olaratumab
Samenstelling
Lartruvo Eli Lilly Nederland
- Toedieningsvorm
- Concentraat voor infusievloeistof
- Sterkte
- 10 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- Ampul 19 ml, Flacon 50 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor de behandeling van wekedelensarcoom de geldende behandelrichtlijnen via oncoline, wekedelentumoren.
Indicaties
In combinatie met doxorubicine voor de behandeling van volwassenen met gevorderd wekedelensarcoom, die niet in aanmerking komen voor een curatieve behandeling met chirurgie of radiotherapie en die niet eerder zijn behandeld met doxorubicine.
Dosering
Op dag 1 en 8 van de 1e cyclus aan alle patiënten premedicatie toedienen: een H1-antagonist en dexamethason (of gelijkwaardig geneesmiddel). De premedicatie geven 30-60 min vóór het infuus met olaratumab. Bij goed verdragen van het 1e infuus hoeft bij de volgende cycli alleen een H1-antagonist gegeven te worden. Bij niet goed verdragen van het 1e infuus moet bij alle volgende cycli een H1-antagonist, dexamethason (of gelijkwaardig geneesmiddel) én paracetamol worden gegeven. Bij graad 3–4 IGR’s de behandeling met olaratumab onmiddellijk en permanent staken.
Gevorderd wekedelensarcoom:
Volwassenen:
Als i.v. infuus 15 mg/kg lichaamsgewicht op dag 1 en 8 van elke cyclus van 3 weken. De eerste 8 behandelcycli tevens i.v. infuus doxorubicine geven (75 mg/m²) op dag 1 van elke cyclus van 3 weken, ná het infuus met olaratumab. Daarna de behandeling voortzetten met olaratumab monotherapie tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of stopzetting van de behandeling van olaratumab bij (ernstige) bijwerkingen (neutropenie, infusiegerelateerde bijwerkingen en ernstige niet-hematologische bijwerkingen graad 3 en hoger) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2). Zie voor meer informatie over de behandeling met doxorubicine (waaronder de max. dosering) de geneesmiddeltekst.
Het concentraat voor infusie eerst verdunnen met steriele NaCl-oplossing 0,9% volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Het infuus gedurende ca. 60 minuten laten inlopen. Max. infusiesnelheid is 25 mg/min.
Bijwerkingen
Combinatietherapie met doxorubicine: Zeer vaak (> 10%): infusiegerelateerde reacties zoals koude rillingen, koorts en dyspneu en in ca. 3% van de gevallen met hypotensie en bewustzijnsverlies. Mucositis, misselijkheid, braken, diarree. Hoofdpijn. Pijn in skeletspierstelsel (ca. 64%; bij ca. 8% CTCAE-graad ≥ 3) zoals myalgie, artralgie, botpijn, flankpijn, pijn in de lies, nekpijn, rugpijn, pijn in extremiteit, spierspasmen. Neutropenie (ca. 55%, graad ≥ 3; met koorts bij ca. 13%), lymfopenie.
Verder zijn gemeld: hemorragische aandoeningen.
Meer details: doxorubicine#bijwerkingen.
Interacties
Van olaratumab zijn geen interacties bekend, wel van doxorubicine#interacties.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren bij subtherapeutische doseringen aanwijzingen voor schadelijkheid (abnormale ontwikkeling oogleden, skeletveranderingen).
Advies: Gebruik ontraden.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient effectieve anticonceptie te gebruiken tijdens en gedurende ten minste drie maanden na de therapie en ten minste 6 maanden na de therapie met doxorubicine, zie ook: doxorubicine#zwangerschap.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat IgG antilichamen worden uitgescheiden in de moedermelk. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding ontraden tijdens én gedurende ten minste drie maanden ná de therapie. Tijdens de therapie met doxorubicine is het geven van borstvoeding gecontra-indiceerd, zie ook: doxorubicine#lactatie.
Contra-indicaties
Van deze stof zijn geen contra-indicaties bekend. Zie voor het combinatiegeneesmiddel bij doxorubicine#contraIndicaties.
Waarschuwingen
Infusiegerelateerde reacties kunnen ernstig zijn met o.a. anafylactische reacties, óók indien vooraf premedicatie is gegeven. Tijdens de infusie nauwlettend controleren op de eerste verschijnselen hiervan.
Neutropenie komt zeer vaak voor en kan ernstig zijn. Daarom vóór ieder infuus met olaratumab een neutrofielentelling uitvoeren.
Hemorragische aandoeningen zijn gemeld tijdens het klinisch onderzoek. Daarom vóór ieder infuus olaratumab het aantal bloedplaatjes controleren. Tevens bij risicopatiënten de coagulatieparameters controleren.
Zie voor aanvullende waarschuwingen en voorzorgen in verband met het gebruik van doxorubicine (bv. ten aanzien van de cardiale toxiciteit): doxorubicine#waarschuwingen. In het klinisch onderzoek met olaratumab kregen alle patiënten dexrazoxaan vanaf cyclus 5 voorafgaand aan doxorubicine, om de kans op cardiotoxiciteit tot een minimum te beperken.
Er zijn geen gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij ernstig verminderde nier- en/of leverfunctie en bij een leeftijd jonger dan 18 jaar. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij ouderen (> 75 jaar).
Overdosering
Eigenschappen
Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam (IgG1), geproduceerd in muriene (NS0) cellen met behulp van recombinant-DNA-techniek. Bindt zich aan receptoren van aan bloedplaatjes afgeleide groeifactor (PDGFR α), die tot expressie komen op tumor- en stromacellen. Hierdoor verstoort olaratumab de PDGFR α-route in tumorcellen met als gevolg een remming van de tumorgroei.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,11 l/kg. |
Metabolisering | als endogeen IgG, dus via proteolytisch katabolisme in het gehele lichaam (incl. endotheelcellen). |
Eliminatie | niet in de eerste plaats afhankelijk van lever of nieren. |
T 1/2 | ca. 11 dagen. |
Geneesmiddelgroep
olaratumab hoort bij de groep monoklonale antilichamen bij maligniteiten.
- bevacizumab (J05AF06)
- blinatumomab (J05AF06)
- brentuximab vedotine (J05AF06)
- cetuximab (J05AF06)
- daratumumab (J05AF06)
- elotuzumab (J05AF06)
- ipilimumab (J05AF06)
- necitumumab (J05AF06)
- nivolumab (J05AF06)
- obinutuzumab (J05AF06)
- ofatumumab (J05AF06)
- olaratumab (J05AF06)
- palbociclib (J05AF06)
- panitumumab (J05AF06)
- pembrolizumab (J05AF06)
- pertuzumab (J05AF06)
- ramucirumab (J05AF06)
- rituximab (J05AF06)
- trastuzumab (J05AF06)
- trastuzumab/emtansine (J05AF06)
- avelumab (J05AF06)
- midostaurine (J05AF06)
- atezolizumab (J05AF06)