ifosfamide
Samenstelling
Holoxan Baxter bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectievloeistof
- Sterkte
- 500 mg, 1000 mg, 2000 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.
Indicaties
Bronchuscarcinoom (ook niet-kleincellige vormen), testistumoren (alle histologische varianten) in geval van een recidief na conventionele chemotherapie, ovariumcarcinoom, weke-delensarcomen (vooral leiomyo-, rabdomyo-, chondrosarcoom), osteosarcoom, tweedelijnsbehandeling van de ziekte van Hodgkin en van non-Hodgkin lymfomen met een intermediaire of hoge maligniteitsgraad.
Dosering
Bij oncologische indicaties zijn dosering en doseerfrequentie sterk individueel bepaald, aan wijzigingen onderhevig en afhankelijk van onder andere algemene toestand en bloedbeeld.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): myelosuppressie, leukopenie, neutropenie, encefalopathie, sufheid, misselijkheid, braken, alopecia, hematurie, microhematurie, koorts.
Vaak (1–10%): infecties, trombocytopenie, metabole acidose, hemorragische cystitis, nefropathie, verstoorde tubulusfunctie, macrohematurie, verstoorde spermatogenese.
Soms (0,1–1%): pneumonie, sepsis, secundaire tumoren, urinewegcarcinoom, myelodysplastisch syndroom, acute leukemie, irreversibele ovulatiestoornissen, anorexie, hallucinaties, depressieve psychose, desoriëntatie, rusteloosheid, verwardheid, slaperigheid, vergeetachtigheid, duizeligheid, aritmie, ventriculaire aritmie, supraventriculaire aritmie, hartfalen, bloedingen, diarree, obstipatie, gestoorde leverfunctie, incontinentie, dysurie, verstoorde urinefrequentie, blaasirritatie, amenorroe.
Zelden (0,01–0,1%): anemie, overgevoeligheidsreacties, ADH-deficiëntie, hyponatriëmie, dehydratie, waterretentie, stoornissen in de elektrolytenbalans, cerebellair syndroom, troebele zicht, hypotensie, longfunctiestoornissen, hoesten, dyspneu, stomatitis, anale incontinentie, huiduitslag, dermatitis, krampen, glomerulaire disfuncties, tubulaire acidose, proteïnurie, acuut nierfalen, chronisch nierfalen, aminoacidurie, mucositis, reacties op de injectieplaats, fosfaturie.
Zeer zelden (< 0,01%): hemolytisch uremisch syndroom, gedissemineerde intravasculaire stolling, anafylactische shock, hypokaliëmie, coma, epileptische aanvallen, polyneuropathie, hartstilstand, myocardinfarct, trombo-embolie, interstitiële pneumonitis, interstitiële longfibrose, ademhalingsfalen, toxisch allergisch longoedeem, acute pancreatitis, toxische huidreacties, rachitis, osteomalacie, rabdomyolyse, syndroom van Fanconi, dood.
Interacties
Cisplatine kan de nefro-, hemato- en czs-toxiciteit versterken. Mogelijk gelden de voor cyclofosfamide beschreven interacties ook voor ifosfamide (toename van ernstige beenmergdepressie bij gelijktijdig gebruik van allopurinol).
Zwangerschap
Teratogenese: Uit waarnemingen bij de mens zijn aanwijzingen verkregen dat oxazafosforinen (hiertoe behoort ifosfamide) schadelijk zijn voor de vrucht. In dierproeven is ifosfamide carcinogeen gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Mannen en vrouwen in de vruchtbare jaren dienen anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en ten minste 3 maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
Ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, bestaande urineweginfectie. Beenmergdepressie, leukocyten < 2.000×106/l, trombocyten < 75.000×106/l. Hersensclerose in ver gevorderd stadium.
Waarschuwingen
Het bloedbeeld dient regelmatig te worden gecontroleerd i.v.m. beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapievrije interval nodig zijn. Voor begin van de therapie dienen stoornissen in de urinelozing te worden uitgesloten; eventuele infecties en stoornissen in de elektrolytenhuishouding dienen te zijn gecorrigeerd. Urinesediment en serumcreatinine dienen tijdens de behandeling dagelijks te worden gecontroleerd tot 3 dagen na de laatste injectie, vervolgens een- à tweemaal per week. Om urotoxische bijwerkingen te voorkomen moet twee dagen vóór de therapie alsmede gelijktijdig met, en vier en acht uren ná de toediening van het oncolyticum worden begonnen met de intraveneuze toediening van mesna, telkens in een grootte van 20% van de ifosfamidedosis. Het handhaven van een goede hydratietoestand is noodzakelijk. De diurese moet 4 liter per 24 uur bedragen en frequent ledigen van de blaas is aan te bevelen. Voorzichtigheid is geboden bij één functionerende nier. Ter voorkoming van misselijkheid en braken en om het risico van blaas- en niertoxiciteit door dehydratie en elektrolytverstoringen te verkleinen, dient men een anti-emeticum toe te dienen. Een versterkte reactie op radiotherapie kan optreden.
Overdosering
Eigenschappen
Alkylerend oncolyticum, structureel verwant met cyclofosfamide.
Kinetische gegevens
Metabolisering | in de lever tot actief 4-hydroxy-ifosfamide en andere metabolieten. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 65% na 72 uur waarvan 18% onveranderd. |
T 1/2 | ca. 6 uur (ifosfamide), ca. 22 uur (metabolieten). |
Geneesmiddelgroep
ifosfamide hoort bij de groep alkylerende middelen.