nalbufine
Samenstelling
Nalbufine Injecties (hydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Volg bij pijnbehandeling een stapsgewijze aanpak en ga bij onvoldoende pijnstilling, contra-indicaties of een specifieke indicatie over naar de volgende stap.
Begin met paracetamol. De volgende stap is een NSAID (diclofenac, ibuprofen of naproxen) eventueel in combinatie met paracetamol. De daaropvolgende stap is tramadol, bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De volgende stap is een sterkwerkend opioïd, oraal (morfine) of transdermaal (fentanylpleister), bij voorkeur in combinatie met paracetamol of een NSAID. De laatste medicamenteuze stap is subcutane of intraveneuze toediening van een sterkwerkend opioïd (morfine).
Bij pijn met een oncologische oorzaak wordt meestal gelijk met sterkwerkende opioïden gestart, bij voorkeur gecombineerd met paracetamol en/of een NSAID. Zorg bij doorbraakpijn dat, naast een effectieve onderhoudsbehandeling, ook snelwerkende pijnstilling als rescue-medicatie beschikbaar is (wees bedacht op het sterk verslavende effect). Neem eventueel contact op met het palliatieteam.
Nalbufine is een partiële opiaat-agonist/antagonist; de toepassing hiervan heeft geen bewezen voordelen. Voor kortdurende verlichting van matige tot ernstige pijn en behandeling van pre- en postoperatieve pijn, waarbij behandeling met een opioïd vereist is, gaat de voorkeur uit naar behandeling met een opioïd-agonist, omdat met deze middelen meer ervaring bestaat.
Indicaties
Kortdurende verlichting van matige tot ernstige pijn (inclusief pre- en postoperatieve pijn).
Dosering
Nalbufine is niet geschikt voor langdurige behandeling.
Voor i.v.-, i.m.- of s.c.-toediening.
Pijn:
Volwassenen:
10–20 mg (komt overeen met 0,1-0,3 mg/kg lichaamsgewicht)zo nodig iedere 3-6 uur herhalen. Max. 20 mg per keer.
Kinderen en adolescenten:
0,1–0,2 mg/kg lichaamsgewicht, zo nodig iedere 3-6 uur herhalen. Bij voorkeur i.v. toedienen i.v.m. pijn bij i.m.- of s.c.-toediening.
Ouderen:
Starten met een zo laag mogelijke dosis.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): sedatie.
Vaak (1-10%): slaperigheid, overmatig zweten, droge mond, duizeligheid, hoofdpijn, dysforie. Misselijkheid, braken.
Zelden (0,01-0,1%): licht gevoel in het hoofd, nervositeit, rillingen, paresthesie. Ademhalingsmoeilijkheden.
Zeer zelden (< 0,01%): euforie, hallucinaties, verwardheid, depersonalisatie. Brady- of tachycardie, longoedeem, hypo- of hypertensie. Waterige ogen, wazig zien. Allergische reacties, plotseling rood worden van de huid. Netelroos.
Interacties
Gelijktijdig behandeling met µ-agonistische narcotica (bv. morfine, fentanyl, methadon) is gecontra-indiceerd, vanwege een vermindering van het effect van de μ-agonist. Gelijktijdig gebruik van alcohol, andere centraal depressieve stoffen (zoals anaesthetica, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa) kan de depressieve werking op het centrale zenuwstelsel versterken (meer kans op ademhalingsdepressie, versterkte sedering). Bij gelijktijdig gebruik van sommige morfinomimetica (fentanyl, methadon, oxycodon, pethidine en tramadol) met MAO-remmers neemt de kans op een serotonerg syndroom toe; daarom wordt gebruik van een morfinomimeticum afgeraden tijdens of binnen 2 weken na behandeling met een MAO-remmer.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Farmacologisch effect: Schadelijkheid mogelijk. Langdurig gebruik van opioïden tot aan de partus kunnen onthoudingsverschijnselen bij de neonaat veroorzaken. Na toediening aan de moeder vlak vóór of tijdens de partus, kan de variatie van de foetale hartfrequentie verminderen en/of ademhalingsdepressie, apneu of hypotensie bij de pasgeborene veroorzaken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Geen borstvoeding geven tot 24 uur na toediening van nalbufine.
Contra-indicaties
Ernstige nierfunctiestoornis. Leverfunctiestoornis.
Waarschuwingen
Het gebruik kan leiden tot gewenning en afhankelijkheid. Bij voor verslaving gevoelige patiënten is voorzichtigheid geboden. Alleen op strikte indicatie gebruiken bij hoofdletsel/verhoogde intracraniële druk, vanwege kans op verhoging van de intracraniële druk door nalbufine en daardoor ademhalingsdepressie en maskering van het ziektebeloop van het hoofdletsel. Voorzichtig bij lichte tot matige nierfunctiestoornis. Bij cumulatieve toediening van 50 mg nalbufine gedurende een korte toedieningsperiode vindt een maximering van het pijnstillend effect plaats. Indien een hogere dosering nodig is voor het pijnstillend effect, dan een ander analgeticum toepassen zonder dit plafondeffect. Voorzichtig bij hartfalen, paralytische ileus, galstenen, epilepsie, hypothyroïdie en vanwege mogelijke ademhalingsdepressie bij een zwakke ademhaling (door bv. astma, uremie, cyanose). Niet gebruiken bij kinderen < 1,5 jaar vanwege het ontbreken van gegevens over werkzaamheid en veiligheid.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
ademhalingsdepressie, sedatie en bewusteloosheid.
Therapie
naloxon.
Eigenschappen
Partiële opiaatagonist met κ-agonistische en µ-antagonistische eigenschappen; werkt sterk analgetisch. Werking: i.v. na 2–3 min, i.m. of s.c. na 15 min (bij kinderen > 1,5 jaar i.m. of s.c. na 20-30 min) Werkingsduur: 3-6 uur (bij kinderen > 1,5 jaar 3-4 uur).
Kinetische gegevens
Metabolisering | in de lever tot inactieve metabolieten. |
Eliminatie | met de urine als glucuronide metabolieten. |
T 1/2 | ca. 2,9 uur. |
Geneesmiddelgroep
nalbufine hoort bij de groep Opioïden.
- alfentanil (J05AF06)
- buprenorfine (J05AF06)
- fentanyl bij doorbraakpijn (J05AF06)
- fentanyl (J05AF06)
- fentanyl (J05AF06)
- hydromorfon (J05AF06)
- morfine (J05AF06)
- morfine (J05AF06)
- nalbufine (J05AF06)
- nicomorfine (J05AF06)
- oxycodon (J05AF06)
- oxycodon/naloxon (J05AF06)
- pethidine (J05AF06)
- piritramide (J05AF06)
- remifentanil (J05AF06)
- sufentanil (J05AF06)
- tapentadol (J05AF06)
- tramadol (J05AF06)