Thiotepa

Publish

Samenstelling

Tepadina Adienne S.r.l.

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
15 mg, 100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

thiotepa vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicatie de geldende behandelrichtlijn.

Indicaties

In combinatie met andere chemotherapeutica: voorbereidende behandeling van een allogene of autologe hematopoëtische stamceltransplantatie (HPCT) bij hematologische ziekten en als voorbereidende behandeling van een autologe HPCT bij vaste tumoren.

Dosering

De hoogte van de dosering is mede afhankelijk van de combinatie met andere chemotherapeutica.

Klap alles open Klap alles dicht

Autologe HPCT bij hematologische ziekten:

Volwassenen:

Als intraveneuze infusie: Lymfoom: 125–300 mg/m² 1×/dag gedurende 2–4 dagen voorafgaand aan autologe HPCT.; totale cumulatieve dosis is max. 900 mg/m².

CZS–lymfoom: 185 mg/m² 1×/dag gedurende 2 dagen voorafgaand aan autologe HPCT totale cumulatieve dosis is max. 370 mg/m².

Multipel myeloom: 150–250 mg/m² 1×/dag gedurende 3 dagen voorafgaand aan autologe HPCT totale cumulatieve dosis is max. 750 mg/m².

Andere hematologische ziekten: 125–300 mg/m² 1×/dag gedurende 2–4 dagen voorafgaand aan autologe HPCT; totale cumulatieve dosis is max. 900 mg/m².

Autologe HPCT bij vaste tumoren:

Volwassenen:

Als intraveneuze infusie: Mammacarcinoom: 120–250 mg/m² 1×/dag gedurende 3–5 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 800 mg/m².

CZS–tumoren: 125–250 mg/m²/dag verdeeld over 1–2 giften, gedurende 3–4 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 750 mg/m².

Ovariumcarcinoom: 250 mg/m² 1×/dag gedurende 2 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 500 mg/m².

Kiemceltumoren: 150–250 mg/m² 1×/dag gedurende 3 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 750 mg/m².

Andere vaste tumoren: 120–250 mg/m²/dag verdeeld over 1–2 giften, gedurende 2–5 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 800 mg/m².

Autologe HPCT bij vaste tumoren:

Kinderen:

Als intraveneuze infusie: CZS–tumoren: 250–350 mg/m² 1×/dag gedurende 3 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 1050 mg/m².

Andere vaste tumoren: 150–350 mg/m² 1×/dag gedurende 2–3 dagen voorafgaand aan autologe HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 1050 mg/m².

Allogene HPCT bij hematologische ziekten:

Volwassenen:

Als intraveneuze infusie: Lymfoom: 185 mg/m² 2×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 370 mg/m².

Multipel myeloom: 185 mg/m² 1×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 185 mg/m².

Leukemie: 185–481 mg/m²/dag verdeeld over 1–2 giften, gedurende 1–2 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 555 mg/m².

Thalassemie: 185 mg/m² 2×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 370 mg/m².

Andere hematologische ziekten: 185–481 mg/m²/dag verdeeld over 1–2 giften, gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 555 mg/m².

Allogene HPCT bij hematologische ziekten:

Kinderen:

Als intraveneuze infusie: Leukemie: 125 mg/m² 2×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 250 mg/m².

Thalassemie: 100–125 mg/m² 2×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 250 mg/m².

Refractaire cytopenie: 125 mg/m² 1×/dag gedurende 3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 375 mg/m².

Genetische ziekten: 125 mg/m² 1×/dag gedurende 2 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 250 mg/m².

Sikkelcelanemie: 125 mg/m² 2×/dag gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 250 mg/m².

Andere hematologische ziekten: 125–250 mg/m²/dag verdeeld over 1–2 giften, gedurende 1–3 dagen voorafgaand aan allogene HPCT. Totale cumulatieve dosis is max. 375 mg/m².

Toediening als intraveneuze infusie gedurende 2–4 uur via een centrale veneuze katheter.

Bijwerkingen

Behandeling met thiotepa veroorzaakt bij alle patiënten ernstige beenmergremming. De ernstige toxiciteit voor het hematologische stelsel, het leverstelsel en het ademhalingsstelsel worden beschouwd als te verwachten gevolgen van de voorbereidende behandeling en het transplantatieproces. Hieronder vallen infecties en de graft-versus-hostreactie die, hoewel niet rechtstreeks, de voornaamste oorzaken van morbiditeit en mortaliteit zijn.

Zeer vaak (> 10%): leukopenie, trombocytopenie, anemie, granulocytopenie, pancytopenie, febriele neutropenie. Acute en chronische graft-versus-hostreactie, toegenomen vatbaarheid voor infectie, koorts, sepsis, idiopathisch pneumoniesyndroom, epistaxis. Misselijkheid, braken, stomatitis, oesofagitis, diarree, dyspepsie, buikpijn, enteritis, anorexie, verminderde eetlust, hyperglykemie, gewichtstoename, colitis. Veno-occlusieve leveraandoening, hepatomegalie, geelzucht. Aritmie, hypertensie, lymfoedeem, duizeligheid, hoofdpijn, wazig zien, encefalopathie, convulsie, paresthesie, verwardheid, veranderde geestestoestand. conjunctivitis, ototoxiciteit, tinnitus, exantheem, pruritus, alopecia. Rugpijn, spierpijn, artralgie, hemorragische cystitis, azoöspermie, amenorroe, vaginale bloeding. Asthenie, rillingen, gegeneraliseerd oedeem, slijmvliesontsteking, pijn of ontsteking op de injectieplaats. Toename van transaminasen, amylase en bilirubine.

