Labetalol

Publish

Samenstelling

Labetalol Tabletten (hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
100 mg, 200 mg, 400 mg

Trandate (als hydrochloride) Aspen Pharma Trading Limited

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 20 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

labetalol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij hypertensie verlagen diuretica, β-blokkers, calciumantagonisten (dihydropyridinen), angiotensine I converterend enzym (ACE)-remmers en angiotensinereceptorblokkers (ARB’s) de bloeddruk effectief en verminderen het tienjaarsrisico op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Comorbiditeit en specifieke patiëntenkenmerken bepalen welke groepen en welke middelen als eerste in aanmerking komen. De voorkeur gaat uit naar middelen met een 24-uurs werkzaamheid. Als één middel onvoldoende effectief is, is het toevoegen van een middel uit een andere groep effectiever dan het verhogen van de dosis; tevens beperkt het de bijwerkingen als gevolg van een dosisverhoging. De vaste combinatie in de juiste dosisverhouding heeft om reden van therapietrouw de voorkeur.

Binnen de groep van de β-blokkers bestaan grote prijsverschillen.

Bij meer dan twee aanvallen van angina pectoris (AP) per week is een onderhoudsbehandeling met een selectieve bètablokker eerste keus. In geval van bijwerkingen of contra-indicaties komen de langwerkende nitraten in aanmerking, of als alternatief een calciumantagonist. Bij onvoldoende effect van monotherapie heeft combinatietherapie van een bètablokker met een nitraat de voorkeur. Bij de combinatie van een bètablokker met een calciumantagonist komen de dihydropyridinen in aanmerking. Zie ook Onderhoudsbehandeling stabiele Prinzmetal-angina-pectoris.

Labetalol kan gebruikt worden bij de behandeling van zwangerschapshypertensie.

Het gebruik van labetalolinjecties in de kliniek bij hypertensiecrises is een zinvolle toepassing van de gecombineerde β- en α-receptorblokkerende werking.

Indicaties

Oraal:

  • Hypertensie.
  • Zwangerschapshypertensie.
  • Angina pectoris indien tevens hypertensie aanwezig is.

Parenteraal:

  • Als snelle bloeddrukdaling vereist is, zoals bij ernstige (zwangerschaps)hypertensie.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Hypertensie met of zonder angina pectoris:

Volwassenen:

Oraal: Begindosering 100 mg 2×/dag. Zo nodig na 1-2 weken deze doses verdubbelen (200 mg 2×/dag), zo nodig na 1-2 weken 400 mg ’s morgens en 200 mg ’s avonds, zo nodig 1-2 weken daarna 400 mg ’s morgens en 400 mg ’s avonds. Bij ernstige hypertensie kan de dosering verder worden aangepast tot max. 2400 mg per dag, bij voorkeur in 3 doses.

Parenteraal: Als i.v. infuus van (na reconstitutie) 1 mg/ml, onder controle van bloeddruk en hartfrequentie, met een infusiesnelheid van circa 2 mg/min. Bij een bevredigende reactie het infuus stoppen. Meestal is 50–200 mg voldoende, maar soms zijn hogere doses noodzakelijk (bv. bij feochromocytoom). Voor een snellere bloeddrukdaling, bijvoorbeeld bij hypertensieve encefalopathie, 50 mg i.v. (bolus-injectie) gedurende ten minste 1 minuut toedienen. Maximaal effect na 5 minuten, werkingsduur ca. 6 uur (soms tot 18 uur). Indien nodig bolusinjectie iedere 5 minuten herhalen, de totale dosis van de bolusinjecties mag hierbij de 200 mg niet overschrijden.

Zwangerschapshypertensie:

Volwassenen:

Oraal: Begindosering 100 mg 2×/dag. Zo nodig iedere week de dosering met 2×100 mg per dag verhogen tot max. 2400 mg per dag; soms is driemaaldaags doseren noodzakelijk vanwege de ernst van de zwangerschapshypertensie.

Parenteraal: Als i.v. infuus: infusiesnelheid 20 mg/uur; deze dosis eventueel iedere 30 minuten verhogen totdat voldoende effect is bereikt. De maximale dosis is 160 mg/uur; in uitzonderingsgevallen kan een hogere dosis nodig zijn. De conditie van patiënte en kind hierbij nauwlettend controleren, zie ook rubriek Zwangerschap.

Bij leverfunctiestoornissen, ouderen of laag lichaamsgewicht: beginnen met een zo laag mogelijke dosering.

