Broomperidol

Publish

Samenstelling

Impromen Medcor Pharmaceuticals

Toedieningsvorm
Druppelvloeistof
Sterkte
2 mg/ml
Verpakkingsvorm
30 ml

Conserveermiddel: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.

Impromen (als decanoaat) Medcor Pharmaceuticals

Toedieningsvorm
Injectievloeistof ’Depot’
Sterkte
50 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

broomperidol vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Psychosen: Bij de behandeling van acute psychosen heeft haloperidol in een lage dosering (4–10 mg/dag) op basis van effectiviteit en ervaring de voorkeur. Bij chronische beelden wordt op individuele gronden gekozen voor een klassiek antipsychoticum zoals haloperidol of een atypisch antipsychoticum. De Commissie adviseert de Depot-ampullen te reserveren voor patiënten met chronische vormen van psychiatrische aandoeningen; met name voor die patiënten, van wie men niet zeker is dat zij de orale toedieningsvorm zullen innemen.

Manie: Bij de behandeling van een manische episode zijn lithium, valproïnezuur of atypische of klassieke antipsychotica, zoals broomperidol middelen van eerste keus. Antipsychotica hebben met name bij ernstige manie de voorkeur.

Antipsychotica worden niet aanbevolen voor de behandeling van angststoornissen, vanwege de kans op ernstige bijwerkingen als extrapiramidale stoornissen en metabool syndroom. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie Angststoornissen.

Indicaties

Psychosen. Manie. Ernstige opwinding en onrust. Depotpreparaat: Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Psychosen, manie en ernstige opwinding en onrust:

Volwassenen:

Oraal: 1–15 mg 1×/dag. Dosering met 2–5 mg/week verhogen tot max. 50 mg/dag. De gemiddelde dagdosering is 5 mg. Verlaag de dosering bij het optreden van extrapiramidale bijwerkingen.

Ouderen (> 65 jaar):

de dosering halveren.

Chronische en recidiverende psychosen:

Volwassenen:

I.m. (depot): begindosering: bij oraal gestabiliseerde patiënten 10-20× de orale dagdosis broomperidol (in mg) iedere 4 weken diep i.m. toedienen. Bij lichte tot matig ernstige psychosen: gebruikelijk 50–150 mg iedere 4 weken. Bij ernstige psychosen: tot 300 mg iedere 4 weken. Indien meer dan 300 mg nodig is, kan behalve dosisverhoging ook de duur van de interval verkort worden.

Ouderen (> 65 jaar):

starten met een lage dosis, bv. 12,5-25 mg iedere 4 weken.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hyperprolactinemie, agitatie, slapeloosheid, slaperigheid, duizeligheid, extrapiramidale verschijnselen (zoals tremor, rigiditeit, hypertonie, dystonie en acathisie), wazig zien, tachycardie, droge mond, speekselhypersecretie, obstipatie, asthenie, vermoeidheid.

Vaak (1–10%): depressie, slaapstoornis, parkinsonisme, akinesie, hypokinesie, dyskinesie, sedatie, afasie, tandradfenomeen, ataxie, oculogyrische crisis, bradycardie, misselijkheid, braken, galactorroe, afwijkingen op ECG of EEG, gewichtstoename.

Zelden (0,01-0,1%): hoofdpijn.

Verder zijn gemeld: leukopenie, trombocytopenie, SIADH, hyperglykemie, hypoglykemie, verminderde eetlust, hyponatriëmie, dysforie, toxische en cholestatische hepatitis, leveraandoening, convulsies, neuroleptisch maligne syndroom, tardieve dyskinesie, allergische dermatitis, geneesmiddeleneruptie, huiduitslag; jeuk, rabdomyolyse, urineretentie, gynaecomastie, priapisme, retrograde ejaculatie, erectiestoornis, plotselinge dood, koorts, hyperhidrose, cardiale aritmieën, QT-verlenging, ’torsade de pointes’ en, in het bijzonder bij hoge doses, orthostatische hypotensie. Hyperprolactinemie kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen en tot erectiestoornis bij mannen. Bij gebruik van antipsychotica is veneuze trombo-embolie gemeld. Extra bij depotpreparaat: weefselreacties.

