Chloorprotixeen

Publish

Samenstelling

Truxal (hydrochloride) Lundbeck bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
15 mg, 50 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

chloorprotixeen vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Psychosen: Bij de behandeling van acute psychosen heeft haloperidol in een lage dosering (4–10 mg/dag) op basis van effectiviteit en ervaring de voorkeur. Bij chronische beelden wordt op individuele gronden gekozen voor een klassiek antipsychoticum zoals haloperidol of een atypisch antipsychoticum.

Manie: Bij de behandeling van een manische episode zijn lithium, valproïnezuur of atypische of klassieke antipsychotica, zoals chloorprotixeen middelen van eerste keus. Antipsychotica hebben met name bij ernstige manie de voorkeur.

Antipsychotica worden niet aanbevolen voor de behandeling van angststoornissen, vanwege de kans op ernstige bijwerkingen als extrapiramidale stoornissen en metabool syndroom. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie Angststoornissen.

Indicaties

  • Psychosen;
  • Manie;
  • Ernstige vormen van opwinding en onrust.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Psychose, manie en ernstige opwinding en onrust:

Volwassenen:

Begindosering: 50–100 mg/dag in meerdere doses; zo nodig geleidelijk verhogen tot veelal 300 mg/dag, in enkele gevallen kan tot 1200 mg/dag nodig zijn. De hoogste dosis ’s avonds voor het slapengaan geven, in verband met het sederende effect.

Onderhoudsdosering: gebruikelijk 100–200 mg/dag, in meerdere doses. Bij langdurig gebruik van hoge doses periodiek evalueren of de onderhoudsdosis kan worden verlaagd. Bij staken de dosis geleidelijk afbouwen.

Ouderen (> 65 j.):

15–90 mg/dag, in meerdere doses.

De tabletten innemen met water.

Bijwerkingen

Inherent aan de werking: initiatiefverlies en emotionele afvlakking.

Zeer vaak (> 10%): slaperigheid, duizeligheid, droge mond, speekselvloed.

Vaak (1-10%): dystonie, hoofdpijn, tachycardie, hartkloppingen, accommodatiestoornis, visusstoornissen, obstipatie, misselijkheid, dyspepsie, hyperhidrosis, toegenomen eetlust, gewichtstoename, myalgie, asthenie, vermoeidheid, slapeloosheid, zenuwachtigheid, agitatie, verminderd libido.

Soms (0,1-1%): extrapiramidale verschijnselen (zoals parkinsonisme, oculogyrische crisis, acute en tardieve dystonie, acathisie), braken, diarree, mictiestoornis, urineretentie, fotosensibilisatie, huiduitslag, jeuk, dermatitis, gewichtsafname, hypotensie, opvliegers, abnormale leverfunctietest, ejaculatiestoornis, erectiele disfunctie, convulsie.

Zelden (0,01-0,1%): QT-verlenging, trombocytopenie, neutropenie, leukopenie, agranulocytose, dyspneu, hyperglykemie en glucose-intolerantie, overgevoeligheid, anafylactische reactie. Veroorzaakt hyperprolactinemie, wat kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen en tot erectiestoornis bij mannen.

Zeer zelden (< 0,01%): neuroleptisch maligne syndroom, veneuze trombo-embolie, geelzucht.

Verder zijn gemeld: priapisme, ventriculaire aritmieën, plotselinge dood.

Interacties

Gecontra-indiceerd is gelijktijdig gebruik met middelen die het QT-interval verlengen (onder andere NYHA-klasse Ia- en III-anti-aritmica, arseentrioxide, chloroquine, chloorpromazine, claritromycine, domperidon, droperidol, erytromycine, haloperidol, methadon, pentamidine, pimozide en sotalol). Gelijktijdig gebruik van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten of alcohol versterkt de sederende en/of anticholinerge werking. De werking van dopamine-agonisten en levodopa kan worden verminderd. Gelijktijdig gebruik van antipsychotica vermeerdert de kans op het ontstaan van tardieve dyskinesie. Gelijktijdig gebruik met metoclopramide en piperazine vermeerdert de kans op extrapiramidale stoornissen. Er is meer kans op neurotoxiciteit bij combinatie met lithium. Middelen die CYP2D6 remmen kunnen de plasmaspiegel van chloorprotixeen verhogen.

