cocaïne
Samenstelling
Cocaïne Oogdruppels FNA (hydrochloride) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 10 ml
(Oculoguttae cocaini hydrochloridi 5%) Bevat boorzuur. Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (5%)
- Sterkte
- 50 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 1 ml
(Oculoguttae cocaini hydrochloridi 5% zond cons) Bevat boorzuur. Zonder conserveermiddel.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
Diagnosticum bij het Horner-syndroom.
Dosering
Diagnosticum bij het syndroom van Horner:
Volwassenen:
1 druppel in beide ogen, eventueel na enkele minuten herhalen.
Bij een zeer donkere iris kan de reactie op cocaïne onvoldoende of zeer traag zijn.
Bijwerkingen
Lokaal: irritatie, allergische reacties zoals jeuk, roodheid en lokale huiduitslag rond het oog.
Interacties
Ondanks de hoofdzakelijk lokale werking van cocaïne kan in combinatie met een andere vasoconstrictor overmatige stimulering van het centraal zenuwstelsel optreden. Combinatie met β-Blokkers kan leiden tot hypertensie en bradycardie.
Zwangerschap
Cocaïne passeert de placenta.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Farmacologisch effect: Neonaten zijn zeer gevoelig voor de toxische effecten van cocaïne.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- aangeboren of verworven lang-QT-intervalsyndroom en Brugada-syndroom vanwege een mogelijk verhoogd risico op ventriculaire hartritmestoornissen, hartstilstand en plotselinge dood;
- overgevoeligheid voor andere lokale anesthetica van het ester–type.
Waarschuwingen
Wees voorzichtig bij nauwe–kamerhoekglaucoom. Vanwege de indirect sympathicomimetische werking is voorzichtigheid geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen, zoals angina pectoris, ischemische hartziekten en hartfalen, hypertensie, ritmestoornissen, en bij epilepsie. Patiënten met hyperthyreoïdie kunnen extra gevoelig zijn voor catecholaminen.
Overdosering
In toxische doses veroorzaakt cocaïne Cheyne-Stokes-ademhaling, vasomotorische collaps en convulsies; in een aantal gevallen is rabdomyolyse gemeld. De dood kan plotseling intreden door stoppen van de ademhaling.
Cocaïne is in het algemeen toxisch vanaf een dosis van 200 mg (oppervlakte-anesthesie in de KNO-heelkunde). Er bestaan echter grote interindividuele verschillen. Er zijn ook meldingen van ernstige toxische verschijnselen bij een dosis van slechts 20 mg.
Bij accidentele orale inname zie toxicologie.org/cocaine en/of vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Indirect sympathicomimeticum. Heeft een lokaal anesthetische, vasoconstrictieve en mydriatische werking. De mydriatische werking ontstaat door remming van de heropname van noradrenaline in de iris. Wordt gebruikt als diagnosticum bij het Horner-syndroom. Hierbij is de sympatische innervatie van het oog onderbroken, waardoor het mydriatische effect van cocaïne niet of nauwelijks optreedt. Evaluatie van effect: na 50–60 min. Dit preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.
Kinetische gegevens
Resorptie | goed door de slijmvliezen. |
Metabolisering | in plasma en lever door cholinesterasen. |
Eliminatie | met de urine, vnl. als metabolieten. |
Geneesmiddelgroep
cocaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaicine (J05AF06)
- chloorhexidine/lidocaine (J05AF06)
- cocaine (J05AF06)
- lidocaïne (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaine (J05AF06)
- lidocaïne/levomenthol (J05AF06)
- lidocaine/prilocaine (J05AF06)
- lidocaine/propylparahydroxybenzoaat (J05AF06)
- lidocaine/tetracaine (J05AF06)
- lidocaine/zinkoxide (J05AF06)
- oxybuprocaine (J05AF06)
- pramocaïne/zinkoxide (J05AF06)
- tetracaine (J05AF06)