Cefaclor

Publish

Samenstelling

Ceclor (als monohydraat) EuroCept bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
250 mg, 500 mg
Toedieningsvorm
Granulaat voor orale suspensie
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

Het granulaat bevat saccharose 600 mg/ml.

Cefaclor Tabletten Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
500 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

cefaclor vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De cefalosporinen dienen als ’reserve’-antimicrobiële middelen te worden beschouwd. De Commissie adviseert de toepassing van parenterale cefalosporinen te reserveren voor de kliniek.

Bij een pneumonie (CAP) is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van de pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (CRB-65 score: 0–1, PSI klasse: I-II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CRB-65 score: 2, PSI klasse: III-IV) is parenterale toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CRB-65 score: > 2, PSI klasse: V) is behandeling met moxifloxacine of levofloxacine dan wel combinatietherapie van antibiotica aangewezen (één van de combinaties van voorkeur is een 2e of 3e generatie cefalosporine met een macrolide (erytromycine)). Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) of intramuraal met aminoglycosiden en cefalosporinen.

Cefaclor komt ook voor de behandeling van faryngitis, tonsillitis, sinusitis, otitis media en bacteriële huidinfectie pas in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Voor de empirische behandeling van deze aandoeningen zie acute faryngotonsillitis, acute rinosinusitis, otitis media acuta en bacteriële huidinfecties.

Indicaties

Matig ernstige infecties (veroorzaakt door aangetoonde micro-organismen die gevoelig zijn voor cefaclor) van de:

  • luchtwegen (zoals pneumonie opgelopen buiten het ziekenhuis, acute exacerbatie van chronische bronchitis, faryngitis, tonsillitis, sinusitis, otitis media acuta);
  • urinewegen;
  • huid en weke delen.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

In rubriek Indicaties omschreven infecties:

Volwassenen:

250 mg iedere 8 uur; bij infecties op moeilijk bereikbare plaatsen en infecties veroorzaakt door minder gevoelige micro-organismen: 500 mg iedere 8 uur; max. 4 g per dag gedurende maximaal 28 dagen. Bij infecties door β-hemolytische streptokokken ten minste 10 dagen behandelen.

Kinderen ≥ 1 maand:

20 mg/kg lichaamsgewicht per dag verdeeld over 3 doses; bij infecties op moeilijk bereikbare plaatsen, otitis media acuta en infecties veroorzaakt door minder gevoelige micro-organismen: 40 mg/kg per dag verdeeld over 3 doses; max. 1 g per dag. Bij infecties door β-hemolytische streptokokken ten minste 10 dagen behandelen.

Gebruik bij verminderde nierfunctie: bij een creatinineklaring 10–40 ml/min de helft van de dagelijkse dosis geven, bij een creatinineklaring < 10 ml/min een kwart van de dagelijkse dosis geven; bij een creatinineklaring > 40 ml/min is geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: De tabletten/capsules met water innemen. De suspensie schudden voor gebruik.

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): diarree, misselijkheid. Overgevoeligheidsreacties, (morbilliforme) huiduitslag. Eosinofilie, afwijkende leverenzymwaarden (een lichte verhoging van ASAT en ALAT).

Soms (0,1%–1%): braken. Candidiasis. Urticaria, jeuk. Koorts. Neutropenie. Afwijkende nierfunctie.

Zelden (0,01–0,1%): angio-oedeem, anafylactische reacties, serumziekte (of op serumziekte gelijkende reacties), erythema multiforme (ook in combinatie met artralgie/artritis en koorts), Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Dyspneu, rinitis. Reversibele interstitiële nefritis. Pseudomembraneuze colitis, cholestatische icterus. (Reversibele) hyperactiviteit, nervositeit, slapeloosheid, verwardheid, hallucinaties, asthenie, duizeligheid, syncope, hypertonie. Genitale jeuk, vaginitis. Artralgie, artritis. Agranulocytose, leukopenie, hemolytische anemie, aplastische anemie, trombocytopenie.

Verder zijn gemeld: vasodilatatie. Lymfadenopathie. Oedeem (incl. oedeem van de periferie van de cornea). Verhoogde waarde alkalisch fosfatase.

Interacties

Antacida kunnen de resorptie van cefaclor verminderen.

De werking van cefaclor wordt geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (een voorbeeld zijn de tetracyclinen). Het klinische belang hiervan is alleen aannemelijk gemaakt bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij ernstige neutropenie.

Zwangerschap

Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens wijst niet op een verhoogde incidentie van aangeboren afwijkingen.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen.

Waarschuwingen

Kruisovergevoeligheid en kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica. Bij overgevoeligheidsreacties de toediening staken. Bij optreden van perifeer cornea-oedeem kan de ontstekingsreactie (deze berust op een overgevoeligheid) worden bestreden met lokale toediening van corticosteroïden.

Controleer bij langdurig gebruik bloedbeeld, lever- en nierfunctie.

Superinfecties kunnen optreden (bv. candidiasis in de mond). Bij optreden van aanhoudende ernstige (bloederige) diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie, Fehling-reagens e.d.).

De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 1 maand.

Overdosering

Eigenschappen

Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (tweede generatie). Bindt zich aan penicilline bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.

Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (incl. β-lactamase producerende stammen), Staphylococcus epidermis (incl. β-lactamase producerende stammen), Staphylococcus saprophyticus, Streptococcus pyogenes, Klebsiella pneumoniae en Moraxella catarrhalis.

Resistentie kan een probleem zijn bij: Escherichia coli, Proteus mirabilis, Streptococcus pneumoniae, in zeldzame gevallen ook bij Haemophilus influenzae.

Ongevoelig zijn: meticilline-resistente Staphylococcus spp. (waaronder MRSA), Enterococcus spp., Acinetobacter calcoaceticus, Citrobacter spp., Enterobacter spp., Morganella morganii, Providencia rettgeri, Pseudomonas spp., Serratia spp., Gram-positieve én Gram-negatieve anaeroben.

Kinetische gegevens

Resorptiegoed, bij inname met voedsel vertraagd.
T max30–60 min, bij inname met voedsel zijn de piekplasmaspiegels lager.
Overiggeen passage bloed-hersenbarrière, ook niet bij ontstoken meninges.
Eliminatiemet de urine onveranderd, 60–85% binnen 8 uur.
T 1/230–60 min, bij afwezigheid van nierfunctie tot 3 uur (door chemische degradatie), bij hemodialyse ca. 2 uur.