Estriol (oraal)

Publish

Samenstelling

Synapause E3-tabletten Aspen Pharma Trading Limited

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
1 mg, 2 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

estriol (oraal) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Ernstige climacterische klachten (zoals door de vrouw ervaren) kunnen worden behandeld met hormoonsuppletie, waarbij na 3 maanden evaluatie plaatsvindt. Vrouwen zonder uterus worden alleen behandeld met een oestrogeen (estradiol). Kies voor estradiol transdermaal bij vrouwen met meer kans op veneuze trombo-embolie (zoals BMI > 30 kg/m²). Vrouwen met een uterus worden behandeld met een combinatie van een oestrogeen en een progestageen. In de perimenopauze wordt een progestageen cyclisch toegevoegd. In de postmenopauze wordt een continu combinatiepreparaat geadviseerd. Bij urogenitale atrofie bij postmenopauzale vrouwen kan een lokaal oestrogeen worden gebuikt.

Indicaties

  • Hormoonsuppletietherapie (HST) bij symptomen van oestrogeendeficiëntie in de postmenopauze.
  • Pre- en postoperatieve therapie bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie moeten ondergaan.
  • Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijk (Pap-klasse IIIa) bij vrouwen in de menopauze, indien afwijkende cellen wijzend op epitheelatrofie worden aangetroffen.
  • Infertiliteit door insufficiënt cervixslijm.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Oestrogeendeficiëntie:

Volwassenen:

4–8 mg 1×/dag gedurende de eerste weken (max. 4 weken), vervolgens geleidelijk verminderen op geleide van de symptomen tot een onderhoudsdosering van maximaal 2 mg 1×/dag. Als begin- en onderhoudsdosis de laagst mogelijke effectieve dosis aanhouden. Bij vrouwen met een intacte uterus of endometriose in de anamnese: combineren met progestageen gedurende ten minste 12–14 dagen per behandelcyclus van 28 dagen. Een onttrekkingsbloeding kan optreden als het progestageen wordt gestaakt.

Wanneer beginnen: Bij geen voorafgaande hormoonsuppletietherapie (HST) of bij overschakeling van een continu gecombineerd HST-product, de behandeling starten op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentiële HST de behandeling starten op de dag direct na afronding van de voorafgaande cyclus.

Bij vaginale operatie:

Volwassenen:

4–8 mg 1×/dag tijdens de 2 weken voorafgaande aan de operatie; vervolgens 1–2 mg 1×/dag gedurende 2 weken na de operatie.

Als diagnostische hulp bij verdachte cervixuitstrijk:

Volwassenen:

2–4 mg 1×/dag gedurende 7 dagen voorafgaande aan het nemen van de volgende uitstrijk.

Bij infertiliteit door insufficiënt cervixslijm:

Volwassenen:

in het algemeen: 1–2 mg 1×/dag van dag 6 t/m dag 15 van de cyclus. Zonodig elke maand verhogen totdat een optimaal effect op het cervixslijm is bereikt. De benodigde dosis varieert van 1–8 mg per dag.

Een vergeten dosis kan tot 12 uur later worden ingenomen. Indien > 12 uur zijn verstreken, de gemiste dosis overslaan en de volgende dosis op het normale tijdstip innemen.

De tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip innemen.

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): misselijkheid, pijnlijke of gespannen borsten, ’spotting’, overvloedige productie van cervixslijm, vochtretentie.

Zelden (0,01-0,1%): hoofdpijn, hypertensie, visusstoornissen, beenkrampen.

Verder is gemeld: griepachtig beeld.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine, nevirapine, efavirenz), alsmede preparaten die sint-janskruid bevatten kunnen de werkzaamheid doen afnemen. Ritonavir heeft een inducerend effect.

Oestrogenen verhogen hormoonbindende globulineconcentraties, waaronder corticosteroïdenbindend hormoon, geslachtshormoonbindend globuline en thyroxinebindend globuline.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Kan de melkproductie verminderen.
Advies: Gebruik ontraden.

