natriumfosfaat (bij colonlavage)
Samenstelling
Phosphoral Ferring bv
- Toedieningsvorm
- Drank
- Verpakkingsvorm
- flacon 90 ml
Bevat per 45 ml drank: natriumdiwaterstoffosfaat 24,4 g, dinatriumwaterstoffosfaat 10,8 g. Bevat tevens: 5 g natrium (per 45 ml). Conserveermiddel: benzoëzuur.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
natriumfosfaat (bij colonlavage) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Bij colonlavage gaat de voorkeur uit naar macrogol/elektrolyten omdat dit geen netto water- en elektrolytenverplaatsing teweegbrengt. De effectiviteit van een colonlavagemiddel kan mogelijk afhangen van het innameschema en van de tijdsduur tussen de laatste inname en de ingreep. Tussen natriumfosfaat en macrogol/elektrolyten is geen verschil in effectiviteit aangetoond. Natriumfosfaat geeft daarentegen wel aanleiding tot een netto water- en elektrolytenverplaatsing. Dit geeft meer kans op bijwerkingen bij verkeerd gebruik (overdosering, niet in acht nemen van de contra-indicaties en waarschuwingen/voorzorgen); voorts is voorzichtigheid geboden bij combinatie met diuretica, lithium, hartglycosiden en calcium-instroomblokkeerders. Eventueel optredende aft-achtige laesies kunnen de diagnostiek en een operatieve ingreep van inflammatoir darmlijden nadelig beïnvloeden. Natriumfosfaat is in verband met een kleiner volume vocht makkelijker in te nemen dan macrogol/elektrolyten. De kosten zijn vergelijkbaar.
Indicaties
Colonlavage voorafgaand aan diagnostisch onderzoek of operatief ingrijpen.
Dosering
Colonlavage:
Volwassenen:
Twee innamen van 45 ml, elk verdund met 120 ml koud water en gevolgd door minimaal 240 ml koud water. De tijdstippen van inname zijn afhankelijk van de afspraak van de ingreep; tussen de twee innamen zit een periode van 12 uur. Totale vochtinname ca. 2 liter of (naar wens) meer. De patiënt aanmoedigen om tijdens en na afloop van de procedure veel te drinken om verloren vocht te vervangen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): duizeligheid, misselijkheid, buikpijn, opgezette buik, diarree, rillingen, asthenie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, braken, afwijkende coloscopie (niet klinisch relevante aftoïden rectosigmoïdaal), pijn op de borst.
Soms (0,1-1%): dehydratie.
Zelden (0,01-0,1%): nefrocalcinose.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid, hyperfosfatemie, hypocalciëmie, hypokaliëmie, hypernatriëmie, metabole acidose, spierkramp, tetanie, paresthesie, bewustzijnsverlies, myocardinfarct, aritmieën, hypotensie, allergische dermatitis, acuut en chronisch nierfalen.
Interacties
Voorzichtig zijn als de patiënt geneesmiddelen gebruikt die de renale perfusie beïnvloeden, of die de serumelektrolyten kunnen beïnvloeden, zoals calciumantagonisten, NSAID’s, ACE-remmers, angiotensine-receptorantagonisten of diuretica. Ook is alertheid geboden bij de combinatie met lithium, digoxine en met geneesmiddelen die het QT–interval verlengen. De resorptie van gelijktijdig ingenomen geneesmiddelen, o.a. orale anticonceptiemiddelen, anti-epileptica, antibiotica en bloedglucoseverlagende middelen, wordt ernstig verstoord. Voorzichtig zijn bij patiënten die parathyroïdhormoon gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Natriumfosfaat kan overgaan in de moedermelk.
Advies: De moedermelk verzamelen en weggooien vanaf de eerste dosis tot 24 uur na de tweede dosis.
Contra-indicaties
Megacolon. (Vermoeden van) ileus of subileus. Obstructie of perforatie van de darm. Acute buik. Actieve darmontsteking. Ascites. Misselijkheid, braken, maagpijn. Congestief hartfalen. Gestoorde nierfunctie. Primaire hyperparathyroïdie (in verband met hypercalciëmie). Kinderen tot 18 jaar.
Waarschuwingen
Asymptomatische hyperfosfatemie (zonder hypocalciëmie) kan voorkomen. Binnen 24 uur na inname daalt het fosfaatgehalte tot het niveau vóór de behandeling. Grote voorzichtigheid is geboden bij hartaandoeningen, klinische hypotensie, zoutarm dieet, reeds bestaande elektrolytverstoringen en colostoma, omdat hyperfosfatemie, hypocalciëmie, hypokaliëmie en hypernatriëmische dehydratie en acidose kunnen optreden. Met name bij ouderen kan de elektrolytenstoornis fataal zijn; controleer spiegels en zuur-base evenwicht vóór en na behandeling. Voorzichtig zijn bij hypomotiliteit, bijvoorbeeld als gevolg van een operatieve ingreep in het maag-darmstelsel. Waarschuw de patiënt dat frequente, vloeibare ontlasting is te verwachten. De patiënt instrueren om, indien er binnen 6 uur na inname geen ontlasting heeft plaatsgevonden, verdere inname te staken en onmiddellijk een arts te waarschuwen.
Overdosering
Symptomen
Excessieve doseringen bij darmobstructie of bij kinderen kunnen fataal zijn door de hyperfosfatemie, hypocalciëmie, hypernatriëmie en acidose.
Therapie
Rehydratie, eventueel i.v. 10% calciumgluconaatoplossing.
Eigenschappen
Door de osmotische werking van de fosfaationen wordt vocht in het darmlumen vastgehouden, waardoor het fecale volume toeneemt en de feces zachter worden. Werking: doorgaans na 1–2 uur, soms na 6 uur.
Geneesmiddelgroep
natriumfosfaat (bij colonlavage) hoort bij de groep laxantia, osmotisch werkende.