cetuximab
Samenstelling
Erbitux Merck bv
- Toedieningsvorm
- Infusievloeistof
- Sterkte
- 5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 20 ml, 100 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.
Indicaties
- Gemetastaseerd colorectaal carcinoom met EGFR-expressie en het wild-type RAS-gen (exon 2, 3 en 4 van KRAS en NRAS): in combinatie met irinotecan óf als eerstelijnsbehandeling in combinatie met FOLFOX (folinezuur, 5-fluoro-uracil en oxaliplatine) óf als monotherapie na falen van oxaliplatine en irinotecan en niet-verdragen van irinotecan.
- Plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-/halsgebied, in combinatie met bestraling bij lokaal gevorderde ziekte of in combinatie met platinabevattende chemotherapie bij recidiverende en/of gemetastaseerde ziekte.
Dosering
Vóór aanvang van de behandeling van gemetastaseerd colorectaal carcinoom de wild-type RAS-status (exon 2, 3 en 4 van KRAS en NRAS) aantonen op basis van een gevalideerde analysemethode in een ervaren laboratorium.
Geef ten minste 1 uur vóór elke infusie, premedicatie bestaand uit een antihistaminicum en een corticosteroïd; observeer de patiënt tijdens en ten minste gedurende 1–2 uur na de infusie op infusiegerelateerde bijwerkingen (2 uur bij de eerste infusie en 1 uur bij vervolginfusies). Als profylaxe van huidreacties orale tetracyclinen (6-8 weken) en hydrocortisoncrème 1% met vochtinbrenger overwegen.
Gemetastaseerd colorectaal carcinoom, plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-/halsgebied:
Volwassenen:
I.v.: oplaaddosis 400 mg/m² lichaamsoppervlak, gevolgd door 250 mg/m² 1×/w.
Bij gemetastaseerd colorectaal carcinoom de behandeling voortzetten totdat ziekteprogressie optreedt. Bij lokaal gevorderd plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-/halsgebied cetuximab toedienen gelijktijdig met bestralingstherapie: de behandeling met cetuximab beginnen 1 week vóór de radiotherapie, de behandeling voortzetten tot het einde van de periode met radiotherapie. Bij recidiverende en/of gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom cetuximab als onderhoudstherapie toedienen ná de op platina gebaseerde chemotherapie; de behandeling voortzetten totdat ziekteprogressie optreedt.
Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (infusiegerelateerde bijwerkingen, huidreacties) de officiële productinformatie van CGB/EMA (rubriek 4.2 en 4.4; link op deze bladzijde).
Cetuximab i.v. toedienen met een infuuspomp, druppelinfuus of injectiepomp. Vóór toediening met infusiepomp of druppelinfuus kan de cetuximab-oplossing verdund worden met een steriele NaCl-oplossing (0,9%). De initiële dosis langzaam toedienen met een infusiesnelheid van max. 5 mg/min; aanbevolen infusietijd is 120 min. De volgende wekelijkse doses toedienen met een infusiesnelheid van max. 10 mg/min; aanbevolen infusietijd is 60 min.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): (ernstige) infusiegerelateerde reacties (zoals koorts, rillingen, duizeligheid, dyspneu, bronchospasmen, urticaria, hypo- óf hypertensie, bewustzijnsverlies, shock), in sommige gevallen met dodelijke afloop. Huidreacties (80%, waarvan 15% ernstig; omvat acne-achtige huiduitslag, jeuk, droge huid, schilfering, overmatig zweten, nagelaandoening, huidnecrose); door de huidlaesies is er een vergroot risico van superinfecties met soms ernstige complicaties (gevallen van ’staphylococcal scalded skin syndrome’, necrotiserende fasciitis en sepsis, soms met fatale afloop, zijn gemeld). Mucositis (kan leiden tot epistaxis). Hypomagnesiëmie, verhoogde ASAT, ALAT, AF.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Conjunctivitis. Diarree, misselijkheid, braken, dehydratie (vooral als gevolg van diarree of mucositis), anorexia (kan leiden tot gewichtsverlies). Vermoeidheid. Hypocalciëmie.
Soms (0,1-1%): blefaritis, keratitis. Diepveneuze trombose. Longembolie, interstitiële longziekte (vooral bij de Japanse bevolkingsgroep).
Zeer zelden (< 0,01%): Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse.
Verder is gemeld: aseptische meningitis.
In combinatie met radiotherapie kunnen bekende bijwerkingen van bestraling (mucositis, stralingsdermatitis, dysfagie, leukopenie; vooral lymfocytopenie) in een hogere frequentie optreden.
In combinatie met fluoropyrimidinen kunnen vaker cardiale ischemie, myocardinfarct, congestief hartfalen of hand-voetsyndroom optreden.
