flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie)
Samenstelling
Locacorten-Vioform crème Amdipharm Ltd
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: flumetason(pivalaat) 0,2 mg, clioquinol 30 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Bij de behandeling van huidaandoeningen zoals eczeem die secundair zijn geïnfecteerd, kan in het algemeen worden volstaan met lokale toepassing van een corticosteroïd. Indien gelijktijdig gebruik van een antimicrobieel middel noodzakelijk wordt geacht, heeft orale toediening hiervan de voorkeur. Voor de combinatie van een lokaal antimicrobieel middel met een corticosteroïd is geen plaats.
Indicaties
Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van steroïdgevoelige dermatosen, secundair geïnfecteerd door micro-organismen die gevoelig zijn voor clioquinol, zoals seborroïsch eczeem, atopisch eczeem, contacteczeem en neurodermitis.
Dosering
Secundair geïnfecteerde steroïdgevoelige dermatosen:
Volwassenen en kinderen > 2 jaar:
Afhankelijk van de ernst van de aandoening 1–2×/dag dun aanbrengen en licht inwrijven. Behandeling staken indien < 1 week geen verbetering optreedt. Niet toepassen onder een occlusief verband en op grote en beschadigde huidoppervlakken, zeker niet bij kinderen; zie ook de rubriek Waarschuwingen/Voorzorgen.
Bijwerkingen
Lokaal: huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, striae atrophicae, teleangiëctasieën, periorale dermatitis, purpura, depigmentatie, contactallergie, rosacea-achtige eczeem, hypertrichosis, reboundeffecten en vertraagde wondgenezing.Verder is gemeld: verhoging van de intra-oculaire druk en cataract.
Interacties
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Flumetason: ruime ervaring bij de mens heeft laten zien dat lokaal gebruik van klasse 1 en 2 corticosteroïden geen nadelige effecten laat zien. De resorptie vanuit de huid is laag. Systemische blootstelling is echter mogelijk bij langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote of beschadigde huidoppervlakken. Clioquinol: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Farmacologisch effect: Theoretisch bestaat er kans op het optreden van intra-uteriene groeivertraging en op bijnierschorsinsufficiëntie bij de neonaat, met name bij langdurig lokaal gebruik en gebruik op grote huidoppervlakken (flumetason). Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de resorptie via de huid gering is zijn effecten op de foetus niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (flumetason, clioquinol). Hoewel bij lokaal gebruik van clioquinol de resorptie via de huid gering is zijn ongewenste effecten bij de zuigeling niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden vanwege onvoldoende gegevens bij lokaal gebruik van clioquinol.
Contra-indicaties
Huidinfecties die primair worden veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel of parasiet. Therapieresistente secundaire infecties. Ongenezen wonden, ulcereuze huidaandoeningen. Bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae). Overgevoeligheid voor corticosteroïden of jodium. Kinderen < 2 jaar.
Waarschuwingen
Niet toepassen op de oogleden, vanwege kans op het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract bij chronische toediening. Vermijd contact met de ogen. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie /overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt. Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met corticosteroïden geleidelijk afbouwen. Behandeling staken indien binnen een week geen verbetering optreedt. Wees voorzichtig bij gebruik in huidplooien, op het gelaat en op de genitaliën vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen; het wordt aanbevolen voor deze toepassingen zwak werkende corticosteroïden te gebruiken.
Niet gebruiken onder occlusie en op grote en beschadigde huidoppervlakken vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen van zowel flumetason als clioquinol. Indien behandeling > 1 week noodzakelijk is rekening houden met verhoging van de eiwitgebonden jodiumspiegel. Wees bedacht op mogelijke (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as mogelijk gepaard gaande met glucocorticosteroïde-insufficiëntie na het stopzetten van langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden. Gebruik bij kinderen kan leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.
Dit preparaat niet gebruiken bij overgevoeligheid voor jodium. Clioquinolbevattende preparaten kunnen de eiwitgebonden jodiumspiegel verhogen en zo schildklierfunctietesten (waarin enigerlei vorm van jodium betrokken is) verstoren. Deze testen daarom pas 1 maand na staken van de therapie uitvoeren. Clioquinol kan kleding, linnengoed en haar verkleuren.
Overdosering
Eigenschappen
Matig sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. Corticosteroïden uit klasse 2 en 3 (matig sterk resp. sterk werkend) hebben een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Clioquinol is werkzaam tegen schimmels en Gram-positieve bacteriën en slechts zwak werkzaam tegen Gram-negatieve bacteriën. Het werkt meer bacteriostatisch dan bactericide. Clioquinol bevat jodium.
Kinetische gegevens
Resorptie | Flumetason: nauwelijks. Clioquinol: ca. 1,5–4 %. |
Geneesmiddelgroep
flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (J05AF06)
- calcipotriol/betamethasondipropionaat (J05AF06)
- flumetason/clioquinol (J05AF06)
- flumetason/salicylzuur (J05AF06)
- hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (J05AF06)
- hydrocortison/ureum (J05AF06)
- miconazol/hydrocortison (J05AF06)
- triamcinolon/salicylzuur (J05AF06)
- triamcinolon/ureum (J05AF06)
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (J05AF06)