Palbociclib

Publish

Samenstelling

Ibrance Pfizer bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
75 mg, 100 mg, 125 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

palbociclib vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van HR-positieve. HER2-negatieve lokaal gevorderd of gemetastaseerde borstkanker de geldende behandelrichtlijnen via oncoline mammacarcinoom.

Indicaties

Hormoonreceptor-positieve (HR-positieve), HER2-negatieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde mammacarcinoom:

  • in combinatie met een aromataseremmer zoals letrozol;
  • in combinatie met fulvestrant bij vrouwen die eerder een hormoonbehandeling hebben gehad.

Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling combineren met een LHRH-agonist.

Dosering

Het wordt aanbevolen palbociclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,0×109/l en een trombocytenaantal ≥ 50×109/l.

Bij pre- of perimenopauzale vrouwen de hormoonbehandeling altijd combineren met een LHRH-agonist.

Klap alles open Klap alles dicht

HR-positieve, HER2-negatieve, lokaal gevorderde of gemetastaseerde borstkanker:

Volwassenen:

125 mg 1×/dag gedurende 21 opeenvolgende dagen, gevolgd door 7 dagen zonder palbociclib (= cyclus van 28 dagen). De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Bij de combinatie met letrozol: 2,5 mg letrozol 1×/dag gedurende de gehele cyclus van 28 dagen. Bij de combinatie met fulvestrant: i.m. 500 mg op dag 1 en 15 van cyclus 1, dag 1 van cyclus 2 en daarna eenmaal per maand.

Bij gebruik van sterke CYP3A4-remmers de dosis van palbociclib verlagen tot 75 mg 1×/dag; bij staken van de sterke CYP3A4-remmer de dosis weer verhogen na 3–5× de eliminatiehalfwaardetijd van die remmer.

Bij lichte tot matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) zijn geen dosisaanpassingen nodig. Er kunnen géén dosisaanbevelingen worden gedaan bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) of bij hemodialyse.

Bij lichte leverinsufficiëntie (totaal bilirubine ≤ 1× de bovengrens van normaal (ULN) en elke ASAT-waarde) zijn geen dosisaanpassingen nodig. Er kunnen géén dosisaanbevelingen worden gedaan bij matige tot ernstige leverinsufficiëntie (totaal bilirubine > 1,5× de ULN en elke ASAT-waarde).

Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) hematologische en niet-hematologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1, 2 en 3).

Bij uitbraken of overslaan van een dosis, géén extra dosis innemen, maar de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.

De capsules in zijn geheel doorslikken; niet kauwen, pletten of openmaken. Innemen met voedsel, bij voorkeur een maaltijd, op ongeveer hetzelfde tijdstip van de dag. Niet innemen met grapefruitsap. Beschadigde capsules mogen niet worden ingenomen.

Bijwerkingen

In combinatie met letrozol of fulvestrant: Zeer vaak (> 10%): infecties (ca. 55%). (Afteuze) stomatitis, cheilitis, glossitis, glossodynie, misselijkheid (ca. 34%), braken, diarree (ca. 25%). Verminderde eetlust. Huiduitslag (erythemateus, papuleus, maculopapuleus, (acneïforme) dermatitis, toxische huideruptie), alopecia (ca. 26%). Vermoeidheid (ca. 40%). Neutropenie (ca. 81%; CTCAE-graad 3 ca. 55%, graad 4 ca. 10%), leukopenie (ca. 45%; graad 3 ca. 26%), anemie (ca. 28%), trombocytopenie (ca. 19%).

Vaak (1-10%): febriele neutropenie. Asthenie, koorts. Bloedneus. Smaakstoornis. Wazig zien, droge ogen, toegenomen traanproductie. Droge huid. Stijging ASAT, ALAT.

Interacties

Vermijd in verband met een klinisch relevante verlaging van de plasmaspiegel van palbociclib de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren zoals fenytoïne, carbamazepine, rifampicine en fenobarbital; combinatie met sint-janskruid is gecontra-indiceerd. Er kan geen doseeradvies worden gegeven bij de combinatie met sterke CYP3A4-inductoren.

Vermijd in verband met een klinisch significante verhoging van de plasmaspiegel van palbociclib de combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals claritromycine, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol, boceprevir, cobicistat, indinavir, ritonavir, saquinavir en grapefruitsap. Indien combinatie toch noodzakelijk is de dosering van palbociclib verlagen (zie de rubriek Dosering).