In combinatie met platinabevattende chemotherapie is er een groter risico van ernstige hypocalciëmie, ernstige leukopenie of ernstige neutropenie.
In combinatie met capecitabine en oxaliplatine (CAPOX) treedt vaker ernstige diarree op.
Interacties
Zwangerschap
Cetuximab passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren is geen teratogeniteit, maar afhankelijk van de dosering wel een verhoogde incidentie van abortus waargenomen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat humaan IgG wordt uitgescheiden in de moedermelk. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gedurende én ten minste twee maanden na de therapie geen borstvoeding geven.
Contra-indicaties
Bij gemetastaseerd colorectaal carcinoom en combinatie met chemotherapieregimes die oxaliplatine bevatten:
- tumoren met een RAS-mutatie of
- een onbekende RAS-status.
Waarschuwingen
Infusiegerelateerde reacties kunnen ernstig zijn en van anafylactische of anafylactoïde aard óf zich uiten in een cytokineafgiftesyndroom. De symptomen kunnen ondanks premedicatie tijdens de eerste infusie en tot enkele uren daarna optreden of tijdens volgende infusies. De patiënt waarschuwen voor mogelijke late reacties en laat hen onmiddellijk contact opnemen als symptomen optreden. De kans op anafylactische reacties is sterk vergroot bij een voorgeschiedenis van allergie voor rood vlees of tekenbeten of bij positieve testuitslagen voor IgE-antistoffen tegen cetuximab. Bij ernstige reacties de behandeling definitief staken.
De elektrolytenspiegels waaronder kalium, calcium en magnesium vóór en tijdens de behandeling regelmatig bepalen en indien nodig aanvullen. Controleer patiënten die ook een platinabevattende therapie ontvangen zorgvuldig op het optreden van ernstige neutropenie en (ernstige) infecties, vooral indien huidlaesies, mucositis en/of diarree is opgetreden.
Bij leeftijd > 65 jaar, een verminderde algemene conditie en/of cardio-pulmonale aandoeningen in de voorgeschiedenis extra controleren op ernstige cardiovasculaire bijwerkingen. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van (ulceratieve) keratitis of ernstig droge ogen. Bij klachten die wijzen op keratitis, doorverwijzen naar een oogarts; bij een diagnose van keratitis ulcerosa de behandeling onderbreken of staken. Het dragen van contactlenzen is een risicofactor voor het ontstaan hiervan.
De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij bestaande hematologische aandoeningen (Hb < 5,6 mmol/l, leukocyten < 3,0 × 109/l, neutrofielen < 1,5 × 109/l en trombocyten < 100 × 109/l),en bij matige tot ernstige nier- of leverfunctiestoornissen. Bij behandeling van colorectaal carcinoom is de ervaring in combinatie met radiotherapie beperkt. Er is geen relevante toepassing bij kinderen. De ervaring bij een leeftijd > 75 j. is beperkt; een dosisaanpassing is echter niet nodig.
Overdosering
Eigenschappen
Chimerisch monoklonaal antilichaam IgG1, gericht tegen de epidermale groeifactor receptor (EGFR). EGFR-signaaltransductieroutes zijn (via activering RAS) betrokken bij de controle van de overleving en de progressie van de levenscyclus van de cel, angiogenese, migratie en cellulaire invasie/metastasering. Cetuximab bindt zich aan de EGFR met een affiniteit die circa 5–10× hoger is dan die van de endogene liganden en remt de werking van de receptor. Tevens richt het cytotoxische immuun effectorcellen naar de tumorcellen met EGFR-expressie (antilichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit).
Kinetische gegevens
V d | 1,5–6,2 l/m². |
Metabolisering | biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren. Stabiele spiegels worden bij monotherapie na 3 weken bereikt. |
T 1/2el | 70–100 uur. |
Geneesmiddelgroep
cetuximab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.
- bevacizumab (J05AF06)
- blinatumomab (J05AF06)
- brentuximab vedotine (J05AF06)
- cetuximab (J05AF06)
- daratumumab (J05AF06)
- elotuzumab (J05AF06)
- ipilimumab (J05AF06)
- necitumumab (J05AF06)
- nivolumab (J05AF06)
- obinutuzumab (J05AF06)
- ofatumumab (J05AF06)
- olaratumab (J05AF06)
- palbociclib (J05AF06)
- panitumumab (J05AF06)
- pembrolizumab (J05AF06)
- pertuzumab (J05AF06)
- ramucirumab (J05AF06)
- rituximab (J05AF06)
- trastuzumab (J05AF06)
- trastuzumab/emtansine (J05AF06)
- avelumab (J05AF06)
- midostaurine (J05AF06)
- atezolizumab (J05AF06)