Zwangerschap

Chloorprotixeen passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Antipsychotica als chloorprotixeen kunnen in het laatste deel van de zwangerschap bij de neonaat extrapiramidale stoornissen en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen) veroorzaken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden, die bij gebruik van de normale dosering het kind waarschijnlijk niet beïnvloeden. De relatieve kinddosering is ca. 2% van de gewicht-gerelateerde dagelijkse maternale dosis.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af. Indien borstvoeding gegeven wordt het kind observeren op sedatie, irritatie, apneu, droge mond, niet wakker worden voor voeding, slecht drinken, aankomen in gewicht en extrapiramidale symptomen, vooral gedurende de eerste 4 weken na de geboorte.

Contra-indicaties

.

  • overgevoeligheid voor thioxanthenen;
  • circulatoire collaps, verlaagd bewustzijnsniveau, coma;
  • congenitaal verlengd QT-syndroom;
  • verworven QT-intervalverlenging (QTc > 450 ms (♂) en > 470 ms (♀));
  • Voorgeschiedenis van ventriculaire aritmieën, ’torsade de pointes’, of klinisch significante cardiovasculaire aandoeningen;
  • Ongecorrigeerde hypokaliëmie of hypomagnesiëmie.

Waarschuwingen

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor een beroerte, een voorgeschiedenis van hartziekten of een familiegeschiedenis van QT-verlenging, lever- en nierfunctiestoornis, ernstige organisch cerebrale stoornis, epilepsie, ziekte van Parkinson, spastische verlamming, myasthenia gravis, mictiestoornis, prostaathyperplasie, feochromocytoom, prolactine afhankelijke neoplasie, ernstige hypotensie, ziekten van het hematopoëtische systeem, hyperthyroïdie. Voorafgaand aan de behandeling is ECG-monitoring aangewezen en eventueel ook tijdens de behandeling. Bij een verlengd QT-interval de dosering verminderen en bij QTc > 500 ms de behandeling staken. Monitoring van elektrolyten wordt aanbevolen. Bij langdurig gebruik kan tardieve dyskinesie ontstaan; de symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na staken van het gebruik. Bij patiënten met een organisch hersensyndroom, mentale achterstand, of opiaat- en alcoholmisbruik is er meer de kans op een fataal verloop van het neuroleptisch maligne syndroom. De kans op irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging. Bij langdurig gebruik wordt periodiek oogheelkundig onderzoek aanbevolen, omdat langdurig gebruikt van fenothiazinen in hoge doses kan leiden tot pigmentaties (in huid, lens en cornea). Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Gedurende de eerste 3–4 maanden van behandeling het bloedbeeld regelmatig controleren. Tref preventieve maatregelen bij risicofactoren voor veneuze trombo-embolie. Antipsychotica bij ouderen met dementie vermeerderen lichtelijk de kans op overlijden. Plotseling stoppen kan leiden tot onthoudingsverschijnselen; die beginnen binnen 1–4 dagen en verminderen binnen 7–14 dagen. Gebruik bij kinderen < 18 jaar wordt afgeraden vanwege onvoldoende gegevens over veiligheid en werkzaamheid.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen; vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

Overdosering

Zie voor symptomen en behandeling Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Thioxantheenderivaat met antipsychotische en sederende werking. Blokkeert zowel dopaminerge (D1 en D2), serotonerge (5-HT2), α1-adrenerge, histaminerge (H1) als cholinerge receptoren.

Kinetische gegevens

F5–32%.
T max2 uur.
V d15,5 l/kg.
Eiwitbinding> 99%.
Metaboliseringin de lever tot inactieve metabolieten. Ondergaat enterohepatische kringloop.
Eliminatiemet de urine en feces.
T 1/2el16 uur.