Mycofenolzuur

Publish

Samenstelling

Myfortic (als Na-zout) Novartis Pharma bv

Toedieningsvorm
Tablet, maagsapresistent
Sterkte
180 mg, 360 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

mycofenolzuur vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Er zijn geen aanwijzingen dat bij niertransplantaties mycofenolzuur minder werkzaam is dan mycofenolaatmofetil, terwijl de bijwerkingen in grote mate overeenkomen. Mycofenolzuur kan bij niertransplantaties als aanvulling op het gebruikelijk immunosuppressieve regime worden gebruikt als alternatief voor mycofenolaatmofetil. Mycofenolzuur is echter niet specifiek onderzocht bij patiënten die vanwege onvoldoende werkzaamheid, contra-indicaties of bijwerkingen mycofenolaatmofetil niet kunnen gebruiken. De ervaring ermee is beperkt terwijl die met mycofenolaatmofetil veel ruimer is.

Aan de vergoeding van mycofenolzuur zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

Profylactische behandeling van acute orgaanafstoting bij volwassenen die een allogene niertransplantatie ondergaan, in combinatie met ciclosporine en corticosteroïden.

Dosering

Mycofenolzuur en mycofenolaatmofetil niet zonder meer verwisselen wegens verschillen in kinetiek.

Klap alles open Klap alles dicht

Profylaxe van orgaanafstoting na niertransplantatie:

Volwassenen:

In combinatie met andere geneesmiddelen: 720 mg 2×/dag. Bij de novo patiënten de toediening starten binnen 72 uur na transplantatie.

Mycofenolzuur kan zowel met als zonder voedsel worden ingenomen, echter consequent met één van beide opties. De tabletten niet fijnmaken; als dit toch gebeurd is, inademing en direct contact van het poeder met de huid of slijmvliezen vermijden.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): virale, bacteriële en schimmelinfecties, bijvoorbeeld cytomegalovirus, candidiasis en herpes simplex. Leukopenie. Diarree.

Vaak (1-10%): hoesten, bovenste luchtweginfecties, pneumonie. Hoofdpijn. Buikpijn, obstipatie, diarree, dyspepsie, flatulentie, gastritis, incontinentie, misselijkheid, braken. Vermoeidheid, koorts. Anemie, trombocytopenie, toename van creatinine in bloed, abnormale leverfunctietesten.

Soms (0,1-1%): wondinfectie, sepsis, osteomyelitis. Tachycardie, ventriculaire extrasystolen, pulmonaal oedeem. ’Wheezing’. Droge mond, verkleuring van de tong, tandvleeshyperplasie, halitose, oprispingen, gastro-oesofageale refluxziekte, oesofagitis, maagulcus, gastro-intestinale bloeding, pancreatitis, peritonitis, (sub)ileus. Renale tubulusnecrose, urethrastrictuur, hematurie. Impotentie. Tremor, slapeloosheid. Abnormale dromen, waandenkbeelden. Conjunctivitis, wazig zien. Griepachtige verschijnselen, oedeem in de benen, pijn, dorst, zwakte. Artritis, rugpijn, spierkrampen. Huid papilloom, basaalcelcarcinoom, Kaposi-sarcoom, lymfoproliferatieve aandoeningen, plaveiselcelcarcinoom. Alopecia, contusie. Anorexie. Lymfokèle, lymfadenopathie. Lymfopenie, neutropenie. Hyperlipidemie, diabetes mellitus, hypercholesterolemie, hypofosfatemie.

Verder zijn gemeld: erytrocytaire aplasie (PRCA) bij gebruik van MPA–derivaten, huiduitslag.

Interacties

Bij vaccinatie met levend verzwakt virus is er het risico van mogelijk ernstig (fataal) verlopende algemene systemische ziekte.

Ciclosporine kan mogelijk de concentratie van mycofenolzuur verlagen.

Combinatie met tacrolimus is niet voldoende onderzocht, de dosering van mycofenolzuur aanpassen op geleide van het klinisch beeld.

Door concurrentie bij de tubulaire uitscheiding verhoogt mycofenolglucuronide de plasmaconcentratie van aciclovir en ganciclovir.

Niet combineren met azathioprine wegens onvoldoende gegevens.

Magnesium- en aluminium-bevattende antacida kunnen de blootstelling aan mycofenolzuur verlagen en de werkzaamheid verminderen, vooral bij regelmatig gebruik.

Geneesmiddelen die interfereren met de enterohepatische kringloop zoals colestyramine en actieve kool verminderen de blootstelling en werkzaamheid van mycofenolzuur.

Zwangerschap

Teratogenese: Uit onderzoeksgegevens van mycofenolaatmofetil (prodrug van mycofenolzuur) is bij de mens schadelijkheid gebleken (aanzienlijk meer kans op spontane abortus en congenitale misvormingen, waaronder aan het aangezicht (hazenlip, gespleten verhemelte, micrognathie, afwijkingen aan oogkassen), hart (septumdefecten), trachea, slokdarm (atresie), ogen (coloboma), zenuwstelsel (spina bifida), vingers (polydactylie, syndactylie), nieren en het (midden)oor).
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd; alleen op zeer strikte indicatie gebruiken indien er géén enkele geschikte alternatieve behandeling beschikbaar is om orgaanafstoting te voorkomen.
Overig: Vóór aanvang van de behandeling, zwangerschap uitsluiten: een tweede zwangerschapstest 8–10 dagen na een eerste test én direct voor start van de behandeling wordt aanbevolen. Een vruchtbare vrouw dient een tweetal adequate anticonceptieve maatregelen (waaronder een geschikt barrièremiddel) te nemen gedurende én tot ten minste 6 weken na de therapie. Er kan een nadelig effect zijn op de kwaliteit van het sperma; dit kan leiden tot misvorming van de vrucht en spontane abortus; daarom moet een seksueel actieve man (ook indien een vasectomie is ondergaan) een condoom gebruiken gedurende én tot ten minste 3 maanden na de therapie. Het wordt aangeraden dat een vrouwelijke partner van een mannelijke patiënt die wordt behandeld met mycofenolzuur eveneens zeer effectieve anticonceptie gebruikt tijdens en tot 3 maanden na zijn therapie. Ook mag gedurende de behandeling tot 3 maanden daarna geen sperma gedoneerd worden. De tablet niet fijnmaken en contact met huid en slijmvliezen vermijden in verband met aangetoonde teratogeniteit.