Beëindiging – ook tijdelijk – van een behandeling met oraal toegediende β-blokkers dient, zo mogelijk, geleidelijk plaats te vinden door de dosering stapsgewijs te halveren gedurende ten minste 2 weken. De laagste dosering ten minste 4 dagen innemen alvorens de behandeling te staken.

Tabletten tijdens de maaltijd innemen met water.

Injectie: Patiënt laten liggen tijdens en tot 3 uur na het geven van de injectie/infusie i.v.m. de kans op flinke orthostatische hypotensie.

Bijwerkingen

Tabletten:

bij een hoge aanvangsdosering, snelle dosisverhoging of bij behandeling met dagdoses > 1200 mg kan orthostatische hypotensie optreden.

Bij enkele patiënten zijn gemeld: hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, spierkramp, tintelende hoofdhuid. Misselijkheid, braken, epigastrische pijn, lichte diarree. Mictieklachten en acute urineretentie. Slaapstoornissen, visuele hallucinaties, (tijdelijke) depressie. Visusstoornis en ejaculatiestoornis kunnen voorkomen en zijn meestal van tijdelijke aard. Overgevoeligheidsreacties met jeuk, (lichenoïde) huiduitslag, angio–oedeem en benauwdheid. Tremor (bij behandeling van zwangerschapshypertensie).

In zeldzame gevallen: bradycardie, hartblok, hartfalen. SLE, niet met ziekte geassocieerde positieve antinucleaire antilichamen (ANA). Koorts. Gestoorde leverfunctie, hepatitis, levernecrose, (hepatische/cholestatische) geelzucht (reversibel na staken). Toxische myopathie. Klachten over droge ogen zijn in verband gebracht met gebruik van β-blokkers.

Injectie/infusie:

Vaak (1–10%): hartfalen met stuwing, (orthostatische) hypotensie (bij opstaan binnen 3 uur na injectie). Erectiele disfunctie. Verstopte neus (voorbijgaand). Overgevoeligheid, zoals huiduitslag, pruritus, dyspneu. Stijging van leverenzymwaarden.

Soms (0,1–1%): bronchospasmen.

Zelden (0,01–0,1%): bradycardie.

Zeer zelden (< 0,01%): hartblok. Verergering van het syndroom van Raynaud. Hepatitis, hepatocellulaire/cholestatische geelzucht, levernecrose; de symptomen van lever– en galaandoeningen zijn meestal reversibel na staken van de behandeling. Overgevoeligheidsreacties zoals geneesmiddelkoorts of angio–oedeem. Tremor (bij behandeling van zwangerschapshypertensie). Klachten over droge ogen zijn in verband gebracht met gebruik van β-blokkers.

Interacties

Vermijd de combinatie met calciumantagonisten die de contractiliteit en de AV-geleiding negatief beïnvloeden (zoals (oraal) verapamil en in mindere mate diltiazem) vanwege de kans op hypotensie, AV-geleidingsstoornissen en insufficiëntie van de linkerventrikel; bij gestoorde hartfunctie is de combinatie gecontra-indiceerd. Ook is de combinatie met intraveneus verapamil of continue of intermitterende inotrope therapie met β–agonisten gecontra-indiceerd.

Bij combinatie met klasse I-anti-aritmica (disopyramide, kinidine) rekening houden met een potentiërend effect op de AV-geleidingstijd en een mogelijk negatief-inotroop effect; combinatie niet toepassen bij een gestoorde hartfunctie.

Combinatie met digoxine kan leiden tot AV-dissociatie en versterking van de ventriculaire snelheid.

Labetalol kan het bloedglucoseverlagend effect van insuline en orale bloedglucoseverlagende middelen versterken.

NSAID’s kunnen het bloeddrukverlagend effect verminderen.

Cimetidine, hydralazine en alcohol kunnen de biologische beschikbaarheid van labetalol verhogen.

Het risico van rebound-hypertensie bij staken van clonidinetoediening kan worden vergroot; daarom eerst de β-blokker stoppen, clonidine nog enige dagen gebruiken.

Niet-selectieve β-blokkers versterken de α-pressorreactie van adrenaline (epinefrine) met hypertensie en bradycardie, omdat het β-effect van adrenaline wordt geremd.

Houd rekening met een versterking van het negatief-inotroop effect van β-blokkers door inhalatie-anesthetica. Toediening van anesthetica is mogelijk indien vóór inductie i.v. atropine is toegediend. Het effect van halothaan op de bloeddruk kan worden versterkt.

