Temozolomide

Publish

Samenstelling

Temodal Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
5 mg, 20 mg, 100 mg, 140 mg, 180 mg, 250 mg

Temozolomide Capsules Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
5  mg, 20 mg, 100 mg, 140 mg, 180 mg, 250 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

temozolomide vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

Bij volwassenen: nieuw gediagnosticeerd multiform glioblastoom in combinatie met radiotherapie en daarna als monotherapie. Bij kinderen ouder dan 3 jaar en volwassenen: maligne glioom, zoals multiform glioblastoom of anaplastisch astrocytoom, bij recidieven of progressie na standaardtherapie.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Multiform glioblastoom in combinatie met radiotherapie:

Volwassenen:

Combinatiebehandelingsfase: 75 mg/m² lichaamsoppervlak per dag gedurende 42 dagen (max. 49 dagen) in combinatie met focale radiotherapie. Bij een neutrofielenaantal 0,5–1,5 × 109/l, trombocytenaantal 10–100 × 109/l óf graad 2 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling onderbreken tot herstel; bij een neutrofielenaantal < 0,5 × 109/l, trombocytenaantal < 10 × 109/l óf graad 3–4 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de behandeling definitief staken.

Monotherapiefase (start 4 weken na de combinatiebehandelingsfase; max. 6 cycli): cyclus 1: 150 mg/m² lichaamsoppervlak 1× /dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling. Indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 109/l, trombocytenaantal ≥ 100 × 109/l én niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) ≤ graad 2, de dosis verhogen tot 200 mg/m²/dag bij de start van cyclus 2. Indien het neutrofielenaantal < 1,0 × 109/l, trombocytenaantal < 50 × 109/l óf graad 3 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken), de dosis verlagen met 50 mg/m² (minimaal 100 mg/m²/dag). Indien bij 100 mg/m²/dag nog steeds onaanvaardbare toxiciteit optreedt, of indien dezelfde graad 3 niet-hematologische toxiciteit (behalve alopecia, misselijkheid en braken) recidiveert na dosisverlaging, de behandeling definitief staken.

Recidiverend of progressief maligne glioom:

Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar:

200 mg/m² lichaamsoppervlak 1× /dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 23 dagen zonder behandeling (cyclusduur van 28 dagen). Indien neutrofielenaantal < 1,0 × 109/l óf trombocytenaantal < 50 × 109/l tijdens een cyclus, de dosis verlagen met 50 mg/m² bij de volgende cyclus (minimaal 100 mg/m²/dag). Bij eerdere chemotherapie: begindosering 150 mg/m²/dag, te verhogen tot 200 mg/m²/dag in de tweede cyclus, indien neutrofielenaantal ≥ 1,5 × 109/l én trombocytenaantal ≥ 100 × 109/l.

De capsules heel innemen op de nuchtere maag met een glas water. Bij braken na inname geen tweede dosis innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): anorexie, convulsies, trombocytopenie, neutropenie, hoofdpijn, obstipatie, misselijkheid, braken, huiduitslag, alopecia, vermoeidheid.

Vaak (1–10%): (wond)infectie, faryngitis, orale candidiasis, herpes simplex, (febriele) neutropenie, trombocytopenie, anemie, leukopenie, lymfopenie, gewichtsafname, hyperglykemie, angst, depressie, emotionele labiliteit, slapeloosheid, slaperigheid, hemiparese, afasie, verstoord evenwicht, verwarring, duizeligheid, geheugenstoornis, verstoorde concentratie, dysfasie, neurologische aandoening, (perifere) neuropathie, paresthesie, spraakstoornis, tremor, defect in het gezichtsveld, troebel zicht, diplopie, gehoorstoornis, tinnitus, hemorragie, diepveneuze trombose, (been)oedeem, dyspneu, hoesten, stomatitis, diarree, dyspepsie, dysfagie, droge mond, dermatitis, erytheem, droge huid, jeuk, spierzwakte, artralgie, pijn in spieren en skelet, frequente mictie, urine-incontinentie, allergische reactie, koorts, pijn, smaakverandering, gezichtsoedeem, asthenie, malaise, rigor, verhoogde ALAT.

