Periciazine

Publish

Samenstelling

Neuleptil Sanofi-Aventis

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
5 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

periciazine vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Psychosen: Bij de behandeling van acute psychosen heeft haloperidol in een lage dosering (4–10 mg/dag) op basis van effectiviteit en ervaring de voorkeur. Bij chronische beelden wordt op individuele gronden gekozen voor een klassiek antipsychoticum zoals haloperidol of een atypisch antipsychoticum.

Manie: Bij de behandeling van een manische episode zijn lithium, valproïnezuur of atypische of klassieke antipsychotica, zoals periciazine middelen van eerste keus. Antipsychotica hebben met name bij ernstige manie de voorkeur.

Antipsychotica worden niet aanbevolen voor de behandeling van angststoornissen, vanwege de kans op ernstige bijwerkingen als extrapiramidale stoornissen en metabool syndroom. Voor de keuze van de juiste standaardbehandeling zie Angststoornissen.

Indicaties

  • Psychosen;
  • Ernstige vormen van opwinding en onrust;
  • Manie.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Psychosen en manie:

Volwassenen:

10–20 mg 2–3×/dag, max. 90 mg per dag.

Ouderen:

5 mg per dag, zo nodig geleidelijk verhogen tot 20–30 mg per dag.

Bij patiënten met gestoorde lever- of nierfunctie voorzichtig doseren.

Bijwerkingen

Inherent aan de werking: initiatiefverlies en emotionele afvlakking. Extrapiramidale verschijnselen zoals parkinsonisme, acute dystonie en acathisie. Sufheid en slaperigheid, vooral in het begin van de behandeling. Verergering depressie, dysforie. Fotosensibilisatie, cholestatische icterus en bloeddyscrasieën (agranulocytose, leukopenie, trombocytopenie, aplastische anemie). Anticholinerge verschijnselen zoals droge mond, visusstoornissen, verhoogde oogboldruk, obstipatie en urineretentie; prostaathypertrofie. Opwinding, delier (met name bij ouderen en kinderen). Hyperglykemie, glucose-intolerantie. Gewichtstoename. CVA bij ouderen met dementie. QT-verlenging; meldingen van plotseling overlijden.

Soms (0,1-1%): (orthostatische) hypotensie. Reflectoire tachycardie. Convulsies. Verergering van neuroleptisch maligne syndroom. Tardieve dyskinesie kan zowel tijdens als na staken van de behandeling ontstaan. Hyperpigmentatie van de huid, dermatitis, neerslagen in lens en cornea. Veroorzaakt hyperprolactinemie, wat kan leiden tot galactorroe en amenorroe bij vrouwen en tot erectie- en ejaculatiestoornissen bij mannen. Bij langdurig gebruik is gynaecomastie voorgekomen.

Zeer zelden (< 0,01%): gestoorde leverfunctie. Bij gebruik van antipsychotica is veneuze trombo-embolie gemeld.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van antihistaminica, antidepressiva, anxiolytica, slaapmiddelen, analgetica, opiaten of alcohol versterkt de sederende en/of anticholinerge werking. De werking van dopamine-agonisten en levodopa kan worden verminderd. Antacida verminderen de resorptie uit het maag-darmkanaal; bij voorkeur tussen inname van deze middelen 2 uur aanhouden. Gelijktijdig gebruik van lithium, antiparkinsonmiddelen, parasympathicolytica, antidepressiva en andere antipsychotica vergroot het risico van ontstaan van tardieve dyskinesie. Voorzichtigheid met de combinatie met andere geneesmiddelen die QT-interval kunnen verlengen of het risico erop vergroten.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Gebruik van hoge doses fenothiazinen in het laatste trimester kunnen extrapiramidale stoornissen en onthoudingsverschijnselen (zoals prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen) bij de pasgeborene veroorzaken.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: onbekend (periciazine), in geringe mate (andere fenothiazinen).
Advies: Het geven van dit middel of het geven van borstvoeding ontraden.
Overig: Fenothiazinen kunnen de hoeveelheid melk doen toenemen door stijging van de prolac­tinespiegel.

Contra-indicaties

.

  • overgevoeligheid voor fenothiazinen;
  • kinderen < 1 jaar.

Waarschuwingen

Bij optreden van het neuroleptisch maligne syndroom de behandeling staken. Voor starten van de behandeling ecg uitvoeren en risicofactoren voor QT-verlenging (bradycardie, hypokaliëmie, aangeboren verlengd QT-interval) uitsluiten. Terughoudendheid is geboden bij cardiovasculaire aandoeningen, epilepsie en ziekte van Parkinson. Bij risicofactoren voor veneuze trombo-embolie preventieve maatregelen treffen. Bij risicofactoren voor diabetes mellitus de glucosehuishouding controleren, Antipsychotica vergroten bij ouderen met dementie licht het risico op overlijden. Dit middel is niet goedgekeurd voor de behandeling van gedragsstoornissen bij dementie.

Bij langdurig gebruik kan tardieve dyskinesie ontstaan; de symptomen kunnen tijdelijk verergeren of zelfs nog ontstaan na staken van het gebruik. Het risico van irreversibiliteit neemt toe bij ouderen en bij organische hersenbeschadiging. Voorzichtigheid is geboden bij ouderen vanwege meer kans op bijwerkingen (lager doseren). Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Niet gebruiken bij kinderen; bij kinderen < 1 jaar is het gebruik gecontra-indiceerd vanwege het risico op het ’Sudden Infant Death Syndrome’.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

Overdosering

Eigenschappen

Fenothiazinederivaat met antipsychotische, sterk sederende, matig hypotensieve en geringe anticholinerge werking.

Kinetische gegevens

T maxca. 2 uur.
Metaboliseringvnl. tot inactieve metabolieten.
Eliminatiemet de urine en feces.
T 1/212 uur.