peginterferon bèta-1a
Samenstelling
Plegridy Biogen Idec International bv
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof ’63+94’ startverpakking
- Verpakkingsvorm
- pen, wwsp
Bevat per verpakking: 1× 63 microg/0,5 ml + 1× 94 microg/0,5 ml.
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 125 microg/0,5 ml
- Verpakkingsvorm
- pen 0,5 ml, wwsp 0,5 ml
De dosis geeft de hoeveelheid van het interferon β-1a-gedeelte van peginterferon β-1a weer, zonder rekening te houden met het aangehechte PEG-gedeelte.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
peginterferon bèta-1a vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Voor (peg)interferon β is aangetoond dat het bij ambulante patiënten met ’relapsing remitting’ multipele sclerose de frequentie en de ernst van de exacerbaties vermindert. Gepleit wordt voor een zorgvuldige toepassing van (peg)interferon β bij multipele sclerose, omdat de effecten op het ziekteverloop onvoldoende bekend zijn en de kosten hoog.
Aan de vergoeding van peginterferon beta-1a zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- ’Relapsing remitting’ multipele sclerose (RRMS) bij volwassen patiënten.
Dosering
RRMS:
Volwassenen:
Aanbevolen startdosering (dosistitratie ter vermindering van griepachtige symptomen): 63 microg in week 1, 94 microg in week 2, vanaf week 4 de volledige dosering van 125 microg 1×/2 weken.
Onderhoudsdosering: 125 microg s.c. 1×/2 weken.
Een vergeten dosis zo snel mogelijk alsnog toedienen indien dit 7 dagen of langer voorafgaand aan de volgende geplande dosis is; de behandeling kan dan volgens schema doorgaan. Indien dit minder dan 7 dagen voorafgaand aan de volgende geplande dosis is, vanaf het moment dat de vergeten dosis wordt toegediend met een nieuw 2-wekelijks schema beginnen. Geen 2 doses binnen 7 dagen toedienen.
De patiënt trainen in de juiste techniek voor zelftoediening van de injecties. De plaatsen voor de subcutane injecties (buik, arm en dij) afwisselen.
Profylactisch en gelijktijdig gebruik van een antipyretisch analgeticum kan helpen griepachtige symptomen van interferon te voorkomen of verminderen.
De werkzaamheid van peginterferon β-1a is aangetoond ten opzichte van placebo en niet vergeleken met niet-gepegyleerd interferon β. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de werkzaamheid na overstappen van niet-gepegyleerde interferon β.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. myalgie, artralgie. Erytheem, jeuk en pijn op de injectieplaats, influenza-achtige ziekte (vaker tijdens 1e zes maanden van de behandeling; het begin van de griepsymptomen is mediaan 10 uur na de injectie; de mediane duur is 17 uur), pyrexie, koude rillingen, asthenie.
Vaak (1-10%): nausea, braken. Pruritus. Hyperthermie, pijn; oedeem, warmte, hematoom, rash, zwelling, verkleuring en ontsteking op de injectieplaats; alanineaminotransferase, aspartaataminotransferase, gammaglutamyltransferase; verlaagde waarden voor hemoglobine, witte bloedceltelling. Depressie. Alopecia.
Soms (0,1-1%): trombocytopenie. Overgevoeligheidsreactie. Convulsies. Urticaria. Verlaagde bloedplaatjestelling.
Zelden (0,1-0,01%): trombotische microangiopathie waaronder trombotische trombocytopenische purpura/hemolytisch uremisch syndroom. Nefrotisch syndroom, glomerulosclerose. Necrose op de injectieplaats.
Verder: pulmonale arteriële hypertensie.
Interacties
Voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die een smalle therapeutische breedte hebben en die voor klaring grotendeels afhankelijk zijn van het hepatische cytochroom P450-systeem, bijv. anti-epileptica en sommige klassen antidepressiva.
Zwangerschap
Farmacologisch effect: Mogelijk meer kans op een spontane abortus.
