Insuline degludec/liraglutide

Publish

Samenstelling

Xultophy Novo Nordisk bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 3 ml

Bevat per ml: insuline degludec 100 E en liraglutide 3,6 mg. Conserveermiddel: fenol.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

insuline degludec/liraglutide vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Behandeling van diabetes mellitus type 2 met orale bloedglucoseverlagende middelen komt pas in aanmerking indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met voorlichting, educatie, aanpassing van de voeding en stimulering van lichaamsbeweging. Metformine is eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Bij onvoldoende resultaat hiermee, kan een kortwerkend sulfonylureumderivaat (voorkeur gliclazide) worden toegevoegd. De volgende stap is (toevoeging van) insulinetherapie. De overige bloedglucoseverlagende middelen komen pas in aanmerking indien gebruik van bovenstaande voorkeursmiddelen op bezwaren stuit.

Er is nog weinig ervaring met insuline degludec en de veiligheid op lange termijn is nog onbekend. Er is geen bewijs voor effectiviteit van GLP-1-receptoragonisten op (diabetesgerelateerde) mortaliteit en morbiditeit.

Aan de vergoeding van insuline degludec/liraglutide zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage2.

Indicaties

Diabetes mellitus type 2 bij volwassenen, om de glykemische controle te verbeteren: in combinatie met orale bloedglucoseverlagende geneesmiddelen als deze middelen alleen of in combinatie met GLP-1-agonisten of basale insuline niet afdoende glykemische controle geven.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Diabetes mellitus type 2:

Volwassenen:

s.c. 1×/dag bij voorkeur op een vast tijdstip. Individuele dosisaanpassingen op geleide van de nuchtere bloedglucosespiegel. De maximale dosering is 50 dosiseenheden (50 E insuline degludec en 1,8 mg liraglutide)/dag. De aanbevolen startdoseringen staan hieronder vermeld.

Bij toevoegen aan orale bloedglucoseverlagende middelen: aanbevolen startdosis: 10 dosiseenheden (10 E insuline degludec en 0,36 mg liraglutide) 1×/dag. Bij combinatie met een sulfonylureumderivaat een verlaging van de dosis sulfonylureumderivaat overwegen.

Bij overschakelen van een GLP-1-agonist: aanbevolen startdosis: 16 dosiseenheden (16 E insuline degludec en 0,6 mg liraglutide) 1×/dag. Bij overschakeling van een langwerkende GLP-1-agonist (wekelijkse dosering): start insuline degludec/liraglutide op het moment dat de langwerkende GLP-1-agonist gegeven had moeten worden. Controleer de bloedglucosespiegel nauwgezet gedurende de weken na de overschakeling.

Bij overschakelen van basale insuline: aanbevolen startdosis: 16 dosiseenheden (16 E insuline degludec en 0,6 mg liraglutide) 1×/dag. Controleer de bloedglucosespiegel nauwgezet gedurende de weken na de overschakeling.

Dosisaanpassing kan nodig zijn bij verandering van de fysieke activiteit of van dieet, of bij een bijkomende ziekte.

Een vergeten dosis alsnog toedienen alleen als er minstens 8 uur tussen twee injecties zitten.

Subcutaan toedienen in de dij, bovenarm of buikwand. Wissel de injectieplaats binnen eenzelfde gebied af om de kans op lipodystrofie te verminderen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hypoglykemie.

Vaak (1–10%): verminderde eetlust, misselijkheid, braken, dyspepsie, gastritis, gastro-oesofageale reflux, abdominale pijn of distensie, diarree, obstipatie. Reactie op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): urticaria, overgevoeligheid. Dehydratie. Oprisping, flatulentie. Cholelithiase, cholecystitis. Huiduitslag, jeuk, verworven lipodystrofie. Stijging serumlipase- of amylase, verhoogde hartslag.

Verder zijn gemeld: anafylactische reactie. Pancreatitis (inclusief necrotiserende pancreatitis). Perifeer oedeem.

Maag-darmstoornissen treden vaker op in het begin van de behandeling en nemen gewoonlijk af binnen enkele dagen of weken.

Meer informatie:

Interacties

De insulinebehoefte kan veranderen door andere stoffen:

Verlaging van de insulinebehoefte door: androgene en anabole steroïden, orale bloedglucoseverlagende middelen, disopyramide, ACE-remmers, angiotensine–II receptor antagonisten, fibraten, fluoxetine, MAO-remmers, pentoxifylline, niet-selectieve β-blokkers, sulfonamiden en hoge doses (> 2 g) salicylaten.

Verhoging van de insulinebehoefte door: orale anticonceptiva, glucocorticoïden, HIV-proteaseremmers, danazol, thiazide- en lisdiuretica, sympathicomimetica, fenothiazine–derivaten, schildklierhormonen, groeihormonen en atypische antipsychotica (bv. olanzapine en clozapine).

Somatostatine analogen (octreotide, lanreotide) kunnen de insulinebehoefte zowel verlagen als verhogen.

