emtricitabine
Samenstelling
Emtriva Gilead Sciences bv
- Toedieningsvorm
- Capsules
- Sterkte
- 200 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De keuze van de verschillende preparaten is afhankelijk van diverse aspecten (zie de richtlijn HIV). Bij de behandeling van een HIV-infectie bij therapie-naïeve patiënten wordt de voorkeur gegeven aan een tripeltherapie bestaande uit twee nucleoside reverse transcriptaseremmers (NRTI) en een derde middel uit één van de volgende groepen: een integraseremmer (INSTI), non-nucleoside reverse-transcriptaseremmer (NNRTI) of een gebooste proteaseremmer.
Aan de vergoeding van emtricitabine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Behandeling van een HIV-1 infectie in combinatie met andere anti-retrovirale middelen.
Dosering
HIV-1-infectie:
Volwassenen en kinderen jonger dan 18 jaar met een gewicht van ≥ 33 kg
In combinatie met andere geneesmiddelen: 200 mg eenmaal per dag, met of zonder voedsel innemen.
Voor het doseren bij patiënten < 33 kg, is geen geschikte toedieningsvorm op de Nederlandse markt.
Nierfunctiestoornissen: creatinineklaring 30–49 ml/min 200 mg om de 48 uur; creatinineklaring 15–29 ml/min 200 mg om de 72 uur; creatinineklaring < 15 ml/min 200 mg om de 96 uur (uitgaande van driemaal hemodialyse/week, gedurende 3 uur en beginnende ten minste 12 uur na inname van de laatste dosis emtricitabine). Zie voor meer informatie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Bij overgeven binnen 1 uur na het innemen van de tablet, een nieuwe tablet innemen.
Bij vergeten van een dosis deze alsnog innemen als dit binnen 12 uur na het gebruikelijke tijdstip van innemen bemerkt wordt. Is er meer dan 12 uur verstreken, de overgeslagen dosis niet meer innemen en doorgaan met het gebruikelijke doseerschema.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Diarree, misselijkheid. Verhoogd creatinekinase. Bij kinderen: hyperpigmentatie (ca. 32%, m.n. aan handpalmen en voetzolen, verder asymptomatisch).
Vaak (1-10%): duizeligheid, asthenie, slapeloosheid, abnormale dromen. Dyspepsie, braken, buikpijn. Jeuk, huiduitslag (maculopapuleus, vesiculobulleus, pustuleus, urticaria), allergische reactie, hyperpigmentatie. Neutropenie, hypertriglyceridemie, hyperglykemie, verhoogde serumlipasespiegels en (pancreas)amylasespiegels, afwijkende leverfunctiewaarden (m.n. verhoging ALAT, ASAT, bilirubine). Bij kinderen: anemie (9,5%; bij volwassenen minder frequent, 0,5–1%).
Soms (0,1-1%): angio-oedeem.
Lactaatacidose is gemeld bij het gebruik van nucleoside-analoga.
Anti-retrovirale combinatietherapie (cART) kan gepaard gaan met herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie) en metabole stoornissen (zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, hyperlactatemie, insulineresistentie, hyperglykemie en het ontstaan van of verergering van bestaande diabetes mellitus). Ook osteonecrose komt voor, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan combinatietherapie.
Interacties
Bij gelijktijdige toediening met geneesmiddelen die door glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie worden geëlimineerd is een verhoging van de plasmaspiegels van zowel emtricitabine als toegediend geneesmiddel mogelijk. Er is geen ervaring met gelijktijdige toediening van cytidine-analogen; gelijktijdige toediening met lamivudine wordt niet aanbevolen.
Zie meer informatie over de interacties van emtricitabine de pagina HIV-interacties van de UCSF (University of California).
Zwangerschap
Teratogenese: Uitkomsten van meer dan 1000 zwangerschappen bij de mens duiden er niet op dat emtricitabine leidt tot afwijkingen of foetaal/neonataal toxisch is. Er zijn tot dusver geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij dierproeven.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Mitochondriale disfunctie is gemeld bij HIV-negatieve kinderen die in utero en/of postnataal zijn blootgesteld aan nucleoside-analoga met als gevolg meestal voorbijgaande hematologische (anemie, neutropenie) en metabole (zeldzaam hyperlactatemie en hyperlipasemie) stoornissen en laattijdig intredende neurologische stoornissen (hypertonie, convulsies, abnormaal gedrag). Het kind dat in utero is blootgesteld aan nucleoside- of nucleotide-analoga en relevante symptomen vertoont, klinisch en middels laboratoriumtesten controleren op mitochondriale disfunctie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja.