Palbociclib is een remmer van CYP3A4. Combinatie met (oraal) midazolam verhoogt de blootstelling aan midazolam met ca. 63% en de maximale plasmaspiegelwaarde met ca. 37%. Wees daarom voorzichtig met de combinatie met geneesmiddelen die voornamelijk via dit enzym worden omgezet en een smalle therapeutische breedte hebben zoals domperidon, kinidine, sommige calciumantagonisten, ciclosporine, everolimus, sirolimus, tacrolimus, sommige statinen, alfentanil, fentanyl, methadon, carbamazepine, alprazolam, pimozide, quetiapine, ergotamine, vinca-alkaloïden, PDE-5-remmers, boceprevir en sommige hiv-proteaseremmers.

Alleen bij inname onder nuchtere condities is er een klinisch relevante interactie met protonpompremmers (verlaging van de plasmaspiegel van palbociclib); palbociclib moet echter altijd met voedsel worden ingenomen.

In in vitro-onderzoek remt palbociclib Pgp, BRCP en OCT1. Hierdoor kan palbociclib mogelijk de blootstelling aan geneesmiddelen die gebruik maken van deze transporters verhogen zoals digoxine, dabigatran, colchicine, pravastatine (alle Pgp), rosuvastatine, sulfasalazine (beide BCRP) en metformine (OCT1).

Het is onbekend of palbociclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren in supratherapeutische doseringen schadelijk gebleken (skeletafwijkingen, verlaagd foetaal lichaamsgewicht). Omdat palbociclib cyclineafhankelijke kinasen (CDK) 4 en 6 (die betrokken zijn bij de regulering van de celcyclus) remt, zijn schadelijke effecten niet uit te sluiten.
Advies: Gebruik ontraden bij vrouwen die zwanger kunnen worden en géén anticonceptie toepassen.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en tot ten minste 3 weken na de therapie. Het is onbekend of palbociclib invloed heeft op de blootstelling van orale anticonceptiva; een aanvullende anticonceptiemethode (zoals een barrièremiddel) wordt aanbevolen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen

Vóór aanvang van de behandeling, aan het begin van elke cyclus, op dag 14 van de eerste twee cycli en op klinische indicatie een volledige bloedtelling uitvoeren. Het wordt aanbevolen palbociclib pas toe te dienen bij een absolute neutrofielentelling (ANC) ≥ 1,0×109/l en een trombocytenaantal ≥ 50×109/l. Controleer op tekenen van infecties en laat de patiënt zich direct melden bij de ontwikkeling van koorts. De mediane tijd tot het optreden van neutropenie in klinische onderzoeken bedroeg ca. 15 dagen, de mediane duur van neutropenie ≥ graad 3 bedroeg ca. 7 dagen.

De werkzaamheid en veiligheid zijn niet onderzocht bij patiënten met ernstige viscerale ziekte en ook niet bij kinderen (< 18 j.). Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) en bij matige en ernstige leverinsufficiëntie.

Overdosering

Symptomen
gastro-intestinale (misselijkheid, braken) en hematologische (neutropenie) toxiciteit.

Therapie
ondersteunend.

Voor meer informatie over een vergiftiging met palbociclib neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Selectieve, reversibele remmer van de cyclineafhankelijke kinasen (CDK) 4 en 6, die betrokken zijn bij de regulering van de celcyclus. Hiermee blokkeert palbociclib de voortgang van de G1-fase naar de S-fase van de celcyclus en remt daarmee de celproliferatie. Palbociclib heeft vooral een werkzaamheid bij ER-positief mammacarcinoom. In de onderzochte cellijnen gaat verlies van retinoblastoom (Rb)-expressie gepaard met activiteitsverlies van palbociclib; combinatie met anti-oestrogenen gaat dit tegen.

Kinetische gegevens

Resorptieinname met voedsel vermindert inter- en intra-individueel de variabiliteit van de blootstelling.
Fca. 46%.
T max6–12 uur.
MetaboliseringIn de lever in hoge mate via vooral CYP3A4 en SULT2A1 (sulfaatconjugatie via ’Bile salt sulfotransferase’ 2A1).
Eliminatievoornamelijk als metaboliet: ca. 74% met de feces en ca. 17% met de urine.
T 1/2elca. 29 uur.