perfenazine
Samenstelling
Perfenazine Dragees Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Dragee
- Sterkte
- 4 mg, 8 mg, 16 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Psychosen: Een klassiek antipsychoticum zoals haloperidol in een lage dosering (4–10 mg/dag), heeft op basis van effectiviteit en ervaring de voorkeur bij de behandeling van (acute) psychosen. Bij het optreden van extrapiramidale bijwerkingen, kan – indien dosisverlaging onvoldoende effect sorteert – een atypisch antipsychoticum, zoals risperidon of olanzapine worden geprobeerd.
Manie: Bij de behandeling van een manische episode zijn lithium, valproïnezuur of atypische of klassieke antipsychotica, zoals perfenazine, middelen van eerste keus. Antipsychotica hebben met name bij ernstige manie de voorkeur.
Indicaties
- Psychosen.
- Ernstige vormen van opwinding en onrust.
- Manie.
Dosering
Psychosen, opwinding en manie:
Volwassenen:
Ambulant: Begindosering 4–8 mg, 2–3×/dag, max. 24 mg per dag. Bij opname: 8–16 mg, 2–4×/dag, max. 64 mg per dag.
De dosis zo snel mogelijk verminderen tot de laagste effectieve dosis.
Bijwerkingen
Inherent aan de werking: initiatiefverlies en emotionele afvlakking. Frequent extrapiramidale verschijnselen zoals parkinsonisme, acute dystonie en acathisie.
Soms (0,1-1%): anticholinerge verschijnselen zoals droge mond, visusstoornissen, obstipatie en urineretentie; sufheid en slaperigheid, vooral in het begin van de behandeling. Hyperpigmentatie. Neerslagen in lens en cornea. Fotosensibilisatie, erytheem, gewichtstoename en orthostatische hypotensie.
Zelden (0,01-0,1%): cholestatische icterus, bloeddyscrasieën (agranulocytose), veranderingen in het ecg, verstoring temperatuurregulatie en convulsies (m.n. bij alcoholabstinentie of epilepsie). Verergering van depressies. Bij hoge doses reflectoire tachycardie. Tardieve dyskinesie kan zowel tijdens als na staken van de behandeling ontstaan. Neuroleptisch maligne syndroom (voorheen neurolepticasyndroom), gekenmerkt door hyperthermie, extreme spierrigiditeit en autonome instabiliteit. Veroorzaakt hyperprolactinemie, wat kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen en tot impotentie bij mannen.
Verder zijn gemeld: hyperglykemie, neonataal abstinentiesyndroom. Bij langdurig gebruik is gynaecomastie voorgekomen. Bij gebruik van antipsychotica is veneuze trombo-embolie (o.a. longembolie, diepveneuze trombose) gemeld.
Interacties
Perfenazine versterkt de sederende en/of anticholinerge werking van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten (risico van ademhalingsdepressie) of alcohol. De werking van bromocriptine en levodopa kan worden verminderd. Antacida verminderen de resorptie uit het maag-darmkanaal. Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica verhoogt het risico van ontstaan van tardieve dyskinesie.
Zwangerschap
Perfenazine passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid uit beperkte waarnemingen. Bij dieren schadelijk gebleken bij veel hogere doseringen dan bij de mens toegepast.
Farmacologisch effect: Hoge doses fenothiazinen kunnen bij de neonaat extrapiramidale stoornissen of onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen) veroorzaken indien ze aan het einde van de zwangerschap zijn toegediend; deze treden meestal binnen 24 uur na de geboorte op en kunnen enkele dagen tot maanden aanhouden.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe hoeveelheden.
Farmacologisch effect: een farmacologisch of toxisch effect wordt niet verwacht. Fenothiazinen kunnen de hoeveelheid melk doen toenemen door stijging van de prolactinespiegel.
Advies: Weeg het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Overig: Tijdens gebruik van dit geneesmiddel de zuigeling observeren.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor fenothiazinen.
Waarschuwingen
Bij langdurig gebruik kan tardieve dyskinesie ontstaan; de symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na staken van het gebruik.
De anti-emetische werking kan symptomen van overdosering en van niet-gediagnosticeerde stoornissen maskeren.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Hoge doseringen en langdurig gebruik van fenothiazinen kunnen leiden tot pigmentaties; regelmatig oogheelkundig onderzoek wordt aanbevolen.
Wees terughoudend bij beenmergdepressie, bloeddyscrasieën, lever- en nierfunctiestoornissen, cardiovasculaire aandoeningen, respiratoire insufficiëntie of chronisch respiratoire aandoeningen, ernstige organisch cerebrale stoornissen, (vermoeden op) subcorticaal hersenletsel, epilepsie, ziekte van Parkinson, spastische verlammingen, pylorusstenose en bij prostaathyperplasie. Wees voorzichtig bij ouderen vanwege meer kans op bijwerkingen (lager doseren). Bij risicofactoren voor veneuze trombo-embolie preventieve maatregelen treffen. Het risico van irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging. Optredende hypotensie dient te worden behandeld met noradrenaline, niet met adrenaline.
De metabolieten van fenothiazinederivaten kleuren de urine donker; dit kan fout-negatieve laboratoriumuitslagen (urobilinogeen, amylase, uroporfyrine, zwangerschapsurine-onderzoek etc.) tot gevolg hebben.
Er is een licht vergroot risico van overlijden bij ouderen met dementie bij gebruik van antipsychotica; perfenazine is niet goedgekeurd voor de behandeling van gedragsstoornissen bij dementie.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Overdosering
Symptomen
Slaperigheid, verwardheid, ademhalingsmoeilijkheden, hypotensie, ECG-veranderingen, verlaging van lichaamstemperatuur, coma.
Therapie
Zie voor de behandeling de monografie op www.vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Fenothiazinederivaat met antipsychotische, matig sederende en duidelijk anti-emetische werking.
Kinetische gegevens
F | oraal relatief laag en variabel door groot first-pass-effect. |
V d | 10–35 l/kg. |
Eiwitbinding | 91–92%. |
Metabolisering | in de lever. |
Eliminatie | met de urine. |
T 1/2 | 8–12 uur. |
Geneesmiddelgroep
perfenazine hoort bij de groep antipsychotica, klassieke.
- broomperidol (J05AF06)
- chloorprotixeen (J05AF06)
- flufenazine (J05AF06)
- flupentixol (J05AF06)
- fluspirileen (J05AF06)
- haloperidol (J05AF06)
- penfluridol (J05AF06)
- perfenazine (J05AF06)
- periciazine (J05AF06)
- pimozide (J05AF06)
- pipamperon (J05AF06)
- sulpiride (J05AF06)
- tiapride (J05AF06)
- zuclopentixol (J05AF06)