Lactatie

Overgang in de moedermelk:: Onbekend. Ja, bij dieren.
Farmacologisch effect: ernstige bijwerkingen zijn mogelijk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.

Waarschuwingen

Mycofenolzuur en mycofenolaatmofetil niet zonder meer verwisselen wegens verschillen in kinetiek.

Patiënten die een combinatie van immunosuppressiva krijgen waaronder mycofenolzuur hebben meer kans op infecties en op het ontwikkelen van lymfomen en andere maligniteiten, vooral van de huid. Daarom blootstelling aan zon- en UV-stralen zoveel mogelijk beperken door dragen van beschermende kleding en gebruik van zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.

Ouderen hebben in het algemeen meer kans op bijwerkingen als gevolg van immunosuppressie.

Gedurende de eerste maand 1×/week het hele bloedbeeld bepalen, dan 2×/maand en vanaf maand 4 maandelijks gedurende het eerste jaar. Instrueer de patiënt om onverwachte blauwe plekken, bloedingen of andere uitingen van beenmergdepressie onmiddellijk te melden.

Patiënten met ernstige nierfunctiestoornis (GFR ≤ 25 ml/min/1,73m²) zorgvuldig controleren.

Vaccinaties kunnen minder effectief zijn, levend verzwakt vaccin vermijden, volg voor influenzavaccin de nationale richtlijn.

Wees voorzichtig bij ernstige, actieve ziekte van het spijsverteringsstelsel wegens een mogelijk verband met toegenomen incidentie van bijwerkingen zoals ulceraties, bloedingen en perforaties. Tevens gebruik vermijden bij erfelijke deficiëntie van hypoxanthine-guanine-fosforibosyl-transferase zoals het Lesch-Nyhan- en het Kelley-Seegmillersyndroom.

Er zijn onvoldoende gegevens over toepassing bij kinderen tot 18 jaar.

Hypogammaglobulinemie, samenhangend met terugkerende infecties, kan optreden bij gebruik van mycofenolzuur in combinatie met andere immunosuppressiva. Bij terugkerende infecties serum-immunoglobulinewaarde laten bepalen. Overweeg in het geval van een aanhoudende, klinisch relevante hypogammaglobulinemie passend medisch ingrijpen; in sommige gevallen kan overstappen van mycofenolzuur naar een ander immunosuppressivum de IgG-waarden normaliseren.

Bronchiëctasie kan optreden bij gebruik van mycofenolzuur in combinatie met andere immunosuppressiva, in sommige gevallen met terugkerende bovenste luchtweginfecties. Pulmonale symptomen kunnen enkele maanden tot meerdere jaren na begin van de behandeling met mycofenolzuur optreden. Daarnaast is ook interstitiële longziekte, in sommige gevallen met fatale afloop, gemeld. Aanbevolen wordt aanhoudende pulmonale symptomen, zoals hoest en dyspneu, direct te onderzoeken. In sommige gevallen kan overstappen van mycofenolzuur naar een ander immunosuppressivum een verbetering van de respiratoire symptomen geven.

Een vruchtbare man dient (ook indien een vasectomie is ondergaan) een condoom te gebruiken gedurende én tot ten minste 3 maanden na de therapie, zie ook de rubriek Zwangerschap.

Tijdens de behandeling en tot minstens zes weken na beëindiging ervan mag geen bloed gedoneerd worden in verband met de aangetoonde teratogeniteit.

Overdosering

Therapie
Stoffen die de galzuuruitscheiding bevorderen zoals colestyramine, kunnen de systemische blootstelling aan mycofenolzuur verlagen.

Voor meer informatie over een vergiftiging met mycofenolzuur, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Mycofenolzuur remt selectief het enzym inosinemonofosfaatdehydrogenase dat een belangrijke rol speelt in de de novo-synthese van guanosidenucleotiden. De enzymremming is reversibel en niet-competitief. Het directe resultaat is een cytostatisch effect op B- en T-lymfocyten, omdat die, in tegenstelling tot andere celtypen, sterk afhankelijk zijn (voor hun proliferatie) van de novo-synthese van purinen.

Kinetische gegevens

Resorptieca. 93%.
Fca. 72%.
T maxca. 1½–2 uur, bij inname met vet vertraagd met doorgaans 3–5 uur, soms echter tot meer dan 15 uur.
V d0,71 l/kg.
OverigMycofenolzuur doorloopt een entero-hepatische kringloop.
Eiwitbinding97%, lager bij nierfalen.
Metaboliseringin de lever door glucuronyltransferase tot inactief mycofenolzuurglucuronide.
EliminatieVooral via de urine als mycofenolzuurglucuronide.
T 1/2elca. 12-18 uur, na transplantatie (< 40 dagen) sneller.