Perampanel

Publish

Samenstelling

Fycompa Eisai

Toedieningsvorm
Tablet, filmomhuld
Sterkte
2 mg, 4 mg, 6 mg, 8 mg, 10 mg, 12 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
OTC Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol.
MNT Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

perampanel vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij alle vormen van focale (voorheen partiële) epilepsie zijn carbamazepine, lamotrigine en verder levetiracetam, oxcarbazepine en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling.

Bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen zonder myoklonieën zijn lamotrigine, levetiracetam en valproïnezuur middelen van eerste keus als onderhoudsbehandeling. Levetiracetam en valproïnezuur zijn middelen van eerste keus bij gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen met myoklonieën. Clobazam (alleen als ‘add-on’) en topiramaat zijn bij gegeneraliseerde epilepsie alternatieven bij contra-indicaties voor de eerstekeusmiddelen.

Vergeleken met de andere als adjuvans toegepaste anti-epileptica, heeft perampanel een matige werkzaamheid. Ook heeft het veel interacties. Perampanel heeft een nieuw werkingsmechanisme, dat kan leiden tot andere nog onbekende zeldzame ernstige bijwerkingen.

Indicaties

  • Adjuvans bij focale (voorheen partiële) epilepsie met of zonder secundaire generalisatie bij patiënten ≥ 12 jaar;
  • Adjuvans bij primaire gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen bij patiënten ≥ 12 jaar met idiopathische gegeneraliseerde epilepsie.

Dosering

Eenmaal per dag innemen voor het naar bed gaan, al dan niet met voedsel. De tablet niet kauwen of breken, maar heel doorslikken.

Klap alles open Klap alles dicht

Focale aanvallen:

Patiënten ≥ 12 jaar:

Begindosering: 2 mg 1×/dag. Op geleide van klinische respons en het kunnen verdragen in stappen van 2 mg/dag met tussenpozen van ten minste 2 weken titreren tot een onderhoudsdosis van 4–8 mg/dag; indien nodig in stappen van 2 mg/dag met tussenpozen van ten minste 2 weken verder verhogen tot 12 mg/dag. Bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de halfwaardetijd van perampanel verkorten met tussenpozen van ten minste 1 week titreren. Effectieve dosis: 4–12 mg/dag.

Bij een licht of matig gestoorde leverfunctie: niet sneller dan elke 2 weken titreren met doses van 2 mg; max. dosering 8 mg/dag.

Primair gegeneraliseerde tonisch-klonische aanvallen:

Patiënten ≥ 12 jaar:

Begindosering: 2 mg 1×/dag. Op geleide van klinische respons en het kunnen verdragen in stappen van 2 mg/dag met tussenpozen van ten minste 2 weken titreren tot een onderhoudsdosis van max. 8 mg/dag; indien nodig in stappen van 2 mg/dag met tussenpozen van ten minste 2 weken verder verhogen tot 12 mg/dag. Bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de halfwaardetijd van perampanel verkorten met tussenpozen van ten minste 1 week titreren. Effectieve dosis: max. 8 mg/dag.

Bij een licht of matig gestoorde leverfunctie: niet sneller dan elke 2 weken titreren met doses van 2 mg; max. dosering 8 mg/dag.

Eén gemiste dosis hoeft men niet in te halen; bij meer dan één gemiste dosis gedurende een doorlopende periode van minder dan 5 halfwaardetijden (3 weken voor patiënten die geen perampanelmetabolisatie-inducerende anti-epileptica innemen, 1 week voor patiënten die perampanelmetabolisatie-inducerende anti-epileptica innemen) overwegen de behandeling opnieuw te beginnen vanaf het laatste dosisniveau. Indien langer dan 5 halfwaardetijden is gestopt, opnieuw vanaf de startdosering titreren.

Bij stoppen indien mogelijk geleidelijk afbouwen; als het absoluut nodig is kan men ook abrupt stoppen in verband met de lange halfwaarde tijd van perampanel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): duizeligheid en slaperigheid.

