piperacilline/tazobactam
Samenstelling
Piperacilline-Tazobactam Injectie/Infusievloeistof Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie- of infusievloeistof ’2/250’
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per poeder: piperacilline 2 g (als Na-zout), tazobactam 250 mg (als Na-zout). Bevat tevens: 54 mg natrium per gram piperacilline.
- Toedieningsvorm
- Poeder voor injectie- of infusievloeistof ’4/500’
- Verpakkingsvorm
- flacon
Bevat per poeder: piperacilline 4 g (als Na-zout), tazobactam 500 mg (als Na-zout). Bevat tevens: 54 mg natrium per gram piperacilline. LET OP: niet alle generieke preparaten van 4 g/500 mg zijn opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
piperacilline/tazobactam vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Piperacilline/tazobactam is een ’reserve’-antibioticum. De Commissie adviseert de toepassing van de combinatie te reserveren voor de kliniek voor infecties, veroorzaakt door micro-organismen die resistent zijn tegen piperacilline door vorming van tazobactam-gevoelige β-lactamasen. Echter in geval van een CF-patiënt met een ernstige infectieuze longexacerbatie of een matig ernstige exacerbatie die niet reageert op orale antibiotica, en overgevoeligheid voor óf resistentie tegen ceftazidim, heeft piperacilline-tazobactam i.v. in de thuissituatie een therapeutische meerwaarde ten opzichte van de beste ondersteunende zorg.
Indicaties
Infecties veroorzaakt door micro-organismen gevoelig voor de combinatie piperacilline/tazobactam:
Bij volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
- ernstige bacteriële pneumonie (incl. nosocomiale pneumonie en met beademing geassocieerde pneumonie (VAP));
- gecompliceerde urineweginfecties (waaronder pyelonefritis);
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- gecompliceerde infecties van huid- en weke delen waaronder diabetische infecties van de voet;
- bacteriëmie die (vermoedelijk) gepaard gaat met één van de hierboven vermelde infecties;
- neutropenie met koorts vermoedelijk veroorzaakt door een bacteriële infectie.
Bij kinderen van 2–12 jaar:
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- neutropenie met koorts vermoedelijk veroorzaakt door een bacteriële infectie.
Dosering
Gecompliceerde urineweginfectie, infectie van huid en weke delen (bv. diabetische voet):
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
4 g/500 mg (piperacilline/tazobactam) elke 8 uur.
Gecompliceerde intra-abdominale infecties:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
4 g/500 mg (piperacilline/tazobactam) elke 8 uur.
Kinderen 2–12 jaar (en een lichaamsgewicht < 40 kg):
100 mg piperacilline/12,5 mg tazobactam per kg lichaamsgewicht elke 8 uur, maximaal 4 g/500 mg per dosering.
Ernstige pneumonie (bv. nosocomiale pneumonie), andere zeer ernstige infecties:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
4 g/500 mg (piperacilline/tazobactam) elke 6 uur.
Neutropenie met koorts:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar:
4 g/500 mg (piperacilline/tazobactam) elke 6 uur.
Kinderen 2–12 jaar (en een lichaamsgewicht < 40 kg):
80 mg piperacilline/10 mg tazobactam per kg lichaamsgewicht elke 6 uur, maximaal 4 g/500 mg per dosering.
Gebruik bij gestoorde nierfunctie: Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar: creatinineklaring 20–40 ml/min max. 4 g/500 mg elke 8 uur; < 20 ml/min max. 4 g/500 mg elke 12 uur; hemodialyse één extra dosis 2 g/250 mg na elke dialyseperiode. Kinderen 2–12 jaar (en een lichaamsgewicht < 40 kg): creatinineklaring ≤ 50 ml/min: 70 mg/8,75 mg per kg lichaamsgewicht elke 8 uur; hemodialyse: één extra dosis 40 mg/5 mg per kg lichaamsgewicht ná elke dialyseperiode.