Interacties

Broomperidol versterkt de sederende werking van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten of alcohol. De werking van bromocriptine en levodopa kan worden verminderd. Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica vermeerdert de kans op het ontstaan van tardieve dyskinesie. CYP3A4-inductoren (als carbamazepine, fenytoïne, rifampicine) kunnen de plasmaspiegel van broomperidol verlagen. In hoge dosering kan combinatie met lithium de neurotoxiciteit versterken. Itraconazol en mogelijk andere sterke CYP3A4-remmers verhogen de plasmaconcentratie. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van middelen die het QT-interval verlengen, middelen die de elektrolytenbalans verstoren en bij gebruik van hoge doses met antihypertensiva.

Zwangerschap

Teratogenese: Uit relatief weinig gegevens zijn bij mens en dier geen aanwijzingen voor schadelijkheid gevonden.
Farmacologisch effect: Neonatale ontwenningsverschijnselen en reversibele extrapiramidale symptomen zijn waargenomen na blootstelling aan antipsychotica in het laatste trimester van de zwangerschap.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Kinderen van moeders die gedurende het derde trimester broomperidol gebruikten, controleren op tremor, spierstijfheid of -zwakte, slaperigheid, agitatie, ademhalings- en voedingsproblemen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (bij ratten). Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden. Indien tijdens het gebruik toch borstvoeding gegeven wordt, de zuigeling controleren op sedatie of irritatie, apneu, droge mond, niet wakker worden voor voeding, slecht drinken, aankomen in gewicht of extrapiramidale symptomen.

Contra-indicaties

Depressie. Onderdrukking van het centrale zenuwstelsel. Coma. Overgevoeligheid voor butyrofenonen.

Waarschuwingen

Broomperidol is niet goedgekeurd voor de behandeling van gedragsstoornissen bij dementie. Ouderen met dementie die met antipsychotica worden behandeld hebben iets meer kans te overlijden. Bovendien kunnen ouderen extra gevoelig zijn voor met name extrapiramidale effecten. Wees terughoudend bij de ziekte van Parkinson, spastische verlammingen, cardiovasculaire aandoeningen, een familiaire voorgeschiedenis van QT-verlenging, risicofactoren voor een beroerte, ernstige organisch cerebrale stoornissen en bij epilepsie. Wees voorzichtig bij gestoorde leverfunctie. Staak de behandeling bij symptomen van neuroleptisch maligne syndroom als hyperthermie. Bij langdurige behandeling kan tardieve dyskinesie ontstaan; staak in dit geval direct de behandeling. De symptomen tardieve dyskinesie kunnen na staken tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan. De kans op irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging. Bij risicofactoren voor veneuze trombo-embolie preventieve maatregelen treffen. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

Overdosering

Eigenschappen

Butyrofenonderivaat met antipsychotische en geringe of geen sederende werking. Broomperidol is een krachtig werkzame dopamine D2-antagonist. Het heeft geen antihistaminerge of anticholinerge eigenschappen.

Kinetische gegevens

OverigNa intramusculaire injectie komt broomperidoldecanoaat geleidelijk vrij uit het spierweefsel, waarna het langzaam wordt gehydrolyseerd tot broomperidol.
Foraal is ca. 30% door groot first-pass-effect.
T maxoraal na 4 uur, diep i.m. < 6 dagen.
Eiwitbinding> 90%.
OverigStabiele plasmaconcentratie: depotpreparaat na 3 mnd.
Metaboliseringvnl. via CYP3A4, door ketonreductie en conjugatie met glucuronzuur tot inactieve metabolieten.
T 1/2eloraal ca. 36 uur, depotpreparaat 25 dagen.