Soms (0,1–1%): herpes zoster, griepachtige symptomen, petechiën, Cushingsyndroom, gewichtstoename, agitatie, apathie, hallucinatie, amnesie, status epilepticus, extrapiramidale stoornis, hemiplegie, ataxie, verstoorde cognitie of coördinatie, dysfasie, hyperesthesie, hypo-esthesie, zintuiglijke stoornis, hemianopsie, verminderde gezichtsscherpte, oogpijn, droge ogen, otitis media, hyperacusis, doofheid, vertigo, oorpijn, palpitaties, longembolie, cerebrale hemorragie, hypertensie, oedemen, pneumonie, sinusitis, infectie van de bovenste luchtwegen, bronchitis, tandaandoening, abdominale zwelling, fecale incontinentie, gastro-intestinale aandoening, hemorroïden, huidschilfering, fotosensibilisatie, abnormale pigmentatie, toegenomen transpiratie, myopathie, dysurie, impotentie, vaginale hemorragie, menorragie, amenorroe, vaginitis, pijn in de borst, hypokaliëmie, verhoogde alkalische fosfatase, verhoogde γ-GT en ASAT.

Verder zijn gemeld: myelodysplastisch syndroom, secundaire tumoren (waaronder leukemie), pancytopenie (mogelijk leidend tot aplastische anemie), toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom, (interstitiële) pneumonitis, longfibrose, respiratoir falen (incl. fatale afloop), hepatotoxiciteit (stijging van leverenzymwaarden, hyperbilirubinemie, cholestase en hepatitis) en leverfalen (incl. fatale afloop).

Interacties

Valproïnezuur kan een kleine vermindering van de temozolomideklaring veroorzaken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en mannen tevens tot zes maanden na de therapie. Mannen wordt aangeraden voorafgaand aan de behandeling advies in te winnen over cryopreservatie van sperma omdat temozolomide tot irreversibele infertiliteit kan leiden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden.

Contra-indicaties

Overgevoeligheid voor dacarbazine. Ernstige myelosuppressie (ANC < 1,5 × 109/l is en trombocyten < 100 × 109/l).

Waarschuwingen

Vóór de behandeling een leverfunctietest uitvoeren; bij afwijkende waarden behandeling zorgvuldig afwegen. Na elke behandelcyclus, en bij een behandelcyclus van 42 dagen tevens halverwege de cyclus, een leverfunctietest uitvoeren. Bij gelijktijdige behandeling met temozolomide en radiotherapie is profylaxe tegen Pneumocystis jiroveci-pneumonie vereist voor de 42 dagen behandeling, ongeacht de lymfocytentelling. Bij lymfopenie de profylaxe voortzetten tot de lymfopenie tot graad ≤ 1 hersteld is. Alle patiënten, in het bijzonder die corticosteroïden krijgen, controleren op de ontwikkeling van pneumonie. Bij multiform glioblastoom wordt anti-emetische therapie aanbevolen vóór de initiële dosis van de combinatiebehandeling met radiotherapie en tijdens monotherapie. Bij recidiverend of progressief maligne glioom kan anti–emetische therapie nodig zijn bij ernstig braken tijdens de voorafgaande cyclus. Beenmergremming treedt meestal binnen de eerste cycli op, met een nadir tussen dag 21–28 en een herstel binnen 1–2 weken. Het volledige bloedbeeld controleren op dag 22 van de cyclus (of binnen 48 uur van die dag), en wekelijks tot het neutrofielenaantal > 1,5 × 109/l en trombocytenaantal > 100 × 109/l is. Voorzichtig bij ouderen (> 70 jaar) in verband met een toegenomen kans op neutropenie en trombocytopenie. Voorzichtig bij een ernstig gestoorde nierfunctie vanwege het ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld; bij oudere kinderen is de ervaring zeer beperkt. Voor behandeling van vruchtbare mannen, zie Zwangerschap.

Overdosering

Eigenschappen

Triazeenderivaat, verwant aan dacarbazine (DTIC). Wordt snel omgezet in de actieve metaboliet monomethyl-triazeno-imidazoolcarboxamide (MTIC), dat een alkylerende werking heeft.

Kinetische gegevens

Resorptiesnel. Beïnvloeding door gelijktijdige toediening met voedsel is niet uitgesloten.
T maxgem. 20 min.
Overigpasseert snel de bloed-hersenbarrière.
Metaboliseringwordt snel omgezet in de werkzame metaboliet MTIC.
Eliminatievnl. met de urine, waarvan 5–10% onveranderd.
T 1/2ca. 1,8 uur.