Obinutuzumab

Publish

Samenstelling

Gazyvaro Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 40 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

obinutuzumab vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie de geldende behandelrichtlijnen via HOVON CLL.

Zie voor de behandeling van folliculair lymfoom de geldende behandelrichtlijn via HOVON FL.

Indicaties

  • In combinatie met chloorambucil bij een eerste behandeling van volwassenen met chronische lymfatische leukemie (CLL), wanneer een behandeling met fludarabine niet mogelijk is vanwege comorbiditeit;
  • In combinatie met bendamustine gevolgd door monotherapie als onderhoudsbehandeling, voor de behandeling van:
    • folliculair lymfoom (FL) die niet reageert;
    • òf die progressie vertoont tijdens (of tot 6 maanden na) een rituximab-bevattende behandeling (incl. rituximab als monotherapie).

Dosering

Start bij een hoog aantal circulerende lymfocyten (> 25 × 109/l) en/of een nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 70 ml/min) 12-24 uur vóór toediening met adequate hydratie en toediening van uricostatica (bv. allopurinol) om het risico van tumorlysissyndroom te beperken. Overhydratie vermeerdert echter de kans op het ’cytokine release syndrome’.

Overweeg een antihypertensieve behandeling te staken gedurende (ten minste) 12 uur vóór tot 1 uur na iedere toediening vanwege kans op infusiegerelateerde hypotensie; houdt hierbij rekening met antihypertensiva met een lange werkingsduur zoals preparaten met een gereguleerde afgifte.

Premedicatie gericht tegen infusiegerelateerde bijwerkingen bestaat uit i.v.-corticosteroïden (bv. 100 mg predniso(lo)n of 20 mg dexamethason of 80 mg methylprednisolon), een oraal analgeticum én een antihistaminicum. Zie voor de premedicatieschema’s bij de diverse indicaties de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 1 en 2).

Klap alles open Klap alles dicht

Chronische lymfatische leukemie:

Volwassenen:

In combinatie met chloorambucil#doseringen: als i.v.-infuus van 1000 mg op dag 1 en 2, en op dag 8 en 15 van de eerste 28-daagse behandelcyclus. Tijdens de cycli 2–6 i.v.-infuus van 1000 mg op dag 1. Bij zeer goed verdragen van de allereerste dosis (cyclus 1) kan met voldoende tussentijd de tweede dosis eventueel óók op de eerste dag worden gegeven.

Folliculair lymfoom:

Volwassenen:

Inductiebehandeling in combinatie met bendamustine#doseringen: als i.v.-infuus van 1000 mg op dag 1, 8 en 15 van de eerste 28-daagse behandelcyclus. Tijdens de cycli 2–6 i.v.-infuus van 1000 mg op dag 1.

Onderhoudsbehandeling (monotherapie): bij goed reageren op de inductiebehandeling of bij stabiele ziekte als i.v.-infuus van 1000 mg eenmaal per 2 maanden gedurende maximaal 2 jaar of tot ziekteprogressie.

Bij nierfunctiestoornissen: de farmacokinetische gegevens bij een creatinineklaring van < 30 ml/min zijn beperkt (er is geen dosisaanbeveling), daarboven hoeft geen dosisaanpassing te worden gedaan.

Na verdunning als intraveneuze infusie toedienen; zie voor de (aanpassingen van) infusiesnelheden bij de verschillende indicaties de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabellen 5 en 6). Niet toedienen als push- of bolusinjectie.

Bijwerkingen

Combinatietherapie met chloorambucil of combinatietherapie met bendamustine gevolgd door monotherapie: Zeer vaak ( > 10%): infusiegerelateerde reacties (ca. 55–65% bij de infusie van de eerste 1000 mg, afnemend bij de volgende infusies of cycli (zie ook de rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen). Bovenste luchtweginfectie, sinusitis. Hoesten. Koorts, asthenie. Diarree, obstipatie. Artralgie. Neutropenie (38–41%; incl. febriele neutropenie), trombocytopenie, anemie.

Vaak (1-10%): hypertensie. Atriumfibrilleren, hartfalen. Pneumonie, influenza. Tumorlysissyndroom. Orale herpesinfectie, dyspepsie, colitis, aambeien. Urineweginfectie, dysurie, urine-incontinentie. Plaveiselcelcarcinoom van de huid, eczeem, jeuk, nachtelijk zweten, alopecia. Depressie. Skeletspierpijn van de borstkas, pijn in rug, ledematen, lymfeknopen en botpijn. Oculaire hyperemie. Gewichtstoename. Leukopenie. Hyperurikemie.

Verder zijn gemeld: anafylaxie. ’Cytokine release syndrome’. Verergering van bestaande hartaandoening (soms met fataal verloop). Gastro-intestinale perforatie. Progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML), reactivering van hepatitis B-infectie (mogelijk leidend tot fulminante hepatitis en leverfalen). Kort na de eerste infusie tijdelijke verhoging van ASAT, ALAT, AF.

