSAID’s, SSRI’s en corticosteroïden kan gastro-intestinale bijwerkingen en nefrotoxiciteit potentiëren (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig). Fenylbutazon kan de werking van antihypertensiva verminderen.
Zwangerschap
Fenylbutazon passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: In geringe mate.
Advies: Gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Ulcus pepticum en maag-darmbloedingen, zowel actief als in de anamnese. Gastro-intestinale bloeding of perforatie als gevolg van gebruik van NSAID’s. Overgevoeligheid voor pyrazolinonderivaten. Optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID’s. Hernia diaphragmatica. Reflux-oesophagitis. Cerebrovasculaire bloedingen. Hemorragische diathese of andere bloeddyscrasieën. Ernstige lever- en nierfunctiestoornis. Ernstige hypertensie, ook indien deze adequaat wordt behandeld. Ernstig hartfalen. Schildklieraandoening. Syndroom van Sjögren. Kinderen onder 14 jaar. Patiënten ouder dan 60 jaar, indien instelling op fenylbutazon nog moet geschieden. Lupus erythematodes disseminatus.
Waarschuwingen
Mag uitsluitend worden toegepast door specialisten met ruime ervaring in de therapie van reumatische aandoeningen, onder regelmatige en zorgvuldige controle van het bloedbeeld; de eerste 2 maanden wekelijks, daarna maandelijks. Bij afwijkingen van het bloedbeeld, toename van gewicht, ontstaan van oedemen of gastro-intestinale ulceratie of bloedingen de toediening staken. Bij ontstaan van huidafwijkingen het bloedbeeld onmiddellijk controleren. Aangeraden wordt fenylbutazon slechts te gebruiken in de acute beginfase van de te behandelen aandoeningen en zo spoedig mogelijk over te gaan op andere niet-steroïde anti-inflammatoire middelen. Patiënten moeten worden geïnstrueerd bij koorts, keelpijn, ulcera in de mond, maagklachten, melaena of andere bloedingen, schildklierzwelling, huidafwijkingen of ontstaan van oedemen onverwijld contact op te nemen met de arts. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met NSAID’s zijn gemeld. Voorzichtigheid is geboden bij een groter risico van gastro-intestinale complicaties (beginnen met de laagst mogelijk dosering en combinatie met beschermende middelen overwegen), bij ouderen, colitis ulcerosa, M Crohn, stollingsstoornissen, lever- of nierfunctiestoornissen, ischemische hartziekten, ongecontroleerde hypertensie, licht tot matig hartfalen, oedeem en andere condities die tot vochtretentie leiden. Alleen na zorgvuldige afweging gebruiken bij patiënten met significante risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. hypertensie, diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken). Om het optreden van bijwerkingen te beperken zo laag mogelijk doseren en voor een zo kort mogelijke periode. Sommige NSAID’s (vooral bij langdurig gebruik en in hoge doses) zijn geassocieerd met een klein toegenomen risico van arteriële trombose; er zijn onvoldoende gegevens om dit risico voor fenylbutazon uit te sluiten. Regelmatige controle van lever- en nierfunctie is gewenst, evenals oogheelkundig onderzoek bij optreden van visusklachten.
Overdosering
Symptomen
Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree en CZS-symptomen (verwardheid, duizeligheid, hallucinaties, psychotische verschijnselen). Water- en zoutretentie, verstoring zuur/base-evenwicht en hyperventilatie tot convulsies, shock en coma. Late complicaties (hepatitis, nierinsufficiëntie, beenmergdepressie en perforerende maagulcera) kunnen optreden.
Eigenschappen
NSAID. Pyrazolinonderivaat met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking.
Kinetische gegevens
Resorptie | vrijwel volledig. |
T max | 3 uur. |
Eiwitbinding | ca. 98%. |
Metabolisering | vnl. in de lever tot o.a. actief oxyfenbutazon en g-hydroxyfenbutazon. |
Eliminatie | 60% met de urine als metabolieten. |
T 1/2el | 75 uur, bij ouderen tot 105 uur. |
Geneesmiddelgroep
fenylbutazon hoort bij de groep NSAID’s, overige.
- aceclofenac (J05AF06)
- benzydamine (J05AF06)
- dexketoprofen (J05AF06)
- diclofenac (J05AF06)
- diclofenac (J05AF06)
- fenylbutazon (J05AF06)
- flurbiprofen (J05AF06)
- ibuprofen (J05AF06)
- indometacine (J05AF06)
- ketoprofen (J05AF06)
- meloxicam (J05AF06)
- metamizol (J05AF06)
- nabumeton (J05AF06)
- naproxen (J05AF06)
- piroxicam (J05AF06)
- tiaprofeenzuur (J05AF06)