Contra-indicaties

  • actuele of doorgemaakte veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
  • actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct);
  • aanwezigheid van een trombofiele aandoening (bv. proteine C-, proteine S-, of antitrombinedeficiëntie);
  • acute leveraandoeningen (in de anamnese) zolang de leverfuncties niet zijn genormaliseerd;
  • hormoonafhankelijke tumoren;
  • voorgeschiedenis van mammacarcinoom;
  • hyperplasie van het endometrium;
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • acute porfyrie.

Waarschuwingen

Voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks, beoordelen. Controleer de patiënt extra bij een anamnese van:

  • uterusmyomen of endometriose,
  • endometriumhyperplasie,
  • risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen,
  • risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
  • hypertensie,
  • leveraandoening,
  • cholelithiasis,
  • diabetes mellitus,
  • migraine of ernstige hoofdpijn,
  • systemische lupus erythematodes,
  • epilepsie,
  • astma,
  • otosclerose.

Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, omdat oestrogenen vochtretentie kunnen veroorzaken. Bij reeds bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van de plasmatriglyceriden met pancreatitis tot gevolg. Erfelijk angio–oedeem kan verergeren door exogene oestrogenen. Bij predispositie voor chloasma direct zonlicht vermijden.

Tijdens een langdurige behandeling met oestrogenen regelmatig lichamelijk onderzoek uitvoeren. De radiologische detectie van borstkanker kan worden bemoeilijkt door toename van de dichtheid van mammografische beelden, vooral door gecombineerd oestrogeen-progestageen gebruik.

Het gebruik van oestrogeensuppletie (vooral in combinatie met een progestageen) geeft meer kans op mammacarcinoom. De toegenomen kans is binnen een paar jaar waarneembaar, neemt toe met een langere behandelduur en gaat binnen vijf jaar na staken van de behandeling terug naar normaal. Gebruik van oestrogeensuppletie gaat tevens gepaard met iets meer kans op ovariumcarcinoom; deze risicovergroting is binnen vijf jaar waarneembaar en neemt weer af na staken van de therapie. Hormoonsuppletietherapie wordt geassocieerd met 1,3–3× zo veel kans op het ontstaan van een veneuze trombo–embolie, met name in het eerste jaar; risicofactoren hiervoor zijn toenemende leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, grote operatieve ingreep, obesitas (BMI > 30 kg/m²), zwangerschap/postpartum periode, systemische lupus erythematodes, kanker en mogelijk varicosis. De kans op een ischemisch CVA neemt vooral toe bij een hogere leeftijd.

Bij de geringste tekenen van trombose, significante stijging van de bloeddruk, voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn, geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie, de toediening staken. Indien na electieve chirurgie langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de suppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken.

Als doorbraakbloedingen of ’spotting’ optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.

Er lijkt meer kans op dementie waaronder de ziekte van Alzheimer bij vrouwen die zijn gestart met hormoonsuppletietherapie boven een leeftijd van 65 jaar. Er is weinig ervaring met behandeling van vrouwen > 65 jaar.

Bij vrouwen met een intacte uterus of een voorgeschiedenis van endometriose is additionele toediening van een progestageen gedurende ten minste 12 dagen van de cyclus aangewezen, om de kans op endometriumhyperplasie en endometriumcarcinoom te verminderen.

Overdosering

Eigenschappen

Natuurlijk kortwerkend oestrogeen. Is met name effectief bij de behandeling van urogenitale klachten. Bevordert het herstel van het vagina-epitheel. Oestrogenen hebben een gunstige invloed op climacterische klachten.

Kinetische gegevens

Resorptiesnel en vrijwel volledig.
T maxbinnen 1 uur (ongeconjugeerd).
Eiwitbinding90% aan albumine, nauwelijks aan geslachtshormoonbindende globuline (SHBG).
Overigenterohepatische kringloop.
Eliminatievnl. met de urine in geconjugeerde vorm.
T 1/2elca. 1½ uur.