Bij een leeftijd > 75 jaar (bij CLL) of bij een creatinineklaring < 50 ml/min (CCL en FL) treden er meer ernstige (incl. soms fatale) bijwerkingen op.

Interacties

Tijdens de behandeling met obinutuzumab en tot aan herstel van het aantal B-cellen géén levende vaccins toedienen, vanwege de toegenomen kans op infectie. Zo ook aan een pasgeborene die tijdens de zwangerschap is blootgesteld aan obinutuzumab géén levende vaccins geven tot het aantal B-cellen hersteld is.

Wees in verband met de kans op trombocytopenie voorzichtig met de combinatie met antistollingsmiddelen inclusief plaatjesremmers, vooral tijdens de eerste cyclus.

Zwangerschap

Obinutuzumab passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij dieren is bij 2–5× de klinische blootstelling bij de pasgeboren jongen een volledige depletie van B-cellen gezien; het aantal B-cellen normaliseerde en de immunologische functie herstelde binnen 6 maanden postpartum.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 18 maanden na de therapie. Controleer bij een pasgeborene die tijdens de zwangerschap is blootgesteld aan obinutuzumab het aantal B-cellen en geef geen levende vaccins tot het aantal B-cellen hersteld is.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren. Humaan IgG wordt in de moedermelk uitgescheiden. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het geven van borstvoeding staken tijdens en tot 18 maanden na de behandeling.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Hepatitis B-reactivatie is gemeld, screen daarom iedere patiënt vóór het begin van de behandeling op HBsAg en HBcAg. Bij positieve hepatitis B serologie een leverspecialist raadplegen.

Infusiegerelateerde reacties (IRR’s) zijn de meest voorkomende bijwerking en bestaan uit o.a. tachycardie, atriumfibrilleren, hypotensie of hypertensie, blozen, dyspneu, bronchospasme, laryngeaal oedeem, misselijkheid, braken, diarree, koorts, rillingen, hoofdpijn. Deze komen meer voor en zijn ernstiger na infusie van de eerste 1000 mg, bij volgende infusies kwamen zulke reacties minder voor. Risicofactoren voor het optreden van ernstige IRR’s zijn een hoge tumorlast, verminderde nierfunctie (< 50 ml/min) en een comorbiditeitsscore (Cumulative Illness Rating Scale: CIRS) > 6. Stop de behandeling definitief bij optreden van IRR’s graad 4 of een tweede keer graad 3 of bij acute levensbedreigende ademhalingssymptomen. Overgevoeligheid (incl. anafylaxie) is gemeld en onderscheidt zich meestal van IRR’s door optreden ná eerdere blootstelling en zeer zelden bij de eerste infusie. De incidentie van IRR’s is lager wanneer een combinatie van preventieve maatregelen is toegediend, zie aanbevelingen hiervoor in de rubriek Doseringen.

Niet toedienen bij een actieve infectie. Het optreden van fatale infecties is gemeld; bij een comorbiditeitsscore (CIRS) > 6 en creatinineklaring < 70 ml/min bestaat meer kans op infecties. Controleer regelmatig het algemeen bloedbeeld in verband met de kans op neutropenie en trombocytopenie. Ook late neutropenie (optredend 28 dagen na de behandeling) en langdurig aanhoudende neutropenie (optredend gedurende meer dan 28 dagen na afronding/staken van de behandeling) zijn gemeld. Bij een verminderde nierfunctie (< 50 ml/min) is er meer kans op neutropenie en trombocytopenie. Bij ernstige neutropenie of trombocytopenie dosisuitstel overwegen en gepaste behandeling instellen volgens lokale voorschriften.

Wees voorzichtig bij bestaande hart- of longaandoeningen.

Controleer op tekenen van progressieve multifocale leuko-encefalopathie (PML) zoals ontwikkeling of verergering van neurologische, cognitieve of gedragsmatige afwijkingen. Als de diagnose PML wordt bevestigd de behandeling definitief staken.

De veiligheid en werkzaamheid bij leverfunctiestoornissen, ernstige nierfunctiestoornissen (creatinineklaring < 30 ml/min) en bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Eigenschappen

Recombinant gehumaniseerd monoklonaal IgG1–antilichaam type II anti-CD20, geproduceerd in een ovariumcellijn van de Chinese hamster. Richt zich specifiek op CD20-transmembraan-antigeen op het oppervlak van maligne en niet-maligne voorloper- en rijpe B-lymfocyten en induceert celdood. De glyco-engineering van het Fc-gedeelte van obinutuzumab leidt tot een hogere affiniteit voor FcγRIII-receptoren op immuuneffectorcellen zoals NK-cellen, macrofagen en monocyten.

Kinetische gegevens

Overigde distributie is hoofdzakelijk beperkt tot het bloedplasma en interstitieel vocht.
Metaboliseringzoals de meeste antilichamen via biodegradatie tot kleine peptiden of aminozuren.
T 1/2elca. 26 dagen (bij CLL), 37 dagen (bij FL).