Vaak (1-10%): pulmonaal oedeem, hoest, pneumonitis, obstipatie, maag-darmperforatie, ileus. Multiorgaanfalen, secundaire maligniteit, intracraniaal aneurysma, extrapiramidale stoornis, cognitieve stoornis, hersenbloeding, angst, cataract, tachycardie, hartfalen, hemorragie, embolie. Dysurie, oligurie, nierfalen, cystitis, hematurie, erytheem, menopauzale symptomen, hypopituïtarisme. Toename van creatinine, ureum, ASAT, γ-GT.

Soms (0,1-1%): toxische shocksyndroom, delier, nervositeit, hallucinatie, agitatie, cardiomyopathie, myocarditis, hypoxie, maag-darmzweer, pigmentstoornis, erytrodermische psoriasis, onvruchtbaarheid.

Bij kinderen zijn hiernaast ook gemeld:

Zeer vaak (> 10%): hypogonadisme, hypothyroïdie, geheugenstoornis, parese. Hartstilstand, bloeding, toename van ALAT; desquamatie, groeistoornis, blaasaandoeningen.

Vaak (1-10%): trombocytopenische purpura, cardiovasculaire insufficiëntie, elektrolytenstoornissen, verlenging van de protrombinetijd, pulmonale bloeding, ademstilstand, intestinale obstructie, leverfalen.

Interacties

Gebruik van een levendvirusvaccin (o.a. gelekoortsvaccin) of bacterieel vaccin is gecontra–indiceerd gedurende en tot ten minste 3 maanden na de behandeling; er bestaat het gevaar van dodelijke gegeneraliseerde vaccinatieziekte. Gelijktijdige toediening van CYP2B6-remmers (bv. clopidogrel en ticlopidine) of CYP3A4-remmers (bv. azoolantimycotica, macroliden, zoals erytromycine, claritromycine en proteaseremmers) kan leiden tot verhoogde plasmaconcentraties van thiotepa en mogelijk tot verlaging van de concentraties van de actieve metaboliet. Gelijktijdige toediening van stoffen die door CYP2B6 worden gemetaboliseerd, zoals ifosfamide, tamoxifen, bupropion, efavirenz en cyclofosfamide kan leiden tot verhoogde plasmaconcentraties van deze stoffen. Gelijktijdige toediening van thiotepa met cyclofosfamide kan leiden tot verlaagde concentraties van de actieve metaboliet 4-OHCP. Thiotepa niet gelijktijdig met cyclofosfamide toedienen wanneer beide geneesmiddelen tijdens dezelfde voorbereidende behandeling worden gebruikt; thiotepa pas toedienen na afloop van de cyclofosfamide-infusie. Thiotepa kan leiden tot pulmonale toxiciteit die de toxische effecten op de longen die worden veroorzaakt door andere cytotoxische middelen (busulfan, fludarabine, cyclofosfamide) kan verergeren. Cytostatica, zoals thiotepa, kunnen de plasmaspiegel van fenytoïne belangrijk verlagen. Chlooramfenicol en sulfonamiden kunnen de toxische effecten versterken. Thiotepa kan het effect van suxamethonium versterken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren carcinogeen, mutageen en teratogeen gebleken.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 1 jaar na de therapie. Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat thiotepa tot verminderde fertiliteit kan leiden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Regelmatig het bloedbeeld controleren (incl. een differentiële telling van leuko- en trombocyten) i.v.m. beenmergremming tijdens behandeling met thiotepa en gedurende ten minste 30 dagen na de hematopoëtische stamceltransplantatie. Zo nodig een ondersteunende behandeling van trombocyten, erytrocyten en groeifactoren zoals G-CSF geven. Voorzichtig bij een voorgeschiedenis van hartaandoeningen en bij gestoorde lever- en nierfunctie; regelmatige controle van hart–, lever- en nierfunctie is noodzakelijk. Eerdere bestraling van de hersenen of craniospinale bestraling kan bijdragen tot ernstige toxische reacties zoals encefalopathie. De patiënt wijzen op de kanstoename van een secundaire maligniteit door gebruik van thiotepa. Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.

Overdosering

Eigenschappen

Alkylerend oncolyticum. Interfereert met de DNA- en RNA-synthese.

Kinetische gegevens

V d41–75 l/m². Thiotepa is zeer lipofiel en passeert de bloed-hersenbarrière. Ook de actieve belangrijke metaboliet TEPA (tri-ethyleenfosforamide) passeert de bloed-hersenbarrière goed.
MetaboliseringSnel en uitvoerig levermetabolisme: thiotepa ondergaat oxidatieve ontzwaveling via CYP450 van de CYP2B- en CYP3A-iso-enzymfamilies naar actieve alkylerende metabolieten (o.a. TEPA). De rol van deze metabolieten bij de antitumoractiviteit van thiotepa is nog onduidelijk.
EliminatieThiotepa, TEPA en enkele andere metabolieten worden met de urine uitgescheiden; sommige metabolieten waarschijnlijk met de feces.
T 1/2el1,5–4,1 uur.