hepatitis B-vaccin (hbvax)
Samenstelling
HBVAXPRO Sanofi-Aventis
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 10 microg HBsAg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 0,5 ml, wegwerpspuit 1 ml
- Toedieningsvorm
- Injectievloeistof
- Sterkte
- 40 microg HBsAg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1 ml
Bevat tevens: aluminiumhydroxide en sporen formaldehyde en kaliumthiocyanaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). |
OTC | Over the counter, dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. Aan de vergoeding van bepaalde zelfzorgmedicatie zijn nadere voorwaarden verbonden. Deze zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op de indicaties, de duur van de behandeling en het voorschrijven volgens een richtlijn/protocol. |
MNT | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
hepatitis B-vaccin (hbvax) vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Het hepatitis B-vaccin Hbvaxpro is in sommige gevallen (bij een leeftijd > 15 jaar) in gebruik in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma.
Aan de vergoeding van hepatitis B-vaccin zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
Vaccinatie tegen het hepatitis B-virus bij personen met een toegenomen kans op deze infectie.
Dosering
Het vaccinatieschema omvat 3 doses vaccin, de eerste op een zelf gekozen datum, de tweede één maand later en de derde dosis een half jaar na de eerste (0, 1 en 6 mnd.). Indien snellere bescherming vereist is (bv. reizigers): de derde dosis een maand na de tweede dosis en een extra vierde dosis 12 maanden na de eerste (0, 1, 2, 12 mnd.) toedienen. Met name bij kinderen is bij de snelle immunisatie de boosterdosis op 12 maanden nodig om hogere antilichaamtiters te krijgen.
Immunisatie:
Volwassenen en kinderen > 16 jaar:
10 microg (1 ml) per dosis. Bij (pre)dialysepatiënten 40 microg per dosis. Indien bij immuungecompromitteerde gevaccineerden (bv. dialysepatiënten, transplantaatpatiënten, aids–patiënten) de anti-HBs-titer < 10 IU/l is, kan een herhalingsdosis worden overwogen.
Neonaten en kinderen tot 16 jaar:
5 microg (0,5 ml) per dosis. Indien bij immuungecompromitteerde gevaccineerden (bv. dialysepatiënten, transplantaatpatiënten, aids–patiënten) de anti-HBs-titer < 10 IU/l is, kan een herhalingsdosis worden overwogen.
Bij bekende of veronderstelde blootstelling aan hepatitis B-virus (bv. spuit met besmette naald):
Binnen 24 uur hepatitis B-immunoglobulinen geven en binnen 7 dagen de eerste dosis vaccin (5, 10 of 40 microg). Het vaccin kan zo nodig gelijktijdig met het immunoglobuline worden toegediend, maar wel op een andere injectieplaats.
Pasgeborenen van HBsAg-positieve moeders:
(en voor kinderen van wie ten minste een van de ouders uit een land komt waar hepatitis B endemisch is) is in het rijksvaccinatieprogramma een schema voor hepatitis B-vaccinatie opgenomen op de tijdstippen 2, 3, 4 en 11 maanden in de vorm van een DaKTPHib+HepB-combinatievaccin. Dien direct bij de geboorte bij deze baby’s een eerste dosis vaccin en passieve immunisatie met hepatitis B-immunoglobuline toe op verschillende injectieplaatsen.
Toedieningsinformatie: Het vaccin bij volwassenen en kinderen i.m. in de deltaspier toedienen. Bij pasgeborenen en zuigelingen (< 3 jaar) i.m. toedienen in het anterolaterale gebied van de dij. Subcutane toediening kan leiden tot een suboptimale immuunrespons, daarom alleen bij trombocytopenie of een stollingsstoornis s.c. toedienen. Het vaccin nooit i.v. toedienen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): lokale reacties op de injectieplaats zoals voorbijgaande gevoeligheid, erytheem en verharding.
Zeer zelden (< 0,01%): misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Vermoeidheid, koorts, malaise, griepachtige symptomen. Paresthesie, (aangezichts)verlamming, perifere neuropathie, neuritis, myelitis, encefalitis, demyelinisatie CZS, (verergerende) multiple sclerose, hoofdpijn, duizeligheid, syncope. Uveïtis. Op bronchospasme gelijkende symptomen. Myalgie, artralgie, artritis. Trombocytopenie, lymfadenopathie. Anafylaxie, serumziekte, polyarteriitis nodosa. Hypotensie, vasculitis. Huiduitslag, alopecia, jeuk, urticaria, erythema multiforme, angio-oedeem, eczeem. Stijging van leverenzymwaarden.