Advies: Starten van de behandeling tijdens de zwangerschap is gecontra-indiceerd. Bij patiënten met een hoge recidieffrequentie die tijdens de behandeling zwanger (willen) worden, het risico van een ernstig recidief na staken afwegen tegen de toegenomen kans op spontane abortus.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de behandeling vanwege de mogelijk abortieve eigenschappen van interferon β.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor natuurlijk of recombinant interferon β of peginterferon;
- een actuele ernstige depressie en/of suïcidale gedachten.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen
Patiënten controleren op aanwijzingen voor leverbeschadiging, klachten of symptomen van verlaagde perifere bloedtellingen. Wees voorzichtig bij patiënten met eerdere depressieve stoornissen, ernstige nierinsufficiëntie, ernstige leverinsufficiëntie, trombotische microangiopathie (TMA), een voorgeschiedenis van convulsies, behandeling met anti-epileptica (met name indien de epilepsie niet afdoende is gereguleerd). Bij symptomen van depressie staken van de behandeling overwegen. Bij optreden van ernstige overgevoeligheidsreacties de behandeling staken.
Gevallen van nefrotisch syndroom met verschillende onderliggende nefropathieën kunnen optreden na jaren behandeling. Periodiek controleren op vroege klachten of symptomen, bv. oedeem, proteïnurie en nierinsufficiëntie, vooral bij patiënten met een hoger risico van nierziekte. Bij nefrotisch syndroom staken van de behandeling overwegen en is een snelle behandeling vereist.
Bij gebruik van interferon β-producten zijn gevallen van (soms fatale) TMA, gemanifesteerd als trombotische trombocytopenische purpura (TTP) of hemolytisch uremisch syndroom (HUS) gemeld (na weken tot jaren gebruik). Bij klinische kenmerken van TMA zijn verdere testen van de bloedplaatjesniveaus, serum LDH, bloeduitstrijkjes en nierfunctie aanbevolen. Bij diagnose van TMA, snel behandelen met plasmawisseling en onmiddellijk de behandeling staken. Aanbevolen controles voorafgaand aan de start en vervolgens regelmatig: compleet bloedbeeld en differentiële bloedceltellingen, bloedplaatjestellingen en bloedchemie, waaronder leverfunctietests (bv. ASAT, ALAT).
Bij patiënten met myelosuppressie kan intensievere controle van het volledige bloedbeeld nodig zijn.
Regelmatige schildklierfunctietesten uitvoeren bij patiënten met een voorgeschiedenis van schildklierdisfunctie.
Patiënten met reeds bestaande significante hartziekten, zoals congestief hartfalen, ziekte van de kransslagader of aritmie, controleren op verergering van de hartconditie, met name tijdens de start van de behandeling.
Na 2 jaar ontwikkelde < 1% persisterende neutraliserende antilichamen tegen het interferon β-1a-gedeelte van peginterferon β-1a en 3% ontwikkelde persisterende antilichamen tegen het PEG-gedeelte van peginterferon β-1a. Dit had echter geen merkbare invloed op de veiligheid of de klinische werkzaamheid.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar, bij leverinsufficiëntie en onvoldoende bij ouderen > 65 jaar.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met peginterferon β-1a contact op met het Nationaal vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Immunomodulantium. Het werkingsmechanisme is niet exact bekend. Peginterferon β-1a bindt aan de type I interferonreceptor op het celoppervlak. Biologische effecten die worden gemedieerd zijn opregulering van anti-inflammatoire cytokinen (bv. IL-4, IL-10, IL-27), omlaagregulering van pro-inflammatoire cytokinen (bv. IL-2, IL-12, IFN-γ, TNF-α) en remming van de migratie van geactiveerde T-cellen door de bloed-hersenbarrière.
Kinetische gegevens
T max | 1–1,5 dag. |
V d | gem. 6,9 l/kg. |
Metabolisering | depegylering tot vrij interferon β-1a. |
Eliminatie | voornamelijk via de nieren. Bij verminderde nierfunctie is de AUC en Cmax verhoogd. Hemodialyse verlaagt de peginterferon β-1a concentratie met ca. 24%. |
T 1/2 | 2× zo lang als die van niet-gepegyleerd interferon β-1a, gemiddeld 78 uur. |
Geneesmiddelgroep
peginterferon bèta-1a hoort bij de groep MS-middelen.