Vaak (1-10%): veranderde eetlust, agressie, boosheid, angst, verwarde toestand, ataxie, dysartrie, evenwichtsstoornis, prikkelbaarheid, dubbelzien, wazig zien, vertigo, misselijkheid, rugpijn, gestoorde gang, vermoeidheid, gewichtstoename, vallen.

Soms (0,1-1%); suïcide en suïcidale gedachten.

Interacties

Invloed van andere anti-epileptica op perampanel:

  • Met carbamazepine is een drievoudige verlaging gemeld, met oxcarbazepine en fenytoïne een tweevoudige verlaging. Bij toevoegen of stoppen met deze anti-epileptica dient men hiermee rekening te houden.
  • Topiramaat verlaagt de plasmaconcentratie van perampanel met 20%.

Invloed van perampanel op andere anti-epileptica:

  • Perampanel kan de concentratie oxcarbazepine met 35% verhogen.

Invloed van andere werkzame stoffen op perampanel:

  • Gelijktijdig gebruik met CYP3A-inducerende middelen (rifampicine, Hypericum) kan de plasmaconcentratie van perampanel verlagen.
  • Gelijktijdig gebruik met CYP3A4-remmers (ketoconazol) kan de AUC van perampanel verhogen met 20%.

Invloed van perampanel op andere werkzame stoffen:

  • In een dosering van 12 mg/dag kan perampanel het effect van orale progestageenbevattende geneesmiddelen verminderen en is aanvullende niet -hormonale anticonceptie (spiraaltje, condoom) aangewezen.

Zwangerschap

Teratogenese: Geen teratogene effecten bij dieren waargenomen.
Farmacologisch effect: Bij ratten teratogeniteit bij maternale toxische doses.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate niet-hormonale anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend (bij de mens). Ja (bij dieren).
Farmacologisch effect: Risico voor zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Waarschuwingen

Controle op verschijnselen van zelfmoordgedachten en -gedrag wordt aanbevolen. Bij agressieve symptomen dosisverlaging overwegen. Patiënten aanraden om bij gedachten aan veroorzaken aan letsel bij anderen, veranderingen in stemming of gedragspatronen of dreigend gedrag de arts te waarschuwen; bij ernstige symptomen de behandeling onmiddellijk staken.

Voorzichtigheid geboden bij een voorgeschiedenis van misbruik.

Perampanel niet toepassen bij ernstig gestoorde leverfunctie, matig of ernstig gestoorde nierfunctie of hemodialyse. Bij overschakelen van comedicatie met niet-inducerende anti-epileptica naar enzyminducerende geneesmiddelen en vice versa de respons monitoren. Bij staken van de behandeling, indien mogelijk de dagdosis geleidelijk afbouwen om de kans op rebound-aanvallen te beperken.

Met name bij ouderen is er meer kans op vallen. Bij ouderen is voorzichtigheid geboden, omdat maar weinig patiënten > 65 jaar zijn onderzocht. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 12 jaar zijn nog niet vastgesteld.

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met perampanel contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Anti–epilepticum. Selectieve, niet-competitieve antagonist van de ionotropische α-amino-3-hydroxy-5-methyl-4-isoxazoolproprionzuur (AMPA)-glutamaatreceptor op postsynaptische neuronen. In vitro remt het de door AMPA geïnduceerde verhoging van intracellulair calcium. In vivo verlengt het de tijd tussen de aanvallen in een door AMPA geïnduceerd aanvalsmodel. Het exacte mechanisme is niet volledig bekend.

Kinetische gegevens

Resorptiegoed; inname met voedsel verlaagt de piekplasmaconcentatie en vertraagt deze met 2 uur.
Eiwitbindingca. 95%.
Metaboliseringvia oxidatie (gemedieerd door CYP3A4) en vervolgens glucuronidering. De klaring bij vrouwen is 18% lager dan bij mannen.
Eliminatie70% in de feces en 30% in de urine, voornamelijk als metabolieten.
T 1/2gem. 105 uur; in combinatie met de sterke CYP3A4-inductor carbamazepine 25 uur; bij licht gestoorde leverfunctie 306 uur; bij matig gestoorde leverfunctie 295 uur.