Combinatie met hydralazine vermijden.

Zwangerschap

Labetalol passeert de placenta.
Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen voor teratogeniteit van β-blokkers bij de mens.
Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens zwangerschap en partus kunnen bij foetus en neonaat o.a. optreden: hypotensie, hypoglykemie, ademhalingsproblemen en bradycardie. Deze symptomen kunnen echter ook veroorzaakt worden door pre–eclampsie. Soms treden deze symptomen pas twee dagen na de geboorte op. Bij labetalolgebruik tijdens de zwangerschap zijn verschijnselen van het fenomeen van Raynaud in de tepel beschreven.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt; het pasgeboren kind gedurende 24–48 uur na de geboorte strikt controleren. Volgens de fabrikant zijn er onvoldoende gegevens om de veiligheid bij toediening gedurende het eerste trimester te beoordelen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate (0,004% van de doses bij de moeder).
Farmacologisch effect: Zeer zelden zijn bijwerkingen van onbekende oorsprong gemeld, zoals het ’plotselinge doodsyndroom’, diarree, hypoglykemie.
Advies: Kan onder controle van de zuigeling worden gebruikt. De zuigeling zorgvuldig controleren op symptomen van β-blokkade (hypotensie, bradycardie, zwakte), diarree.

Contra-indicaties

  • sick-sinussyndroom;
  • tweede en derdegraads-AV-blok;
  • langdurige hypotensie;
  • cardiogene shock;
  • klinisch relevante sinusbradycardie;
  • onbehandeld hartfalen of dat niet reageert op hartglycosiden en/of diuretica;
  • astma en andere obstructieve longaandoeningen;
  • metabole acidose.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen

Bij een voorgeschiedenis van perifere circulatiestoornissen of ’variant’– of Prinzmetal-angina pectoris, en bij psoriasis is terughoudendheid met β-blokkers geboden vanwege kans op toename van de klachten.

Wees voorzichtig bij een eerstegraads AV–blok vanwege een negatief effect op de AV–geleiding.

β-Blokkers kunnen de adrenerge symptomen van hyperthyreoïdie en van hypoglykemie maskeren. Herstel van de glucosespiegel na hypoglykemie kan worden vertraagd.

Wees voorzichtig bij ernstige overgevoeligheidsreacties in de voorgeschiedenis en tijdens desensibilisatietherapie, omdat vooral niet-selectieve β-blokkers de gevoeligheid voor allergenen en de ernst van anafylactoïde reacties kunnen doen toenemen.

Voorzichtig zijn bij hartfalen, eerstegraads AV-blok, diabetes mellitus en perifere circulatiestoornissen (M. Raynaud).

Pas bij een ernstige leverfunctiestoornis zo nodig de dosering aan, vanwege mogelijk verhoogde plasmaspiegels. Bij ontwikkeling van een leverbeschadiging of geelzucht de toediening onmiddellijk staken en niet herstarten.

Indien de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min, de dosering verlagen.

Staken van een behandeling – ook tijdelijk – dient zo mogelijk geleidelijk plaats te vinden (zie ook de rubriek Dosering). Plotseling staken kan leiden tot ernstige aritmieën of verergering van angina pectoris.

Bij voortzetting van de behandeling tijdens anesthesie rekening houden met een veranderde hemodynamische respons op stress.

Labetalol kan de uitslag van MIBG-scintigrafie beïnvloeden.

Overdosering

Symptomen
Forse orthostatische hypotensie, hartfalen, bronchospasmen en soms ernstige bradycardie. Oligurie door nierfalen is gemeld.

Zie voor meer symptomen en behandeling de monografie op toxicologie.org/labetalol en vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Niet-selectieve, lipofiele β-blokker met een geringe intrinsieke sympathicomimetische activiteit (ISA). Heeft selectieve postsynaptische α1- en niet-selectieve β-sympathicolytische eigenschappen (in een verhouding van 1:3 tot 1:7). Bloeddrukverlagende werking: i.v. binnen 5 minuten, oraal max. na 1–4 uur. Werkingsduur: na bolusinjectie gewoonlijk ca. 6 uur, soms zelfs tot 18 uur.

Kinetische gegevens

T max1–2 uur.
Foraal 25% door groot first-pass-effect.
Metaboliseringin de lever, conjugatie en glucuronidering.
Eliminatiemet urine en feces, vnl. als inactieve metabolieten.
T 1/2ca. 4 uur, korter tijdens zwangerschap.