Advies: Het geven van borstvoeding door vrouwen met een HIV-infectie wordt ontraden om het overdragen van HIV te voorkomen, daarnaast is er onvoldoende bekend over de effecten van emtricitabine op de zuigeling.
Contra-indicaties
Waarschuwingen
De M184/V/I mutatie in het HIV-reverse transcriptase kan zorgen voor resistentie tegen emtricitabine; hierbij komt tevens lamivudine kruisresistentie voor.
Lactaatacidose (in afwezigheid van hypoxemie) – meestal samenhangend met ernstige hepatomegalie en hepatische stenose – is gerapporteerd tijdens gebruik van nucleoside-analoga. Behandeling met nucleoside-analoga onderbreken bij snel toenemende aminotransferasespiegels, progressieve hepatomegalie of metabole/lactaatacidose van onbekende oorsprong. Wees voorzichtig bij toediening van nucleoside-analoga bij hepatomegalie (m.n. vrouwen met obesitas), hepatitis of andere bekende risicofactoren voor leverziekte en leversteatose.
Door de toepassing van antiretrovirale combinatietherapie bij patiënten met chronische hepatitis B of C is er meer kans op ernstige, potentieel fatale leverbijwerkingen. Bij bestaande leverfunctiestoornis, de leverfunctie regelmatig controleren; bij achteruitgang de behandeling tijdelijk stopzetten of definitief staken.
De klinische werkzaamheid van emtricitabine bij chronische hepatitis B-infectie wordt onderzocht. Na staken van de behandeling met emtricitabine bij een HIV-infectie met een gelijktijdige chronische HBV-infectie zijn exacerbaties van hepatitis waargenomen, soms met ernstige (gedecompenseerde) leverziekte of leverfalen. Vervolg patiënten met een gelijktijdige infectie klinisch en middels laboratoriumonderzoek gedurende enkele maanden na het staken van de behandeling.
Wees voorzichtig bij ernstige immunodeficiëntie in verband met verhoogde kans op een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische ziektebeelden (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci pneumonie) kunnen leiden. In dit kader kunnen ook auto-immuunziekten (zoals M. Graves) optreden, vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.
Wees bedacht op osteonecrose bij het optreden van pijnlijke gewrichten en/of het stijf worden van gewrichten.
Mitochondriale disfunctie is gemeld bij het gebruik van nucleoside analoga, zie Zwangerschap.
De doseringsadviezen bij nierfunctiestoornissen zijn gebaseerd op farmacokinetische gegevens en modellen en zijn niet klinisch geëvalueerd. Bij nierfunctiestoornissen en verlengde toedieningsintervallen de klinische respons nauwkeurig evalueren.
Er zijn geen gegevens over de toepassing bij terminale nieraandoeningen waarbij andere vormen van dialyse dan hemodialyse worden toegepast. Er zijn geen gegevens van toepassing bij kinderen met nierfunctiestoornissen. Gegevens over de veiligheid en werkzaamheid bij zuigelingen jonger dan 4 maanden en bij een leeftijd > 65 jaar ontbreken.
Overdosering
Symptomen
toediening tot max. 1200 mg ging gepaard met boven vermelde bijwerkingen.
Therapie
max. 30% van de dosis emtricitabine wordt verwijderd door middel van hemodialyse (in een sessie van 3 uur). Het is niet bekend emtricitabine ook verwijderd kan worden door peritoneale dialyse.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met emtricitabine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Emtricitabine is een synthetisch nucleoside-analogon (NRTI) van cytosine die werkzaam is tegen retrovirussen zoals HIV type 1 en 2 maar ook tegen het hepatitis-B virus (HBV). Emtricitabine wordt intracellulair door fosforylering omgezet in emtricitabine-5-trifosfaat, dat de HIV-reverse-transcriptase remt door competitie met het natuurlijk substraat. Het blokkeert daardoor voortijdig de virale DNA-ketenverlenging.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en extensief. |
F | ca. 93%. |
T max | 1–2 uur. |
V d | 1,4 ± 0,3 l/kg. |
Metabolisering | in beperkte mate, door middel van oxidatie (ca. 9%) en conjugatie (ca. 4%). |
Eliminatie | voornamelijk met de urine (ca. 86%, waarvan ca. 73% onveranderd) en met de feces (ca. 14%). De uitscheiding via de nieren gebeurt door glomerulaire filtratie en actieve tubulaire secretie. Emtricitabine wordt in geval van hemodialyse deels in het dialysaat uitgescheiden (ca. 30% van de toegediende dosis na 3 uur hemodialyse). |
T 1/2el | ca. 10 uur. De intracellulaire halfwaardetijd van emtricitabine-trifosfaat is ca. 39 uur. |
Geneesmiddelgroep
emtricitabine hoort bij de groep HIV nucleoside reverse-transcriptaseremmers.