Verder zijn gemeld: apneu bij zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap).
Interacties
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens. Zoals voor alle geïnactiveerde virusvaccins geldt, zijn er naar verwachting geen schadelijke gevolgen voor de foetus.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Er zijn geen negatieve effecten van geïnactiveerde virusvaccins bekend.
Advies: Kan (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Contra-indicaties
Een ernstige met koorts gepaard gaande ziekte of acute infectie.
Waarschuwingen
Verminderde respons: Bij immuundeficiëntie of bij behandeling met immunosuppressiva kunnen hogere doses van het vaccin nodig zijn om adequate concentraties van circulerende antistoffen te ontwikkelen; ook bij deze hogere dosering is het aantal dat reageert met inductie van antistoffen lager dan bij gezonde personen. Een hogere leeftijd, mannelijk geslacht, obesitas, roken en sommige chronische aandoeningen (bv. immuundeficiëntie) zijn andere factoren die de immuunrespons op het vaccin kunnen verminderen; in deze gevallen een serologische test overwegen en eventueel aanvullende doses toedienen.
Bij primaire immunisatie in zeer premature kinderen (≤ 28 weken zwangerschap) rekening houden met het risico van apneu en met de noodzaak om de respiratoire functies gedurende 48–72 uur te monitoren, vooral bij kinderen met een nog niet volledig ontwikkeld ademhalingsstelsel. Gezien het belang van vaccineren, de vaccinatie echter níet uitstellen of deze kinderen de vaccinatie onthouden.
Het is mogelijk dat een niet-herkende infectie aanwezig is ten tijde van de toediening, vanwege de lange incubatietijd van hepatitis B. Het vaccin biedt dan geen bescherming tegen hepatitis B.
De hulpstoffen formaldehyde en kaliumthiocyanaat kunnen leiden tot overgevoeligheidsreacties.
Overdosering
Eigenschappen
Niet-infectieus (geïnactiveerd) subunit-virusvaccin, afkomstig van het oppervlakte-antigeen (HBsAg- of ’Australië’-antigeen) van het hepatitis B-virus. Het antigeen wordt verkregen uit kweken van een recombinante stam van de gist Saccharomyces cerevisiae. Dit recombinante vaccin is geheel vrij van menselijk bloed of bloedproducten.
Volgens klinisch onderzoek induceert het vaccin bij ruim 90% van de gezonde personen na drie doses een beschermende antistoftiter tegen hepatitis B-virus, bij kinderen van 1–10 jaar blijkt dit nagenoeg 100% te zijn.
Geneesmiddelgroep
hepatitis B-vaccin (hbvax) hoort bij de groep vaccins.
- bof-/mazelen-/rubellavaccin (J05AF06)
- cholera, geïnactiveerd, hele cel (J05AF06)
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-/hepatitis B-vaccin (J05AF06)
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/polio-/haemophilus influenzae B-vaccin (J05AF06)
- difterie-/acellulair kinkhoest-/tetanus-/poliovaccin (J05AF06)
- difterie-/tetanus-/poliovaccin (J05AF06)
- gelekoortsvaccin (J05AF06)
- haemophilus influenzae B-vaccin (J05AF06)
- hepatitis A+B-vaccin (J05AF06)
- hepatitis A-vaccin (J05AF06)
- hepatitis B-vaccin (J05AF06)
- hepatitis B–vaccin (J05AF06)
- hepatitis B-vaccin (J05AF06)
- influenzavaccin (J05AF06)
- japanse-encefalitisvaccin (J05AF06)
- meningokokkenvaccin type A, C, W135, Y (J05AF06)
- meningokokkenvaccin type C (J05AF06)
- papillomavirusvaccin type 16 en 18 (J05AF06)
- papillomavirusvaccin type 6, 11, 16 en 18 (J05AF06)
- pneumokokkenvaccin (J05AF06)
- pneumokokkenvaccin, geconjugeerd (J05AF06)
- poliomyelitisvaccin (J05AF06)
- rabiësvaccin (J05AF06)
- rotavirusvaccin (J05AF06)
- tekenencefalitisvaccin (J05AF06)
- tetanusvaccin (J05AF06)
- tetanusvaccin/tetanusimmunoglobuline (J05AF06)
- tyfusvaccin (J05AF06)
- tyfusvaccin (J05AF06)
- varicellavaccin (primair) (J05AF06)
- varicellavaccin (secundair) (J05AF06)