De behandelduur: is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 5–14 dagen.
Toedienen via langzame i.v.-injectie (gedurende 3–5 min) of i.v.-infusie (inlooptijd 30 min).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken en diarree. Huiduitslag inclusief maculopapuleuze uitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): hypotensie. Koorts. Candida superinfectie. Hoofdpijn, slapeloosheid. Stomatitis, dyspepsie, obstipatie. Icterus. Overgevoeligheid, urticaria. (Trombo)flebitis, andere reacties op de infusieplaats. Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie. Verhoogd creatinine in bloed, stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT).
Zelden (0,01-0,1%): anafylactische of anafylactoïde reactie (incl. shock). Pseudomembraneuze colitis, buikpijn. Hepatitis. Tubulo-interstitiële nefritis, nierfalen. Erythema multiforme, bulleuze dermatitis, exantheem. Artralgie, myalgie. Koude rillingen. Opvliegers. (Hemolytische) anemie, verlengde bloedingstijd, purpura, bloedneus. Eosinofilie. Verhoogde waarden in bloed van bilirubine, AF en γGT.
Zeer zelden (< 0,01%): toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnsonsyndroom. Agranulocytose, pancytopenie, trombocytemie. Verlengde aPTT, verlengde protrombinetijd. Hypokaliëmie, verlaagde waarden van: bloedglucose, bloedalbumine en totaal eiwit in bloed. Verhoogd bloedureum.
Bij patiënten met cystische fibrose komen koorts en huiduitslag vaker voor.
Interacties
De werking van penicillinen wordt geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (een voorbeeld zijn de tetracyclinen), de interactie is alleen relevant bij levensbedreigende infecties, zoals sepsis, meningitis, endocarditis en bij ernstige neutropenie. Piperacilline kan bij gestoorde nierfunctie de werking van aminoglycosiden inactiveren. Bij gelijktijdige behandeling met andere stoffen (antibiotica, bloedproducten) niet in eenzelfde spuit of infuus mengen, maar apart toedienen.
Piperacilline kan de neuromusculaire blokkade door vecuronium en mogelijk ook andere niet-depolariserende spierverslappers verlengen.
Piperacilline kan de uitscheiding van methotrexaat verminderen; serumspiegels van methotrexaat nauw monitoren.
Bij combinatie met geneesmiddelen die het bloedstollingssysteem beïnvloeden (zoals heparine, orale anticoagulantia) stollingstesten vaker en regelmatig uitvoeren.
De kans op hypokaliëmie neemt toe bij de combinatie met geneesmiddelen die de kaliumspiegel kunnen verlagen.
Tazobactam is substraat voor OAT1 en OAT3; theoretisch kunnen werkzame stoffen die OAT1 en OAT3 remmen de plasmaconcentratie van tazobactam verhogen.
Zwangerschap
Piperacilline en tazobactam passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren zijn bij i.v. toediening in doses toxisch voor het moederdier geen teratogene afwijkingen gezien. Wel zijn bij intraperitoneale toediening van toxische doses dieren een verminderd geboortegewicht, een groter aantal doodgeboren dieren en een gestegen mortaliteit bij de jonge dieren gezien.
Advies: Alleen op stikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden (piperacilline), onbekend (tazobactam).
Farmacologisch effect: De kans op het ontstaan van een allergische reactie bij de zuigeling is minimaal. Theoretisch is sensibilisatie van de zuigeling mogelijk. Tevens kunnen diarree en schimmelinfecties van slijmvliezen optreden.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met borstvoeding.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor β-lactamantibiotica zoals andere penicillinen, cefalosporinen en carbapenems.
Waarschuwingen
Tussen penicillinen onderling en (in mindere mate) de penicillinen en cefalosporinen kan kruisresistentie voorkomen. Overgroei van niet-gevoelige micro-organismen kan optreden.