Niet-selectieve β-blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hypoglykemie maskeren en het herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie vertragen. Tevens kan tijdens de hypoglykemie ernstige hypertensie optreden.

Alcohol kan het hypoglykemische effect van insuline versterken of verminderen.

Wees voorzichtig bij combinatie met pioglitazon vanwege de toegenomen kans op hartfalen.

Bij instellen van de therapie met insuline degludec/liraglutide bij patiënten die vitamine K-antagonisten gebruiken, de INR vaker controleren.

Zwangerschap

Teratogenese: Insuline degludec: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Liraglutide: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Insuline degludec en liraglutide: onbekend. Ja, bij dieren.
Overig: Liraglutide: Bij dieren is vermindering van neonatale groei gezien.
Advies: Gebruik van dit combinatiepreparaat of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Insuline degludec/liraglutide niet toepassen bij diabetes mellitus type 1 of diabetische ketoacidose.

Insulinen met een langdurige werking vergroten het risico van niet-herkende nachtelijke hypoglykemie en vertragen het herstel van hypoglykemie.

Verandering van insulinebehoefte treedt op bij verandering van het maaltijdschema, (onverwachte) zware fysieke inspanning, het ontstaan van stress–situaties zoals ziekten (bv. griep) en emotionele gebeurtenissen, en verder bij bijkomende aandoeningen die de werking van nieren, lever, bijnier, hypofyse of de schildklier beïnvloeden.

Bij een sterke verbetering van de bloedglucose-instelling (bv. door een intensievere insulinetherapie) kunnen de vroege waarschuwingssignalen van hypoglykemie anders worden waargenomen. Bij langdurig bestaande diabetes kunnen de gebruikelijke waarschuwingssymptomen verdwijnen.

Een abrupte verbetering van de bloedglucose-instelling (door intensievere insulinetherapie) kan gepaard gaan met tijdelijke verergering van diabetische retinopathie.

Bij inadequate dosering of onderbreken van de behandeling kan hyperglykemie optreden, met als symptomen dorst, frequente mictie, misselijkheid, braken, sufheid, een rode en droge huid, droge mond en anorexie. Onbehandelde hyperglykemie kan tot hyperosmolair coma of diabetische ketoacidose leiden. In geval van ernstige hyperglykemie wordt toediening van snelwerkende insuline aanbevolen.

Door gastro-intestinale bijwerkingen van liraglutide kan dehydratie optreden met verschijnselen als acuut nierfalen en nierinsufficiëntie. Bij het optreden van gastro-intestinale bijwerkingen, met name in het begin van de behandeling, voorzorgsmaatregelen nemen om een vochttekort te voorkomen.

In klinische studies met liraglutide zijn effecten op de schildklier (tumor, verhoogde calcitoninespiegel, struma) gemeld; wees daarom voorzichtig bij een anamnese van schildklieraandoeningen.

Gebruik van GLP-1-agonisten (zoals liraglutide) hangt samen met een toegenomen kans op pancreatitis. Wijs patiënten erop dat aanhoudende, ernstige buikpijn kan wijzen op acute pancreatitis. Bij vermoeden van pancreatitis de behandeling staken. Indien de diagnose pancreatitis wordt gesteld de behandeling niet opnieuw beginnen.

De overschakeling naar insuline degludec/liraglutide van doses < 20 en > 50 eenheden basale insuline is niet onderzocht. Combinatie met DPP-4-remmers, gliniden of prandiale insuline is niet onderzocht.

Toepassing bij ernstige leverinsufficiëntie, ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min), inflammatoire darmziekten, diabetische gastroparese en ernstig hartfalen (NYHA-klasse III–IV) wordt niet aanbevolen, wegens gebrek aan ervaring hierbij. Bij lichte of matige nier- of leverinsufficiëntie, de bloedglucosespiegel vaker controleren. Wees voorzichtig bij hartfalen NYHA-klasse I–II, omdat weinig gegevens beschikbaar zijn.

Er is weinig ervaring bij patiënten ≥ 75 jaar. De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen tot 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Symptomen
hypoglykemie, zich uitend in honger, zwakte, trillen, transpireren, snelle en sterke hartslag, hoofdpijn, duizeligheid en/of cognitieve symptomen zoals concentratieverlies en verwardheid (symptomen veroorzaakt door adrenaline en cortisol). De hypoglykemie kan optreden door relatieve overdosering tijdens o.a. inspanning of door onvoldoende voedseltoevoer of door absolute overdosering.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met insuline degludec/liraglutide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Combinatie van een ultra-langwerkend insuline–analogon en een glucagonachtige peptide (GLP-1)-receptoragonist.

Informatie over farmacokinetische eigenschappen:

Kinetische gegevens

OverigDe farmacokinetische eigenschappen van het combinatiepreparaat insuline degludec/liraglutide komen overeen met die van afzonderlijke injecties van insuline degludec en liraglutide.