Kruisovergevoeligheid met andere penicillinen en cefalosporinen kan bestaan. Cystische fibrosepatiënten hebben meer kans op overgevoeligheidsreacties.
Bij optreden van ernstige (bloederige) diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; in dat geval de toediening staken.
Bloedingsverschijnselen kunnen optreden, met name bij patiënten met een nierfunctiestoornis; bij het optreden van bloedingsverschijnselen het gebruik staken.
Bij langdurig gebruik regelmatig de hematopoëtische functie en lever- en nierfunctie controleren, bij een lage kaliumreserve tevens de elektrolytsamenstelling.
Bij het optreden van huiduitslag dit nauwkeurig vervolgen en het gebruik staken als de laesies zich verder ontwikkelen.
Als glucosetest in de urine wordt er een gebaseerd op enzymatische glucose oxidatie reacties aangeraden; een test gebaseerd op koper-reductie kan een vals-positieve reactie geven. Een aantal chemische bepalingsmethoden van eiwit in de urine, de directe Coombs-test en de Platelia® Aspergillus EIA-test kunnen fout-positief uitvallen.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen van 0–2 jaar.
Overdosering
Symptomen
na i.v. overdosering, vooral nierfunctiestoornis en convulsies.
Therapie
hemodialyse verwijdert in 4 uur 30–50% van de piperacilline.
Neem voor informatie over een vergiftiging met piperacilline/tazobactam contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Piperacilline is een bactericide β-lactamantibioticum. Remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand van de bacterie, wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Tazobactam is een β-lactam en structureel verwant met de penicillinen. Het is werkzaam tegen een breed spectrum van β-lactamasen. Door de combinatie met tazobactam wordt piperacilline beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen, die vaak resistentie tegen penicillinen en cefalosporinen veroorzaken. Het werkingsspectrum van piperacilline/tazobactam is breed.
Doorgaans gevoelig zijn: Enterococcus faecalis, Listeria monocytogenes, Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig), Staphylococcus spp. (coagulase-negatief, meticilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, Streptokokken groep B, Citrobacter koseri, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Proteus mirabilis, Clostridium spp., Eubacterium spp., Peptostreptococcus spp., Bacteroides fragilis-groep, Fusobacterium spp., Porphyromonas spp. en Prevotella spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Enterococcus faecium, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus viridans-groep, Acinetobacter baumannii, Burkholderia cepacia, Citrobacter freundii, Enterobacter spp., Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Morganella morganii, Proteus vulgaris, Providencia spp., Pseudomonas aeruginosa en Serratia spp.
Ongevoelig zijn: Corynebacterium jeikeium, alle meticilline-resistente stafylokokken (incl. MRSA), Legionella spp., Stenotrophomonas maltophilia, Chlamydophila pneumoniae, Mycoplasma pneumoniae.
Kinetische gegevens
Overig | distributie naar veel plaatsen in weefsels en lichaamsvloeistoffen, waaronder darmslijmvlies, galblaas, gal, longen en botten. De gemiddelde weefselconcentraties zijn 50–100% van de plasmaconcentratie. De distributie naar het cerebrospinaal vocht is laag bij niet-ontstoken meninges. |
Metabolisering | piperacilline in de lever tot een weinig werkzame metaboliet en tazobactam tot één onwerkzame metaboliet. |
Eliminatie | vnl. met de urine: piperacilline (onveranderd ca. 68% van de toegediende dosis); tazobactam (onveranderd ca. 80% en daarnaast als metaboliet) via glomerulaire filtratie en tubulaire secretie. Met de gal: kleine hoeveelheden piperacilline en diens metaboliet; tazobactam ook in enige mate). |
T 1/2el | 0,7–1,2 uur (piperacilline, tazobactam). Hemodialyse verwijdert in 4 uur 30–50% van de piperacilline. |
Geneesmiddelgroep
piperacilline/tazobactam hoort bij de groep penicillinen.